218
MAANDAG 6 MAART 1933.
Verlaging van huishuur; e.a.
(Groeneveld e.a.)
De Voorzitter stelt hierna aan de orde de stemming over
de punten 12, 13 en 14 der agenda:
12. Voorstel inzake verlaging van de huurprijzen van de
woningen, behoorende tot verschillende plannen van woning-
bouwvereenigingen
(Zie Ing. St. No. 31.)
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
13. Praeadvies op het voorstel van den heer Groeneveld,
inzake het instellen van een onderzoek naar de inrichting en
resultaten van gemeentelijke centrale garages in andere ge
meenten en het uitbrengen van een rapport daarvan aan den
Raad.
(Zie Ing. St. No. 46.)
De heer Groeneveld zegt, dat aan zijn verzoek van twee
jaren geleden is voldaan en dat is gebleken, dat in de plaatsen,
waar centrale garages bestaan, die uitstekend voldoen en
voordeelig zijn voor de gemeente. Hij had dan ook mogen
verwachten, dat Burgemeester en Wethouders aan den Raad
een voorstel zouden voorleggen om over te gaan tot stichting-
van een centrale garage, maar nu dit niet is geschied, zal
hij zelf niet een voorstel in dien geest indienen, omdat hij
daarvan toch geen resultaat verwacht.
Het doet hem in elk geval genoegen, dat dit praeadvies
is uitgebracht.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten.
14. Praeadvies op het voorstel van den heer Bergers,
inzake het kosteloos wegen van op het Openbaar Slachthuis
geslacht vee en deelen daarvan.
(Zie Ing. St. No. 44.)
Het praeadvies van Burgemeester en Wethouders wordt
aangenomen met 28 tegen 7 stemmen.
Vóór stemmen: de heeren Wilbrink, Bosman, de Reede,
Huurman, Yerweij, Groeneveld, Knuttel, van Rosmalen, van
Eek, Vallentgoed, Kuipers, mevrouw Braggaar—-de Does,
de heeren Meijnen, van Es, Vos, van Stralen, Beekenkamp,
mevrouw de Clerde Bruijn, de heeren van Eecke, Koole,
Eikerbout, van der Reijden, Tepe, Splinter, Goslinga, Romijn,
Schüller en Kooistra.
Tegen stemmen: de heeren Wilmer, Simonis, Coster, van
Tol, Manders, Donders en Bergers.
Alsnu stelt de Voorzitter achtereenvolgens aan de orde:
XVli. Voorstel tot aankoop van de perceelen aan de Paradijs
steeg nis 10a en 12 kad. bekend gemeente Leiden, Sectie II,
nis 3256 en 3257.
(Zie Ing. St. No. 56.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XVi. Voorstel tot verlenging van den termijn van ontruiming
van onbewoonbaar verklaarde woningen in het complex Lange
BouwelouwensteegLange Paradijssteeg
(Zie Ing. St. No. 57.)
De heer Kooistra herinnert er aan, dat hij in de vergadering
van 26 Februari 1932 reeds heeft aangekondigd, dat ver
moedelijk voor de tweede maal de termijn van ontruiming
dezer woningen zou moeten worden verlengd, en heeft ge
vraagd, of het niet mogelijk was wat spoediger te werken
ten opzichte van deze saneeringsplannen. Zooals men weet,
heeft dit punt betrekking op de saneering, waartoe op 26
Februari 1932 is besloten, toen ter uitvoering van deze plannen
een bedrag van 200.000.beschikbaar werd gesteld. Spreker
heeft destijds voorspeld, dat er over dit onderwerp nog weieens
meer zou worden gesproken.
Waar spreker reeds zoo vaak heeft moeten klagen over
den achterstand op het gebied van de arbeiderswoningen,
verwondert het hem niet, dat een voorstel tot verlenging van
den ontruimingstermijn voor dit complex woningen is inge
diend. Het is een gevolg van het feit, waarop spreker bij de
behandeling van de begrooting een paar keer heeft gewezen,
dat Burgemeester en Wethouders te weinig aandacht schenken
aan den bouw van arbeiderswoningen. Even tevoren is wel
een voorstel aangenomen om twee perceelen aan te koopen,
maar, als het in dit tempo moet voortgaan met de onteigening
Onbewoonbaar verklaarde woningen; e.a.
(Kooistra e.a.)
van de perceelen, welke daarvoor in aanmerking komen, dan
vreest spreker, dat de verwezenlijking van de saneerings
plannen nog wel eenige jaren op zich zal laten wachten.
