41 2. wordt tusschen het eerste en het tweede lid een nieuw lid ingevoegd, luidende: „Indien de eigenaar van een perceel de verwijdering wenscht van een niet op zijn aanvraag, doch uitsluitend met zijn toestemming aangebrachte aansluiting, welke, wegens wan betaling door den geabonneerde, is verbroken, geschiedt de verwijdering door of vanwege en voor rekening van het bedrijf." Art. VI. Het voorlaatste lid van art. 13 vervalt. Art. VII. In art. 17 wordt na „hinder" ingevoegd: „of bij over treding of niet-naleving van eenige bepaling van deze ver ordening". Art. VIII. Deze verordening treedt in werking op 1 April 1933. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 20 Maart 1933. Zooals Uw College bekend is, ligt het in ons voornemen, om zoodra de krachtens artikel 33 van het Radio-reglement vereischte toestemming van den Minister van Waterstaat is verkregen, naast de programma's van de beide Nederland- sche omroepstations ook die van buitenlandsche omroep- stations door het Gemeentelijk Radio-distributie-bedrijf te doen doorgeven. In dat geval zullen op grond van de bepaling van het vóórlaatste lid van art. 13 der Radio verordening de abonnementsprijzen met 0,50 per maand moeten worden verhoogd. In verband met de huidige voor velen moeilijke tijdsom standigheden en de gunstige ontwikkeling van het bedrijf achten wij het echter niet gewenscht den abonnementsprijs thans te verhoogen, zoodat wij in overweging geven het voorlaatste lid van art. 13 der bovengenoemde verordening te doen vervallen (art. VI van de hierbijgaande concspt- verordening)wij verwachten, dat het aantal geabonneerden daardoor zal toenemen, terwijl bij verhooging van den abonnementsprijs groot gevaar voor verlies van abonné's bestaat. Van de gelegenheid, welke aldus geboden wordt, maken wij gaarne gebruik om nog enkele andere wijzigingen in de Radio-verordening voor te stellen, welke in de praktijk noodig of wenschelijk zijn gebleken. Ter toelichting daarvan moge het volgende dienen. Artikel I. Het gestelde in art. 3, eerste lid, sub 3, dat de gemeente voor schade wegens eventueelen inbreuk op auteursrechten beoogde te vrijwaren, kan vervallen, nu de rechterlijke macht blijkens de jurisprudentie de radio-dis tributie-bedrijven daarvoor niet verantwoordelijk stelt. In de plaats daarvan is het echter gewenscht, zulks op het voetspoor van de Gas- en de Electriciteitsverordening, een bepaling op te nemen, krachtens welke de aansluiting kan worden geweigerd, indien het aan te sluiten perceel te ver van de bestaande radio-netten is verwijderd; in dat geval kunnen dan, overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid, aan de aansluiting bijzondere voorwaarden worden ver bonden, terwijl op grond van het bepaalde in het derde lid, zoowel van een weigering van de aansluiting als van de gestelde bijzondere voorwaarden beroep op Uw College openstaat. Art. II. De voorgestelde aanvulling van art. 5, derde lid, heeft de strekking duidelijker dan thans te doen uitkomen, dat alleen breek-, metsel-, timmer- en verfwerken binnenshuis voor risico en rekening van den aanvrager zijn; de werken buitenshuis zijn daarentegen voor rekening van het bedrijf. De bepaling is van den aanvang af in dien zin toegepast. Art. 111. In verband met de inmiddels opgedane prac- tische ervaring is de voorgestelde wijziging van art. 6, tweede lid, gewenscht. Art. IV. Het voorgestelde nieuwe derde lid van art. 7 beoogt het gebruik of mede-gebruik van een radio-aansluiting door derden, bewoners van een niet aangesloten perceel, te voorkomen. Art. V. De in de eerste plaats voorgestelde wijziging van art. 10 is duidelijk en behoeft o.i. geen nadere toelichting. Het nieuwe tweede lid beoogt te voorkomen, dat in het daar bedoelde geval de kosten van verwijdering van een aansluiting ten laste van den eigenaar van het perceel worden gebracht, hetgeen onbillijk zou zijn; bij de huidige redactie van art. 10 staat dit niet voldoende vast. Art. VI. De bij dit artikel voorgestelde wijziging van art. 13 is hierboven reeds toegelicht. Art. VII. Wij achten het zeer gewenscht, dat Burgemees ter en Wethouders niet alleen bij het veroorzaken van schade of hinder, doch ook bij overtreding of niet naleving van eenige bepaling van de Radio-verordening bevoegd zijn den geabonneerde zoo noodig een boete op te leggen. Daartoe strekt de voorgestelde aanvulling van art. 17. Art VIII. Uw College heeft den Minister van Waterstaat verzocht de toestemming tot het doen doorgeven van de programma's der buitenlandsche omroepstations te verleenen met ingang van 1 April a.s.; in verband daarmede zal de inwerkingtreding van de verordening op denzelfden datum moeten worden gesteld. Op grond van het bovenstaande geven wij Uw College alsnu in overweging den Raad de hiernevensgaande concept verordening tot wijziging van de Radio-verordening ter vaststelling aan te bieden. Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, T. S. Goslinga, Voorzitter. J. A. v. d. Stok, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1933 | | pagina 11