MAANDAG 6 MAAET 1933. - 217 Gemcentebegrooting Algemeene Beschouwingen. (Voorzitter e.a.) Tepe, Splinter, Goslinga, Romijn, Manders, Donders en Bergers. Vóór stemmen: de heeren Verweij, Groeneveld, Knuttel, van Eek, Vallentgoed, Kuipers, mevrouw Braggaarde Does, de heeren Vos, van Stralen, mevrouw de Clerde Bruijn, de heeren van Eecke, Koole, Schiiller en Kooistra. De heer Manders is over het algemeen tegen salarisver laging, maar acht het, nu eenmaal de motie-Bergers, uit sprekende de noodzakelijkheid daarvan, is aangenomen, in de rede te liggen te besluiten overeenkomstig het gevoelen van de meerderheid, wel niet van het Georganiseerd Overleg, maar dan toch van hen, die zich in dit overleg uitgesproken hebben. Spreker zal dus met de motie-Bergers tot het brengen van den pensioenaftrek voor het geheele gemeentepersoneel op 3| meegaan. De motie van den heer Bergers, (Nr. 74) luidende: ,,De Raad, van oordeel, dat de in het voorstel van Burge meester en Wethouders voorgestelde korting niet naar even redigheid of draagkracht op de loonen en salarissen wordt gelegd, spreekt als zijn wensch uit: a. dat de pensioenaftrek voor het geheele personeel wordt gebracht op 3| en dat het bedrag dat dan noodig zal zijn om het begrootingsevenwicht te handhaven zal worden gevonden door verhooging van de bestaande op 1 Mei 1932 ingevoerde korting met dien verstande dat in geen geval loonsverhooging moge plaats hebben. b. dat daarmee gepaard gaat een verhooging van den kindertoeslag zooals voorgesteld in het voorstel van B. en W.", wordt verworpen met 20 tegen 15 stemmen. Tegen stemmen: de heeren Bosman, Huurman, Verweij, Groeneveld, Knuttel, van Eek, Vallentgoed, Kuipers, mevrouwr Braggaarde Does, de heeren van Es, van Stralen, mevrouw de Clerde Bruijn, de heeren van Eecke, Koole, Tepe, Splinter, Goslinga, Romijn, Schüller en Kooistra. Vóór stemmen: de heeren Wilbrink, Wilmer, de Reede, Simonis, van Rosmalen, Meijnen, Coster, Vos, van Tol, Beekenkamp, Eikerbout, van der Reijden, Manders, Donders en Bergers. Het voorstel van den heer Wilbrink, (Nr. 75) luidende: Ondergeteekende stelt voor aan de plaatselijke drank- bestrijd ersvereenigingen een subsidie te verleenen van 300.—.", wordt aangenomen met 18 tegen 17 stemmen. Vóór stemmen: de heeren Wilbrink, Verweij, Groeneveld, Knuttel, van Eek, Vallentgoed, Kuipers, mevrouw Brag gaarde Does, de heeren Meijnen, Vos, van Stralen, Beeken kamp, mevrouw de Cler—de Bruijn, de heeren Koole, Eiker bout, Schüller, Kooistra en Bergers. Tegen stemmen: de heeren Bosman, Wilmer, de Reede, Huurman, Simonis, van Rosmalen, van Es, Coster, van Tol, van Eecke, van der Reijden, Tepe, Splinter, Goslinga, Romijn, Manders en Donders. Het voorstel van den heer Kuipers, (Nr. 77) luidende: „Ondergeteekencie stelt voor Burgemeester en Wet houders op te dragen,de noodige maatregelen te treffen, om aan het personeel van de zweminrichting „Rijn- en Schie- kanaal" alsnog de ingehouden korting over 1932 uittekeeren, volgens raadsbesluit van 2 Mei en 6 Juli 1932. Alsdan te rekenen over de 22 weken, dat het personeel aan de zweminrichting dienst heeft gedaan.", wordt aangenomen met 19 tegen 16 stemmen. Vóór stemmen: de heeren de Reede, Verweij, Simonis, Groeneveld, Knuttel, van Eek, Vallentgoed, Kuipers, mevrouw Braggaarde Does, de heeren Vos, van Stralen, van Tol, mevrouw de Cler—de Bruijn, de heeren van Eecke, Koole, Eikerbout, Schüller, Kooistra en Manders. Tegen stemmen: de heeren Wilbrink, Bosman, Wilmer, Huurman, van Rosmalen, Meijnen, van Es, Coster, Beeken kamp, van der Reijden, Tepe, Splinter, Goslinga, Romijn, Donders en Bergers. Het voorstel van den heer Manders, (Nr. 78) luidende: „De ondergeteekende stelt voor de navolgende subsidie ge noemd op