WOENSDAG
8 MAAET 1933.
249
Gemeentebegrooting Uitgaven.
(Knuttel e.a.)
Beraadslaging over volgnr. 546, luidende: „Uitgaven voor
volksfeesten3.652.
De heer Knuttel vraagt stemming over dezen post. Het
eenige subsidie, dat van belang was, dat voor de zwem-
vereeniging „de Zijl", zal in verband met de tijdsomstandig
heden niet worden verleend. Er blijven alleen over uitgaven
voor nationale feestdagen en de arbeidersklasse heeft er geen
belang bij, dat op die dagen feest wordt gevierd.
Volgnr. 546 wordt aangenomen met 19 tegen 12 stemmen.
Vóór stemmen: de heeren Wilbrink, Bosman, Wilmer, de
Beede, Meijnen, Coster, Vos, van Tol, Beekenkamp, van
Eecke, Eikerbout, van der Eeijden, Tepe, Splinter, Goslinga,
Eomijn, Manders, Donders en Bergers.
Tegen stemmen: de heeren Verweij, Groeneveld, Knuttel,
van Eek, Vallentgoed, Kuipers, mevrouw Braggaarde
Does, de heer van Stralen, mevrouw de Clerde Bruijn, de
heeren Koole, Schiiller en Kooistra.
(De heeren van Es, Huurman, Simonis en van Eosmalen
waren bij deze stemming niet aanwezig.)
Beraadslaging over volgnr. 547, luidende: „Kosten van
congressen en officieele ontvangstenf 500.
De heer Knuttel zal, ofschoon hij niets gevoelt voor offi
cieele ontvangsten bij gelegenheid van congressen en derge
lijke, over dezen kleinen post geen stemming vragen, maar
hij dringt er op aan, dat buitensporigheden als de over
schrijding, welke in 1931 heeft plaats gehad, niet meer zullen
voorkomen. Hij vraagt, wat er overblijft van het budgetrecht
van den Baad, wanneer op een post, waarop 500.is
uitgetrokken, 3.200.wordt uitgegeven. Doen dergelijke
dingen zich voor, dan moeten Burgemeester en Wethouders
een aanvullend crediet vragen en niet eenvoudig meer gaan
uitgeven.
De Voorzitter zegt, dat door den samenloop van verschil
lende congressen in dat jaar de uitgaven zoo hoog zijn ge
worden.
Volgnr. 547 wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
Volgnr. 548 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming aangenomen.
Beraadslaging over volgnr. 549, luidende: „Uitgaven voor
speelterreinenf 1.700.
Mevrouw de Clerde Bruijn noemt het antwoord van
Burgemeester en Wethouders, dat voor het aanleggen van
meerdere vrije sportterreinen voorshands geen geschikte
terreinen beschikbaar zijn, niet juist. Tusschen de Eingsloot
en de Zijl ligt een groot terrein, dat op het nieuwe uitbrei
dingsplan als industrie-terrein is ontworpen, maar dat als
zoodanig niet zal worden gebruikt, omdat er bij de tegen
woordige economische toestanden onder de fabrikanten geen
gegadigden voor zullen zijn. De gemeente zou voorloopig dit
terrein als sport- of speelterrein voor de rijpere jeugd kunnen
aanwijzen. Het is uitstekend gelegen.
Ook is op het nieuwe uitbreidingsplan als sport- en speel
terrein ontworpen een terrein achter de Toussaintkade. Ook
dit is buitengewoon geschikt. De bewoners van het Haag-
wegkwartier, dat zich uitbreidt, en van het Morschkwartier
kunnen er gebruik van maken. Ook dit terrein zou spreekster
vrij gegeven willen zien als sport- en speelterrein.
Wat betreft de vereeniging „Westerkwartier", deze weet
nog niet, wanneer zij gebruik zal kunnen maken van het
nieuwe terrein aan de Da Costastraat. Zij is thans zeer ge
handicapt door de ligging van haar tegenwoordig terrein;
dit is gelegen halverwege Voorschoten; men moet zeker drje
kwartier loopen, voordat men er is.
De heer Goslinga voegt spreekster toe, dat zij overdrijft,
dat het een kwartiertje loopen is. Spreekster ontkent dit.
Er zijn kinderen van 3 of 4 jaar, die aan de hand met een man
meegaan; het gaat voetje voor voetje en het duurt ten minste
een half uur, voordat zij er zijn. Men kan dien man niet
verplichten de kinderen mede te nemen en dezen kunnen er
toch niet alleen naar toe, want er is daar een druk verkeer
en bovendien levert de weg gevaren op. Vooreerst loopt er
een breede sloot langs, waardoor gevaar voor verdrinken
bestaat; onlangs is het gebeurd, dat er een koe door een hek
Gemeentebegrootinq Uitqaven.
(de Clerde Bruijn e.a.)
was gekomen en dat de kinderen uit angst terugliepen,
waardoor er een in het water viel.
