MAANDAG
29 MEI 1933.
289
Verhuring voetbalvelden Stadspolder
(Goslinga e.a.)
den Baad ten aanzien van de openstelling der zweminrich
tingen op Zondag. Burgemeester en Wethouders hebben
gemeend geheel in overeenstemming met den wensch van
de meerderheid van den Baad te handelen met voor te stellen,
deze bepaling in het contract op te nemen.
Volgens mevrouw de Clerde Bruijn heeft de vereeni-
ging Oosterkwartier tegen deze bepaling bezwaar in verhand
met het onderverhuren. Zonder vergunning van Burge
meester en Wethouders mag echter geen onderverhuring
plaats hebben.
Hier heeft men dus te doen met een vereeniging, die een
speelterrein wil huren, evenwel niet voor eigen gebruik,
maar voor onderverhuring. Mevrouw de Clerde Bruijn
zei immers: als de vereeniging moet onderverhuren en zij
kan het niet doen, omdat des Zondagsmorgens niet gespeeld
mag worden, heeft zij een financieel nadeel.
Mevrouw de Clerde Bruijn heeft gezegd, dat, indien de
vereeniging het terrein des Zondags niet voor zichzelf zou
noodig hebben en de vereeniging, waaraan zij het wil onder
verhuren het wel noodig heeft, het voor de laatste een be
zwaar zou zijn het veld te huren, indien deze bepaling be
stond. Geen enkele voetbalvereeniging zou het terrein in
onderhuur nemen, indien deze bepaling bestond, zoodat
het voor de vereeniging Oosterkwartier onmogelijk zou zijn
het terrein te verhuren, wanneer zij het niet zelf noodig had.
De heer Goslinga begrijpt nog niet, waarom de speeltuin-
vereeniging Oosterkwartier er bezwaar tegen heeft.
Aangezien op het terrein van den speeltuin niet gevoet
bald kan worden, hebben Burgemeester en Wethouders
voor de grootere jongens tot 16 jaar de gelegenheid geopend
om op een ander terrein te voetballen.
De speeltuin is den geheelen Zondag gesloten. Tegen dezen
maatregel heeft men geen bezwaar aangevoerd. Was het
terrein van den speeltuin zoo groot, dat er ook op gevoet
bald kon worden en maakte dus het voetbalterrein een
onderdeel van den speeltuin uit, dan zou het ook den geheelen
Zondag gesloten zijn. Thans heeft men een terrein moeten
zoeken, dat eenige minuten gaans van het terrein van den
speeltuin verwijderd is. Burgemeester en Wethouders stellen
nu voor, het niet den geheelen Zondag te sluiten, maar het
gesloten te houden tot des Zondagsmiddags 1 uur. Hoe kan
de speeltuinvereeniging daartegen bezwaar hebben, terwijl
haar eigen terrein den geheelen Zondag gesloten is?
Spreker heeft ook zijn licht opgestoken bij voetbalspecia
liteiten, die hem zeiden, dat als de Baad het voorstel van
Burgemeester en Wethouders in zake den Zondag aan
neemt, de voetballers zich best kunnen en zullen schikken.
Mevrouw de Clerde Bruijn zegt, dat de Wethouder nu
wel in het bijzonder over de speeltuinvereeniging Ooster
kwartier heeft gesproken, doch dat ook andere vereenigingen
onder deze bepaling vallen, voor wie spreekster de terreinen
den geheelen dag opengesteld zou willen zien.
De heer van Eek gelooft, dat de Baad voor een vrij be
langrijke beslissing staat.
Het gevaar bestaat, dat de Baad door de verwerping van
het voorstel van mevrouw de Clerde Bruijn eigenlijk uit
spreekt, dat voor zoover de Baad bij machte is daarover te
oordeelen en te beslissen, in Leiden voortaan niet meer voor
des Zondags 1 uur mag gevoetbald worden.
Spreker zou dit in hooge mate betreuren en dit een zeer
sterken stap achterwaarts vinden. De bepalingen inzake
Zondagsrust, Zondagsheiliging en Zondagsviering worden in
Leiden al vrij sterk gehandhaafddes voormiddags mag
absoluut geen muziek gemaakt worden en mogen geentooneel-
voorstellingen en dergelijke gegeven worden; wanneer daarbij
nu komt dat, voorzoover de Baad daarover te beslissen heeft,
dan ook niet gevoetbald mag worden, dan zou spreker dat
zeer betreuren. Dit is toch niet in overeenstemming met de
zienswijze van de groote meerderheid der Leidsche bevol
king; slechts een minderheid in Leiden wenscht een zoo
strenge handhaving van de Zondagswet. Spreker is er tegen,
dat men nu ook verbiedt, dat men deelneemt aan het ge
zonde voetbalspel; bevordering van de sport is bevordering
van de beschaving; de sport is een tegenganger tegen café
bezoek. Daarbij zijn groote belangen betrokken. Nu kan
men zeggen, dat men ook in den namiddag de sport kan be
oefenen, maar door dit tot na 13 uur te beperken, sluit men
een belangrijk deel van den dag voor de sportbeoefening af,
wat spreker in hooge mate zou betreuren. De Baad moet
beslissen in overeenstemming met den wensch der bevolking,
maar dit is niet de wensch van de bevolkingeen overgroot
deel daarvan, niet alleen de socialisten, maar ook de vrijzinnigen
Verhuring voetbalvelden Stadspolder; e.a.
