MAANDAG 26 JUNI 1933. 305 Geneeskundig schooltoezicht. (Vos c.a.) Bovendien is het zijn aandacht ontgaan, dat op de plaats in het rapport, waar dat getal wordt genoemd, sprake is van het platteland, waar de scholen veel verder van elkaar ver wijderd liggen dan in de stad. De schoolarts in de bloem bollenstreek heeft blijkens zijn verslag over 1932 in dat jaar dan ook 8.700 leerlingen onderzocht. Boven de verwachtingen en vermoedens, die men heeft uitgesproken, staat het feit, dat in de verschillende gemeenten, waar een vol-ambtenaar-schoolarts is aangesteld, de aan tallen kinderen, waarop een schoolarts toezicht heeft, vari- eeren van 4500 tot 13000. In het buitenland zijn de aan tallen grooter. In Duitschland is het zelfs 15000. Daaruit volgt, dat in de verschillende gemeenten de fac toren, waarmede men rekening heeft te houden, op het werk van den schoolarts een verschillenden invloed hebben. Spreker weet niet, welke die factoren zijn en hoe zij zullen werken in de gemeente Leiden, maar dat is ook niet bekend aan den heer van Es, den heer Donders, den Wethouder van Sociale Zaken of den Directeur van den Gemeentelijken Geneeskundigen Dienst, aangezien daaromtrent de ervaring in Leiden ontbreekt. Waar spreker aan den eenen kant ernstig gevoelt, dat de Baad niet verantwoord is, als deze ten opzichte van het geneeskundig schooltoezicht niet het beste geeft, is hij er aan den anderen kant van overtuigd, dat de Baad op dit oogenblik volkomen verantwoord is, wanneer deze zich bepaalt tot de aanstelling van één vol-ambtenaar-schoolarts. Spreker blijft dns met ernst en aandrang aanneming van zijn voorstel bij den Baad aanbevelen. Wat betreft het voorstel-Knuttel, deskundigen beweren, dat een slecht gebit oorzaak kan zijn van vele ziekten, zelfs ook van kwelziekten of kwalen; onderzoek ook van het gebit der schoolgaande jeugd is dus wel noodig. Intusschen be twijfelt spreker of daarvoor noodig zal zijn een afzonderlijke tandheelkundige dienst. Besluit de Baad tot aanstelling van een schoolarts en legt hij in diens instructie vast de ver plichting om ook het gebit te onderzoeken en zoo noodig den ouders te adviseeren tot het raadplegen van een tand arts, dan is naar sprekers meening op voldoende wijze aan het gerechtvaardigd verlangen van den voorsteller voldaan. De heer Koole zal zich beperken tot een bespreking van de amendementen-Donders. Bij de bespreking van deze zaak in de Commissie voor den Geneeskundigen Dienst is door een lid van die commisie aan den heer van Es en aan den Directeur van den Geneeskundigen Dienst gevraagd, wat men onder een grondig onderzoek verstaat en of een grondig onderzoek kan plaats vinden wanneer het kind niet geheel wordt ontkleed. Beide doctoren moesten toegeven, dat dit onmogelijk was. Dat lid achtte een grondig onderzoek nood zakelijk, maar deinsde er, gezien de financieele omstandig heden, voor terug om thans verder te gaan, dan het College voorstelt; dat lid meende dan ook de amendementen-Donders niet te kunnen ondersteunen. De amendementen-Donders zijn niet anders dan een prin- eipieele uitspraak vóór aanstelling van een vol-ambtenaar- schoolarts, maar wanneer die uitspraak er is, wil de heer Donders niet verder gaan omdat de financieele moeilijkheden van de gemeente niet toelaten om tot die aanstelling over te gaan. Ook zijn in de Commissie voor den Geneeskundigen Dienst besproken verschillende zaken ten aanzien van de instanties, wier oordeel gevraagd is over de aanstelling van een vol- ambtenaar-schoolarts. De meening van de hoofden en van het onderwijzend personeel van 24 scholen is gevraagd; de hoofden en het personeel van 4 scholen hebben zich volmondig verklaard vóór sprekers voorstel en vóór de amendementen- Donders. De hoofden en het personeel van de andere scholen adviseerden in den geest van verbetering van het thans be staande Geneeskundig Schooltoezicht, maar liefst buiten de school. Wat betreft het advies van den Inspecteur van het Lager Onderwijs, den heer Baak, deze heeft zich reeds meer malen uitgelaten in een dergelijken geest van liefde voor het kind, dat die liefde aan het kind den adem zou benemen. Het advies van den heer Baak is echter anders dan de woorden, door hem gesproken bij de installatie van den schoolartsendienst te Sassenheim. Daar gaf de heer Baak een technische uiteen zetting ten opzichte van den schoolartsendienst. Kan men de uitspraak van de hoofden en het personeel der scholen, alsmede van de instellingen, waartoe men zich om advies gewend heeft, ernstig nemen? Spreker stelt deze vraag, omdat men ook in 1922, toen het ging om de instel ling van schoolbaden, aan de hoofden van scholen advies heeft gevraagd en 80 van hen zich daartegen verklaarden, maar in 1932, toen