Aan dezen toestand zal een eind komen, wanneer de ver
eeniging het nieuwe terrein in gebruik kan nemen. De gronden
liggen daar braak; verleden jaar werden zij gebruikt voor
volkstuintjes, maar thans niet meer. Tal van kinderen, die
er willen gaan spelen, worden door de politie teruggejaagd.
Spreekster geeft in overweging dit terrein zoo spoedig moge
lijk voor de vereeniging in orde te laten maken.
De heer Kuipers wijst er op, dat door de subcommissie
van het Crisis-comité een adres is gezonden aan Burge
meester en Wethouders met verzoek om een terrein beschik
baar te stellen voor de werkloozen, die willen voetballen.
Er zijn wel tien elftallen onder de werkloozen, maar die
menschen hebben geen terrein. Waar het College nu toch
bezig is te overwegen om voor verschillende soorten sport
terrein beschikbaar te stellen, verzoekt spreker daarbij ook
aan de elftallen der werkloozen te denken.
De heer Eikerbout zegt, dat hij in de sectie een vraag
heeft gesteld omtrent het speelterrein bij de woningcomplexen
der vereeniging „Eensgezindheid" en dat daarop is geant
woord, dat, zoodra de financieele toestand zulks toelaat, een
plan voor de inrichting van een speelterrein terplaatse zal
worden gemaakt. Toen spreker er over sprak met den Wet
houder, antwoordde deze: het komt wel! Maar spreker is
ter oore gekomen, dat er een plan bestaat voor het maken
van een noodweg over de gronden, bestemd voor dat speel
terrein. Is dat juist, dan zal er van dat speelterrein weinig
meer komen, en waar binnen korten tijd een verbinding zal
worden gemaakt van de Oosterdwarsstraat naar den Zijl
singel, vraagt spreker, of het niet mogelijk is om, wanneer
er een weg moet worden gemaakt voor die kalksteenfabriek,
dit te doen door de Oosterdwarsstraat.
De heer Splinter zal den wenk van mevrouw de Cler over
de openbare vrije sportterreinen gaarne ter harte nemen.
De quaestie van het sportterrein voor werkloozen is nog
in onderzoek en spreker hoopt, dat binnenkort aan het ver
zoek van het Crisis-comité kan worden voldaan.
Volgens mevrouw de Cler is een toezegging gedaan inzake
den speeltuin Westerkwartier. Dit is echter niet het geval;
het College heeft alleen in overweging genomen of het mogelijk
was dien speeltuin te verplaatsen in samenhang met den
bouw van een complex woningen voor „Werkmanswoningen".
Indertijd was het bestuur zeer in zijn schik met het tegen
woordige terreinhad de gemeente door toevallige omstandig
heden dien grond ten Zuiden van de Da Costastraat niet
kunnen aankoopen, dan was over verplaatsing van het speel
terrein van Westerkwartier niet gesproken. Nu zijn er plannen
voor den bouw van een complex woningen voor „Werkmans
woningen" ingekomen en als deze door den Minister worden
goedgekeurd, wordt overwogen om tegelijk met den straat-
aanleg voor dat complex ook den speeltuin te verplaatsen,
maar het bestuur moet er niet op rekenen, en weet dit zelf
ook wel, dat dit dezen zomer zal gebeuren.
Het plan van den speeltuin van,, Eensgezindheid" was inder
daad gereed, maar door de financieele omstandigheden is
daarvan toen niets gekomen. Nu wil de Kalkzandsteen
fabriek haar bedrijf weer op gang brengen, waardoor weer
een aantal werkloozen, 50 a 60 wellicht is zij begonnen
met 25 werk zouden kunnen krijgenzij heeft echter geen
uitgang per as op den openbaren weg. Spreker heeft toen met
de directie van die fabriek dezen uitgang gezocht, waarvan het
speelterrein geen last zal ondervinden, daar het pad slechts
gedeeltelijk over het speelterrein loopt.
De heer Eikerbout: Er net overheen!
De heer Splinter zegt, dat het in elk geval niet anders
zou kunnen. Als het pad aangelegd zou moeten worden, zou
het iets kleiner moeten worden. Het wordt een pad van
4 a 5 M. breedte, dat op de grootte van het speelterrein vrijwel
geen invloed heeft. Nu zegt de heer Eikerbout: laat het gaan
door de Oosterdwarsstraat, maar daarop kan geen uitweg
worden verleend, daar de gemeente daar geen terrein heeft.
De moeilijkheid is, dat het terrein van de fabriek niet aan
de Oosterdwarsstraat grenst; het terrein van den heer Bink,
waarop veel kassen staan, hgt er tusschen. Bij den aanleg
van het speelterrein zal tegelijk voor den aanleg van de
omliggende straten moeten worden gezorgdhet wordt een
randbebouwingen die noodweg vervalt dan vanzelf.
De heer Eikerbout dacht, dat het land van Bink reeds
eigendom van de gemeente was.