bladzijde 155 van het ingekomen stuk No. 213 van 1932 onder V niet in te trekken, doch te stellen op f 10. Gemcentebegrooting Alqemeene Beschouwingen. (Voorzitter.) „De bijdrage van het Comité inzake bestudeering en be strijding van de iepziekte".", wordt aangenomen met 18 tegen 17 stemmen. Vóór stemmeD: de heeren Wilmer, Verweij, Groeneveld, Knuttel, van Eek, Vallentgoed, Kuipers, mevrouw Brag gaarde Does, de heeren Coster, Vos, van Stralen, van Tol, mevrouw de Clerde Bruijn, de heeren Koole, Schüller, Kooistra, Manders en Bergers. Tegen stemmen: de heeren Wilbrink, Bosman, de Reede, Huurman, Simonis, van Rosmalen, Meijnen, van Es, Beeken kamp, van Eecke, Eikerbout, van der Reijden, Tepe, Splinter, Goslinga, Romijn en Donders. Het voorstel van den heer Manders,(Nr. 79) luidende: „De ondergeteekende stelt voor het navolgende lidmaat schap genoemd op bladzijde .155 van het ingekomen stuk No. 213 van 1932 onder V niet in te trekken, doch te stellen op 10. „Het lidmaatschap van de Vereeniging Het Nederlandsch W egen congr ei wordt verworpen met 18 tegen 17 stemmen. Tegen stemmen: de heeren Wilbrink, Bosman, de Reede, Huurman, Simonis, van Rosmalen, Meijnen, van Es, Coster, Beekenkamp, van Eecke, Eikerbout, van der Reijden, Tepe, Splinter, Goslinga, Romijn en Donders. Vóór stemmen: de heeren Wilmer, Verweij, Groeneveld, Knuttel, van Eek, Vallentgoed, Kuipers, mevrouw Brag gaarde Does, de heeren Vos, van Stralen, van Tol, mevrouw de Cler—de Bruijn, de heeren Koole, Schüller, Kooistra, Manders en Bergers. Het voorstel van den heer Manders, (Nr. 80) luidende: „De ondergeteekende stelt voor het navolgende lidmaat schap genoemd op bladzijde 155 van het ingekomen stuk No. 213 van 1932 onder V niet in te trekken, doch te stellen op 10. „Het lidmaatschap van de Vereeniging tot verbetering van den Ouden Rijn".", wordt aangenomen met 19 tegen 16 stemmen. Vóór stemmen: de heeren Wilmer, Verweij, Simonis, Groene veld, Knuttel, van Eek, Vallentgoed, Kuipers, mevrouw Braggaarde Does, de heeren Coster, Vos, van Stralen, van Tol, mevrouw de Cler—de Bruijn, de heeren Koole, Schüller, Kooistra, Manders en Bergers. Tegen stemmen: de heeren Wilbrink, Bosman, de Reede, Huurman, van Rosmalen, Meijnen, van Es, Beekenkamp, van Eecke, Eikerbout, van der Reijden, Tepe, Splinter, Goslinga, Romijn en Donders. De Voorzitter stelt vervolgens aan de orde de stemming over punt 11 a der agenda: Voorstel inzake gelijkmaking van de pensioensbijdragen op het door de wet toegelaten maximum. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt aan genomen met 20 tegen 14 stemmen. Vóór stemmen: de heeren Wilbrink, Bosman, Wilmer, de Reede, Huurman, Simonis, van Rosmalen, Meijnen, van Es, Coster, van Tol, Beekenkamp, van Eecke, Eikerbout, van der Reijden, Tepe, Splinter, Goslinga, Romijn en Donders. Tegen stemmen: de heeren Verweij, Groeneveld, Knuttel, van Eek, Vallentgoed, Kuipers, mevrouw Braggaarde Does, de heeren Vos, van Stralen, mevrouw de Clerde Bruijn, de heeren Koole, Schüller, Kooistra en Manders. Tijdeus deze stemming had de heer Bergers tijdelijk de vergadering verlaten. De Voorzitter stelt hierna aan de orde de stemming over punt 116 der agenda: Voorstel tot intrekking van raadsbesluiten, inzake de uit voering van verschillende werken en tot wijziging van de begrootingen van de Lichtfabrieken, van de gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijngeest" en van de ge meente, alle dienst 1932. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. De interpellatie van den heer Schüller inzake het dagloon van personeel, werkzaam bij den bestratingsdienst, wordt ten slotte door den Voorzitter gesloten verklaard.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1933 | | pagina 25