GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
89
INOfiKOlIEN iTITKKEK.
N°. 134. Leiden, 29 Juni 1933.
Gelijk U bekend is werd bij de op 30 Januari j.l. door
Uwe Vergadering vastgestelde verordeningen, n.l. de Ver
ordening regelende het openbaar bewaarschoolonderwijs (Gem.
Blad No. 1) en die, regelende de voorwaarden, waaronder
ten behoeve van bijzondere bewaarscholen subsidie uit de
gemeentekas wordt verleend (Gem. Blad No. 2) bepaald,
dat, in afwachting van de te nemen beslissing omtrent de
op 30 Januari 1933 aanhangige bewaarschoolzaken, niet zal
worden overgegaan tot stichting van nieuwe- of inrichting
van bestaande gebouwen voor openbare bewaarscholen,
zulks met uitzondering van de in aanbou w zijnde openbare
bewaarschool in het „Kooikwartier" en dat in geenerlei
vorm eenige bijdrage uit de gemeentekas zal worden ver
leend ten behoeve van bijzondere bewaarscholen, welke op
30 Januari 1933 uit de gemeentekas niet werden gesubsi
dieerd of na dien datum mochten worden geopend.
Door deze bepalingen werd de gelegenheid geschapen om
de aanhangige bewaarschoolzaken degelijk onder oogen te
zien en werd er tegen gewaakt, dat de nieuwe verordeningen
verwachtingen zouden wekken, waarvan het reeds toen
twijfelachtig scheen, of zij in deze moeilijke tijden voor ver
wezenlijking vatbaar zouden zijn.
Die aanhangige zaken zijn de volgende:
1°. Verzoek van de Vereeniging voor Christelijke Fröbel
scholen betreffende stichting van een bewaarschool aan de
Leliestraat, hoek Lindestraat;
2°. Verzoek van dezelfde Vereeniging, waarbij, met hand
having van het verzoek inzake de stichting van een bewaar
school aan de Leliestraat, hoek Lindestraat, wordt verzocht
drie lokalen van de school aan de Heerenstraat aan haar te
verhuren, teneinde daarin een bewaarschool te beginnen;
3°. Verzoek van de Inrichting van Liefdadigheid voor
B. K., waarbij toestemming wordt gevraagd een bewaarschool
te doen bouwen op een terrein aan de Potgieterlaan;
4°. Verzoek van de Vereeniging tot opleiding van Bewaar-
schoolhouderessen betreffende stichting van een bewaarschool
in het schoolgebouw aan de Heerenstraat;
5°. Verzoek van de Commissie voor de bewaarscholen tot
stichting van een openbare bewaarschool in het school
gebouw aan de Heerenstraat;
6°. Verzoek van „het Kommittee voor openbaar onder
wijs" om in het gebouw aan de Heerenstraat een openbare
bewaarschool te stichten;
7°. Verzoek van de afdeeling Leiden van de Vereeniging
Volksonderwijs om in de buurt van de Heerenstraat een
openbare bewaarschool op te richten;
8°. Verzoek van Kleine en andere ouders, waarbij voor
74 leerlingen wordt gevraagd, om in de buurt van de Heeren
straat een openbare bewaarschool te vestigen;
9°. Motie van uw mede-lid, den heer T. Groeneveld, lui
dende als volgt: „De Baad spreekt de wenschelijkheid uit,
dat nabij den Haagweg en nabij de Heerenstraat ten spoedig
ste openbare bewaarscholen zullen worden gesticht";
10°. Verzoek van het bestuur van de Gevers-Deutz be
waarschool te Oegstgeest om subsidie ten behoeve van te
Leiden woonachtige leerlingen van die bewaarschool.
Bestond bij ons College ten tijde van de behandeling van
de nieuwe bewaarschoolverordeningen nog de hoop, dat wij,
gezien ook de behoefte aan uitbreiding van het bewaarschool-
onderwijs, tot inwilliging van enkele van bovengenoemde
verzoeken zouden kunnen adviseeren, de steeds moeilijker
wordende financieele omstandigheden van de gemeente hebben
ons tot de overtuiging gebracht, dat het, in de huidige om
standigheden, onverantwoordelijk zou zijn mede te werken
tot vermeerdering van de ten laste van de gemeente komende
kosten van het bewaarschoolonderwijs.
Zeer tot ons leedwezen zien wij ons dan ook genoopt tot
afwijzing van al de aanhangige verzoeken te adviseeren,
met deze uitzondering evenwel, dat wij het verzoek van het
bestuur van de Gevers-Deutz bewaarschool te Oegstgeest
zouden wenschen te zien ingewilligd, omdat daardoor met
een gering bedrag aan ±20 Leidsche kinderen het ontvangen
van bewaarschoolonderwijs verzekerd kan blijven.
De Gemeente Oegstgeest geeft per leerling uit die ge
meente 5.per jaar. Doet Leiden hetzelfde voor de Leidsche
leerlingen dier school, dan zou het subsidie ongeveer 100.
per jaar bedragen. Van subsidie zouden uitgesloten moeten
worden de kinderen, die nog geen 4 jaren oud zijn en de
kinderen, die zoo oud zijn, dat zij een lagere school zouden
kunnen bezoeken.
Met het oog op eventueel nog in te dienen verzoeken tot
stichting van nieuwe openbare- of bijzondere bewaarscholen
geven wij U in overweging den werkingsduur van artikel 19
der Verordening op de openbare bewaarscholen en van ar
tikel 22 der Verordening betreffende de subsidieering van
de bijzondere bewaarscholen te verlengen tot een nader door
Uwe Vergadering te bepalen datum.