(van Eek e.a.)
en de katholieken hebben daartegen niet het minste bezwaar
en nu begrijpt spreker niet waarom de Baad in die richting
zal moeten gaan. Volgens den heer Goslinga heeft de Baad
meer beslissingen in dien geest genomen, maar een antece
dent hiervan is hier toch nog niet voorgekomen. Het is een
ontzettende belemmering van de vrijheid van de ingezetenen
om jongens van gezonde ontspanning af te houden, omdat
anderen dit liever niet willen. Indien hier een referendum
gehouden zou worden, zou blijken dat de overgroote meerder
heid der Leidsche bevolking er vóór was om deze sport
beoefening toe te staan, in plaats dat men allerlei dingen
doet, die misschien verkeerd zouden zijn. Spreker acht dit
af te keuren.
De heer Kuipers zegt, dat hij met dit voorstel kan meegaan,
dat een van deze terreinen verhuurd wordt aan de subcom
missie voor ontwikkeling en ontspanning van het Crisis-comité.
Nu heeft spreker een schrijven ontvangen van Burgemeester
en Wethouders, dat de werkloozen niet anders kunnen spelen
dan op Zondagmiddag na 1 uur; de juniores kunnen niet
anders dan op Zondagmorgen, daar de ouderen des middags
spelen; zij zijn dus verplicht des ochtends te spelen. In andere
plaatsen wordt ook den geheelen Zondag gevoetbald.
Te Leiden zijn te weinig voetbalvelden en met de bepaling
van Burgemeester en Wethouders om niet voor 1 uur des
Zondags te mogen spelen, kan spreker niet accoord gaan.
De heer Bergers heeft zich meermalen ontpopt als sterk
voorstander van een soepele toepassing der Zondagswet,
doch acht de argumenten, aangevoerd voor het voetballen
op Zondagochtend niet steekhoudend, vooral als men de
werkloozen er bij haalt. Die hebben de geheele week den tijd
om te voetballen, hoewel het natuurlijk treurig is, dat de
omstandigheden van dien aard zijn, dat deze menschen dit
doen kunnen. Wanneer het echter verboden is des Zondags
vóór des middags 1 uur te voetballen, kunnen zij den Zondag
morgen gebruiken om hun kerkeüjke plichten waar te nemen,
hetgeen er anders weieens bij zal inschieten. Op grond van
het een en ander is spreker sterk tegen het voorstel van
mevrouw de Clerde Bruijn.
Over de motie van mevrouw de Clerde Bruijn staken
de stemmen, aangezien 16 leden zich daarvoor en 16 leden
zich daartegen verklaren.
Vóór stemmen: de heeren van Eek, Schüller, Yallentgoed,
Kooistra, mevrouw Braggaarde Does, de heeren Vos,
van Eecke, mevrouw de Clerde Bruijn, de heeren Kuipers,
Bomijn, van Stralen, Koole, Bosman, van Weizen, Yerweij
en Groene veld.
Tegen stemmen: de heeren Wilbrink, van der Beijden,
Meijnen, Beekenkamp. Coster, van Tol, Tepe, Splinter, Gos
linga, Eikerbout, van Bosmalen, Donders, Bergers, van Es,
de Beede en Wilmer.
De Voorzitter: Aangezien de stemmen staken, zal over
de motie van mevrouw de Clerde Bruijn in de volgende
vergadering een herstemming plaats hebben.
Echter kan omtrent het voorstel van Burgemeester en
Wethouders ondertusschen een beslissing worden genomen.
Wordt het aangenomen en neemt de Baad in de volgende
vergadering de motie aan, dan kunnen in het besluit van
den Baad alsnog de noodige veranderingen worden aan
gebracht.
Mevrouw de Clerde Bruijn acht het niet mogelijk, dat
op het oogenblik reeds een beslissing over het voorstel van
Burgemeester en Wethouders wordt genomen, nu omtrent
de bestreden bepaling zelf nog niet is beslist.
De Voorzitter stelt thans voor, de verdere behandeling van
het voorstel van Burgemeester en Wethouders aan te houden
tot een volgende vergadering.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van den Voorzitter besloten.
VII. Voorstel tot aanvaarding van de vergunning tot het
leggen en exploiteeren van een hoogspanningslijn in de ge
meente Katwijk.
(Zie Ing. St. No. 102.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.