men kon spreken van een tienjarige er- Geneeskundig schooltoezicht. (Koole e.a.) varing, alle hoofden van scholen voor het behoud der baden waren. De hoofden van scholen en het personeel voeren thans allerlei bezwaren aan, die zij uit de lucht grijpen en waar van zij meenen, dat ze aan de aanstelling' van een vol-ambte naar-schoolarts verbonden moeten zijn. Spreker hecht meer waarde aan het rapport van de school artsen, waarin sprekers voorstel en de amendementen van den heer Donders worden toegejuicht. Deze schoolartsen kunnen als deskundigen een antwoord geven op de vraag, of de bestaande schoolartsendienst goed functionneert. Zij meenen, dat men moet gaan in de richting van de aanstel ling van een vol-ambtenaar-schoolarts en dat men althans moet overgaan tot de instelling van een sclioolspreek- uur, omdat de bestaande schoolartsendienst niet vol doende is. Uit het rapport van den schoolarts in de bollenstreek blijkt, dat in gemiddeld 93 (hoogste percentage 98) van de gevallen de ouders van de kinderen het geneeskundig- onderzoek, dat door hem werd verricht, bijwoonden. Hij noemt bepaalde schoolgebouwen, waarop z.i. wel het een en ander aan te merken is. Wat de schoolgebouwen in Leiden betreft, herinnert spreker aan het zeer uitvoerige rapport dat dr. Putto heeft geschreven over de Centrale school, terwijl spreker moest wijzen op de school aan den Zuidsingel, over welke school spreker eenige malen bij de behandeling van de begrooting heeft gesproken. Tot nog toe zijn de lokalen dier school niet veranderd en toch is het gewenscht, dat de Wethouder van Onderwijs daarmede voortgang maakt, want het staat voor spreker vast, dat de gezondheidstoestand van de kinderen, die in deze lokalen worden onderwezen, achteruit moet gaan. Eenige lokalen van de Zuidsingel-school zijn als leslokalen absoluut onge schikt en als men tot de conclusie komt, dat het verblijf daarin een nadeeligen invloed op de gezondheid der leer lingen heeft, gevoelt men ook hoe wensclielijk het is, dat de bestaande geneeskundige dienst wordt gereorganiseerd^ De amendementen van den heer Donders bevatten sleojits een prineipieele uitspraak en geven geen practische uitvoe ring aan. De uitspraken, welke spreker heeft vernomen over den Geneeskundigen Dienst, nopen hem thans nog een ander voorstel in te dienen. Ingeval de Baad sprekers voorstel verwerpt, hoopt hij, dat zijn nieuw in te dienen voorstel door het College in praeadvies zal worden genomen, omdat spreker reeds in de Commissie voor den Geneeskundigen Dienst heeft gezegd, dat mocht zijn voorstel niet worden aangenomen, hij zal voorstellen over te gaan tot instelling van een schoolspieekuur. In het jaar verslag 1927 geeft dr. Horst een uitvoerige uiteenzetting van zijn werkzaamheden inzake het schoolspreekuur en van de goede resultaten, die hij daarmede behaald heeft; hij had evenwel geen tijd om dit verder door te zetten. Spreker hoopt dus, dat het College dan zijn nieuwe voorstel in praeadvies zal nemen, zoodat het nader in de Commissie voor den Ge neeskundigen Dienst zal worden bezien. De lieer van Welzcn meent, dat aan de voorstellen tot aanstelling van een vol-ambtenaar-schoolarts en tot in stelling van een tandheelkundigen dienst een zeer prinei pieele strekking ten grondslag ligt. Volgens de tegenstanders van deze voorstellen kan wegens de financieele bezwaren aan deze voorstellen verbonden niet tot instelling van een dergelijken dienst worden overgegaan, maar deze financieele bezwaren mogen toch ten aanzien van een zoo belangrijke aangelegenheid inderdaad niet gelden. Kaast de lichamelijke gezondheid van de kinderen betreft het hier toch ook een cultureel belang. De tegenstanders van dit voorstel be schouwen den zedelijken plicht van de ouders om voor het welzijn van hun kind te zorgen als den allerhoogsten, doch de Overheid heeft in dit opzicht de allergrootste taak. Spreker heeft op een door hem bijgewoonden ouderavond een tand arts hooren spreken over de noodzakelijkheid van de ver zorging van het gebit; deze lezing heeft bij spreker dezen indruk achtergelaten, dat zeerzeker de voorlichting van over heidswege ten aanzien van de verzorging van het gebit gegeven absoluut onvoldoende geacht moet worden om in de behoefte te voorzien. Volgens het praeadvies van Burgemeester en Wethouders zou er in Leiden geen leemte bestaan. In andere gemeenten, b.v. Botterdam, heeft men echter wel een tandheelkundigen dienst ingesteld. Deze zaak is urgent en daarom beveelt spreker het voorstel van den heer Knuttel ten zeerste bij den Baad aan. Wat geldt ten opzichte van den tandheelkundigen dienst, geldt ook ten aanzien van het geneeskundig schooltoezicht

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1933 | | pagina 5