Wat de bestaande openbare bewaarscholen betreft merken
wij het volgende op. Gelet op het getal leerlingen van de
drie openbare bewaarscholen (Elisabethshof 143, van der
Werfstraat 132 en Groenesteeg 79 of in totaal 354) behoeft
het feitelijk geen betoog, dat het niet aangaat alle drie scholen
te handhaven. Hierbij komt echter nog, dat na de opening
van de nienwe openbare bewaarschool in de Kooi waarschijn
lijk 60 leerlingen van de bewaarschool aan de van der
Werfstraat naar de nieuwe school zullen overgaan. Naar ons
gevoelen komt voor opheffing ongetwijfeld het meest in
aanmerking de bewaarschool aan de van der Werfstraat,
in de eerste plaats omdat het gebouw niet geschikt kan
worden gemaakt voor klassen van 50 leerlingen, gelijk de
verordening eischt en in de tweede plaats omdat de leer
lingen dier school betrekkelijk gemakkelijk kunnen overgaan
naar de scholen Elisabethshof en Kooi (naar de zijde van
de bewaarschool aan de Groenesteeg wonen slechts 11
kinderen). Alsdan mag worden verwacht, dat de scholen in
het Elisabethshof en in de Kooi behoorlijk bezet zullen
worden. De Groenesteegschool blijft echter ook na opheffing
van de bewaarschool aan de van der Werfstraat een „bloed-
arme" school, welke in een groot, oud en dus veel onderhoud
vereischend gebouw is gehuisvest en derhalve steeds een
zeer dure school zal büjven. Het getal leerlingen (79) achten
wij gezien ook het feit, dat de nieuwe verordening voor
de stichting van een bijzondere school een getal leerlingen
van 60 stelt nog te groot, om de school op te heffen. Aan
den anderen kant zal instandhouding van de school een zeer
ongunstigen invloed uitoefenen op de gemiddelde kosten per
leerling van de openbare bewaarscholen en in die mate leiden
tot hoogere uitkeering aan de bijzondere scholen, dat het
geheele bewaarschoolonderwijs gevaar zou loopen. Wij meenen,
dat een zeer goede oplossing verkregen kan worden door de
school te verplaatsen naar het voor dehelft ontruimde
schoolgebouw aan de Haverstraat, dat na het aanbrengen
van eenige veranderingen volkomen geschikt is voor het
huisvesten van die bewaarschool. De lokalen der school zijn
voldoende groot, zoodat verbouwing niet noodig is. De be
waarschoolleerlingen kunnen, via de speelplaats, het gebouw
bereiken. De veranderingen bepalen zich in hoofdzaak tot
het maken van een zandbak, een bergplaats en een waranda,
het veranderen van W.C.'s en urinoirs en het verplaatsen
van een in de gang aanwezige afscheiding. De kosten van
een en ander (inbegrepen die van een eenvoudigen aanleg
van electrische verlichting) worden geraamd op 2.725.
Tegenover deze uitgaaf staat echter, dat het gebouw Groene
steeg vrijkomt en niet behoeft te worden verbouwd, om per
klasse 50 leerlingen te kunnen bevatten (met welke ver
bouwing naar raming 9.000.gemoeid zou zijn) en
bovendien een veel lager exploitatie-gemiddelde. Wij wijzen
er nog op, dat er voor het hoofd der bewaarschool een ka
mertje beschikbaar is, dat de bewaarschool vrijwel de gansche
week gebruik kan maken van de speelplaats en van het
gymnastieklokaal en dat de ligging van de speelplaats zoo
danig is, dat de lagere school geen hinder zal ondervinden
van het gebruik der speelplaats door de bewaarschoolleer
lingen. Wel zal een deel van de leerlingen der Groenesteeg
school iets verder van de school verwijderd zijn, doch wanneer
men bedenkt, dat de grens van het oude schooldistrict van
de Haverstraatschool door de Groenesteeg liep, en dat de
bewaarschoolkinderen meestal onder geleide naar en van
school gaan, is die grootere afstand geen overwegend bezwaar.
Op die wijze worden twee oude, veel onderhoud vergende,
gebouwen (v. d. Werfstraat en Groenesteeg) ontruimd, worden
de kosten van verbouwing van die scholen bespaard en wordt
het gebouw aan de Haverstraat weder geheel voor onder
wijsdoeleinden gebruikt.
De lokalen van de bewaarschool in het Elisabethshof
bieden geen plaats voor 50 leerlingen per klasse, zoodat
verbouwing noodig is. Blijkens het ter visie liggend plan
voor de verbouwing, waarmede een bedrag van 7.925.
(inbegrepen de kosten van een eenvoudigen aanleg van
electrische verlichting) gemoeid zal zijn, omvat die ver
bouwing het sloopen van drie lokaalwanden, het wegbreken
van twee bergruimten in het oostelijk einde van het gebouw,
het plaatsen van twee scheidingswanden en verschillende
bijkomende werken.
Wordt overeenkomstig het vorenstaande besloten, dan
zal het openbaar bewaarschoolonderwijs binnen afzienbaren
tijd worden gegeven in drie aan behoorlijke eischen voldoende
gebouwen. Wel is waar is alsdan het getal scholen niet ver
meerderd, maar toch zal, door de betere verdeeüng over de
stad van de schoolgebouwen, een belangrijke verbetering
worden verkregen.