Tijdens de behandeling van de begrooting is nog al schamper
gesproken over de werkwijze van sprekers partijgenooten te
Amsterdam. Spreker wijst er op, dat de saneeringsplannen
te Amsterdam wat meer om het lijf hebben dan de Leidsche,
welke slechts 84 woningen omvatten. In een tijdschrift, uit
gegeven door Volkshuisvesting, heeft spreker een en ander
gelezen over een saneeringsplan te Amsterdam, dat tamelijk
snel werd uitgevoerd. Het voorloopige plan werd ingediend
op 20 Maart 1929 en het definitieve plan kwam in den Raad
op 17 Juli 1929, terwijl de Koninklijke goedkeuring werd
verkregen op 16 December 1929. Spreker heeft vóór zich de
foto's, waaruit blijkt, dat de betrokken woningen ten deele
zijn afgebroken. Deze plannen zijn binnen 9 maanden ver
wezenlijkt. Zij omvatten 669 woningen, welke ten deele zijn
afgebroken, en de grond wordt ter beschikking gesteld van
particulieren om er op te bouwen. In het midden is een speel
terrein geprojecteerd en reeds aangelegd.
Spreker vestigt er de aandacht op, dat het College van
Burgemeester en Wethouders te Leiden met dezelfde Re
geering te maken heeft als het Amsterdamsche College en
dat te Amsterdam toch meer op het gebied van de saneering
is gedaan dan te Leiden, een bewijs, dat Burgemeester en
Wethouders van Leiden niet voortvarend zijn ten opzichte
van deze aangelegenheid.
De Raad kan dit verlengingsvoorstel niet afwijzen, omdat
het hier gaat om een bevestiging van een reeds genomen
besluit, maar spreker wil toch het College ten ernstigste aan
raden een weinig spoed te maken met den bouw van arbeiders
woningen.
Pas heeft de Raad verworpen een voorstel van spreker,
waarbij bepaalde gronden werden aangewezen voor den bouw
van arbeiderswoningen. Spreker betreurt dit. In 1930 werd
reeds gesproken over een plan tot den bouw van 56 woningen,
maar tot heden is van dien bouw niets gekomen, ja, het plan
is zelfs nog niet goedgekeurd. Spreker dringt aan op spoedige
uitvoering van dat plan, omdat daarmede annex is de bouw
van arbeiderswoningen.
De heer Splinter weet niet of het in Amsterdam zoo snel
gaat als de heer Kooistra zeide; spreker wil het van hem
aannemen. Het College heeft alle mogelijke moeite gedaan
om deze zaak spoedig tot stand te brengen; de onteigenings
wet is er nog niet, maar de plannen zijn reeds ter goedkeuring
naar den Minister opgezonden. Het College betracht dus
zooveel mogelijk spoed om deze zaak tot een goed einde te
brengen.
Over die 55 woningen is het College nog aan het onder
handelen; daarop is de goedkeuring nog niet verkregen;
spreker heeft er veel moeite voor gedaan; het gaat op de
eene plaats gemakkelijker dan op de andere, maar spreker
zal er wel aandacht aan schenken.
De heer Kooistra wil niet in twijfel trekken, dat alle moge
lijke moeite gedaan is, maar acht het toch eigenaardig, dat
Amsterdam 9 maanden na de indiening van het definitieve
plan bij den Raad de Koninklijke goedkeuring reeds daarop
heeft verkregen, terwijl Leiden met al zijn hard werken die
niet kan krijgen; dit wil er bij spreker niet in.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
XVj. Voorstel inzake het verleenen van een bijdrage in de
kosten van vervoer, verpleging en begrafenis van het bij het
ongeval op de Blauwpoortsbrug doodelijk getroffen kind van
P. Moolenkamp.
(Zie Ing. St. No. 58.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XVk. Verordening, houdende wijziging van de verordening
van 2 Mei 1932 (Gemeenteblad No. 17) op de Straatpolitie.
(Zie Ing. St. No. 54.)
De Algemeene Beschouwingen worden geopend.
De heer van Eek zegt, dat de Commissie voor de Straf
verordeningen dit voorstel tot verscherping en aanvulling
van de bepalingen inzake het plakken en kalken alleen hier
mede motiveert, dat de bestaande bepalingen niet voldoende
worden geacht. Er wordt geen enkele reden opgegeven, waar-