101
n. de straat in het verlengde van de Sumatrastraat (zie
teekening F) Sumatrastraat-,
o. de straat in het verlengde van de Timorstraat (zie
teekening F) Timorstraat-,
p. de straat tusschen de onder m en o genoemde straten,
ten oosten van de onder n genoemde straat (zie teekening F)
Balistraat
q. de straat tusschen de onder m en o genoemde straten, ten
oosten van de onder p genoemde straat (zie teekening F)
S o emb astraat-,
r. de straat in het verlengde van de Kastanjekade, tusschen
de Heerenstraat en de Leuvenstraat (zie teekening G)
Kastanjekade-,
s. de straat tusschen de Staalwijkstraat en de onder r
genoemde straat (zie teekening G) Leeuwkenstraat-,
t. de straat in het verlengde van de Yan den Brandelerkade
en haar latere doortrekking naar den Kanaalweg (zie teeke
ning H)Van den Brandelerkade-,
u. de straat tusschen de onder t genoemde straat en de
onder w te noemen straat, ten zuidoosten van de Thor-
beckestraat (zie teekening H) Tiboel Siegenbeekstraat-,
v. de straat tusschen de onder t genoemde straat en de
onder w te noemen straat, ten zuidoosten van de onder u
genoemde straat (zie teekening H) Du Bieustraat-,
w. de straat in het verlengde van de Kodenburgerstraat
(zie teekening H) Rodenburgerstraat-,
x. de straat ongeveer tusschen de onder w genoemde en
onder z te noemen straten, evenwijdig aan de Cobetstraat, als
mede haar latere doortrekkingen naar de Fruinstraat en
naar de onder t genoemde straat (zie teekening H) De
Mey van Streefkerkstraat;
ij. de straat in het verlengde van de Wasstraat en uit-
loopende op de onder x genoemde straat (zie teekening H)
Wasstraat;
z. de straatgedeelten in het verlengde van de De Laat de
Kanterstraat, nabij de onder x genoemde straat (zieteekening
H) De Laat de Kanterstraat;
aa. het straatgedeelte in het verlengde van en tusschen
de beide bestaande gedeelten der De Laat de Kanterstraat
(zie teekening H) De Laat de Kanterstraat;
bb. de straat in het verlengde van de Thorbeckestraat, tot
aan den Zoeterwoudschesingel (zie teekening H) Thor
beckestraat
cc. de straat tusschen den Zijlsingel en de Oosterstraat, ten
Koorden van de Waardstraat (zie teekening I) Van
Galenstraat
dd. de straat in het verlengde van de Trompstraat zie
teekening I) Trompstraat;
ee. de straat, loopende van de onder dd genoemde
straat af ten oosten van en evenwijdig aan de Van Speyk-
straat (zie teekening I) Kortenaerstraat;
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 167. Leiden, 18 Augustus 1933.
Gelijk U bekend is, ontvangen de kweekelingen met akte
verbonden aan de openbare lagere scholen, krachtens het
bepaalde bij art. 5 van de verordening van 30 Juli 1923
(Gem. Blad No. 27) en art. 17 van de verordening van 30
Juli 1923 (Gem. Blad No. 25), gewijzigd bij verordening
van 29 October 1928 (Gem. Blad No. 26) een toelage uit
de gemeentekas van 150.200.per jaar.
Uit de in de Leeskamer ter inzage gelegde stukken zal U
blijken, dat reeds 28 kweekelingen aan de scholen verbonden
zijn en dat zich thans 15 pas geslaagde onderwijzers en
onderwijzeressen hebben aangemeld, om ook als kweekeling
met toelage tot de scholen te worden toegelaten. Het totaal
getal kweekelingen zou daardoor-stijgen tot 43, terwijl aan
toelagen ongeveer 7.525.— per jaar zou moeten worden
uitgekeerd, een uitgaaf, welke in normale omstandigheden
nauwelijks in goede verhouding zou staan tot het belang,
dat de gemeente heeft bij het hebben van een aantal kweeke
lingen op de scholen, doch welke uitgaaf thans, nu de ge
meente verplicht is om ook bij tijdelijke aanstelling van
onderwijzend personeel tot benoeming van wachtgelders
over te gaan, ook met het oog op den financieelen toestand
der gemeente, o. i. niet kan worden verantwoord.
Wij meenen dan ook, dat beperking bij het verleenen
van toelagen aan kweekelingen geboden is en zouden die
beperking aldus willen aanbrengen, dat van 1 September a.s.
af alleen toelagen worden verleend aan kweekelingen, die
den hoofdaktecursus (afdeehng B der Gemeentelijke Kweek
school voor Onderwijzers en Onderwijzeressen) bezoeken.
Hierdoor zal naar wij meenen te mogen aannemen het gevaar
worden afgewend, dat die cursus, wegens te gering aantal
cursisten, niet verder voor Rijkssubsidie in aanmerking zal
komen. Verder zouden wij de toelage wenschen toe te kennen
aan de kweekelingen, die op 1 September a.s. de hoofdakte
reeds bezitten, een en ander met dien verstande, dat per
school niet meer dan één kweekeling voor toekenning van
een toelage in aanmerking komt. Het aantal toelagen zou
derhalve in totaal worden beperkt tot maximaal 23.
De Commissie voor het Onderwijs kan zich, blijkens haar
advies, met het vorenstaande vereenigen, doch wijst er op,
dat, indien het getal van de kweekelingen, die den hoofd-
aktecursus bezoeken, vermeerderd met het getal van de
kweekelingen, die de hoofdakte reeds-bezitten, meer dan 23
zou bedragen (hetgeen h. i. waarschijnlijk moet worden ge
acht) ons College zich zal zien geplaatst voor de moeilijk
uit te maken quaestie, welke kweekelingen wél en welke niet
voor een toelage in aanmerking moeten komen. Om die
reden geeft zij in overweging voor het oogenblik te volstaan
met voorloopige opschorting van de bepalingen betreffende
het verleenen van de bedoelde toelagen en zoo spoedig mogelijk
na den aanvang van den nieuwen cursus, derhalve op een
tijdstip, waarop over juiste cijfers kan worden beschikt en
dus met meer kennis van zaken kan worden geoordeeld,
bij Uwe Vergadering een voorstel in te dienen tot vast
stelling van een nieuwe regeling op. dit stuk, welke regeling
voor één jaar, derhalve tot 1 September 1934 zou kunnen
gelden.
Met dit advies kunnen wij ons zeer goed vereenigen.
Slechts zouden wij, aangezien de steeds moeilijker wordende
financieele omstandigheden van de gemeente het noodzakelijk
zouden kunnen maken voor het jaar 1934 nog verder in
grijpende maatregelen te nemen, de nieuwe regeling tot
1 Januari 1934 willen doen werken.
Op grond van het vorenstaande geven wij U mitsdien in
overweging te besluiten:
de werking van de bepalingen betreffende het verleenen
van toelagen aan kweekelingen, yervat. in art. 5 van de
Verordening van 30 Juli 1923 (Gem. Blad No. 27) en:, in
art. 17 van de Verordening van 30 Juli 1923 (Gem. Blad
No. 25) gewijzigd bij Verordening van 29 October 1928
(Gem. Blad No. 26) voorloopig op te schorten.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 168. Leiden, 18 Augustus 1933.
Blijkens hét hiérachter afgedrukte overzicht moeten eenige
ingevolge Uwe besluiten van 7 Juli 1930 (Ingek. Stukken
No. .119) en 8 Juni 1931 (Ingek. Stukken No. 116) toege
kende wóningwetvoorschotten worden gewijzigd.