212
MAANDAG 6
MAART 1933.
Gemeentebegrooting Algemeene Beschouwingen.
(Voorzitter.)
De motie van den heer Knuttel (No. 4), luidende:
„Ondergeteekende stelt voor de volgende motie:
De raad der gemeente Leiden, van oordeel dat de huren
van arbeiderswoningen bij de algemeene daling der loonen
en de groote werkloosheid een veel te groot deel der inkomens
eischen,
acht een verlaging met gemiddeld 20 dringend nood
zakelijk,
draagt Burgemeester en Wethouders op ten deze diligent
te zijn door:
a. Voorstellen te doen tot verlaging van de huur der
gemeentewoningen.
b. Voorstellen te doen tot afschrijving op het kapitaal
gestoken in den vereenigingsbouw, waardoor ook de huren
van deze woningen kunnen dalen.
c. Pogingen van huurders om verlaging te bewerken van
de huur van woningen, toebehoorend aan particulieren, te
steunen.
d. Door gemeentelijken bouw op ruime schaal zorg te dragen
voor een veranderde verhouding tusschen vraag en aanbod,
en gaat over tot de orde van den dag.",
wordt verworpen met 22 tegen 13 stemmen.
Tegen stemmen: de heeren Wilbrink, Bosman, Wilmer,
de Beede, Huurman, Simonis, van Rosmalen, Meijnen, van
Es, Coster, van Tol, Beekenkamp, van Eecke, Eikerbout,
van der Reijden, Tepe, Splinter, Goslinga, Romijn, Manders,
Donders en Bergers.
Vóór stemmen: de heeren Verweij, Groeneveld, Knuttel,
van Eek, Vallentgoed, Kuipers, mevrouw Braggaarde Does,
de heeren Vos, van Stralen, mevrouw de Clerde Bruijn,
de heeren Koole, Schüller en Kooistra.
Het voorstel van den heer Knuttel (No. 5), luidende:
„Ondergeteekende stelt voor dat de gemeente zich losmaakt
van de rijksregeling inzake werkloozenzorg, daarmede uit
sprekende dat zij de beperkingen, die de rijksregeering voort
durend oplegt, afwijst.",
wordt eveneens verworpen met 22 tegen 13 stemmen.
Tegen stemmen: de heeren Wilbrink, Bosman, Wilmer,
de Reede, Huurman, Simonis, van Rosmalen, Meijnen, van
Es, Coster, van Tol, Beekenkamp, van Eecke, Eikerbout,
van der Reijden, Tepe, Splinter, Goslinga, Romijn, Manders,
Donders en Bergers.
Vóór stemmen: de heeren Verweij, Groeneveld, Knuttel,
van Eek, Vallentgoed, Kuipers, mevrouw Braggaarde Does,
de heeren Vos, van Stralen, mevrouw de Clerde Bruijn,
de heeren Koole, Schüller en Kooistra.
Het voorstel van den heer Knuttel (No. 7), luidende:
„Ondergeteekende stelt voor, de tarieven van gas en elec-
triciteit in dier voege te wijzigen, dat op woonhuisaansluitingen
van ingezetenen met een inkomen van minder dan 1.500.
per jaar, dè eerste 20 M3. gas en 10 K.W.U. eleetriciteit per
maand niet in rekening worden gebracht.",
wordt verworpen met 34 tegen 1 stem (die van den heer
Knuttel).
Dé voorstellen van den heer Kooistra (nis 8, 9 en 10),
luidende
„De raad acht het bouwrijp maken van gemeentegrond zeer
gewenscht,
verzoekt B. en W. ter bevordering van werkverruiming
in het N.O. gedeelte der stad, tot het aanleggen van straten
en het bouwrijp maken van die gronden, „mede in vérband
met de daar aanwezige industrieterreinen", te willen over
gaan.",
„Ondergeteekende stelt voor de exploitatie van de gemeente
woningen onder gemeentebeheer te brengen.",
„Ondergeteekende stelt voor:
Aan het jaarverslag van den dienst van Bouw- en Woning
toezicht zal een lijst worden toegevoegd, welke een overzicht
zal moeten geven van het aantal woningen in Leiden, verdeeld
in onderstaande huurklassen.
en de motie van den heer Kooistra (No. 11), luidende:
Gemeentebegrooting Algemeene Beschouwingen
(Voorzitter.)
„De raad acht het gewenscht, dat thans in het algemeen de
huren van gemeentewoningen aan arbeiders verhuurd moeten
worden verlaagd, verzoekt Burgemeester en Wethouders die
maatregelen te willen treffen, dat een huurverlaging van
15 van de ontvangen huur kan worden toegepast.",
worden achtereenvolgens verworpen, elk met 22 tegen 13
stemmen.
Tegen stemmen: de heeren Wilbrink, Bosman, Wilmer,
de Reede, Huurman, Simonis, van Rosmalen, Meijnen, van
Es, Coster, van Tol, Beekenkamp, van Eecke, Eikerbout,
van der Reijden, Tepe, Splinter, Goslinga, Romijn, Manders,
Donders en Bergers.
Vóór stemmen: de heeren Verweij, Groeneveld, Knuttel,
van Eek, Vallentgoed, Kuipers, mevrouw Braggaarde Does,
de heeren Vos, van Stralen, mevrouw de Clerde Bruijn,
de heeren Koole, Schüller en Kooistra.
Het voorstel van den heer Kuipers (No. 14), luidende:
„Ondergeteekende stelt voor om aan in tijdelijken dienst
zijnde ambtenaren en werklieden, die het bij de verordening-
bepaalde aantal dienstjaren reeds bij de Gemeente hebben
doorgebracht, van een vaste aanstelling te voorzien.",
wordt verworpen met 20 tegen 15 stemmen.
Tegen stemmen: de heeren Wilbrink, Bosman, Wilmer,
de Reede, Huurman, Simonis, van Rosmalen, Meijnen, van
Es, Coster, Beekenkamp, van Eecke, van der Reijden, Tepe,
Splinter, Goslinga, Romijn, Manders, Donders en Bergers.
Vóór stemmen: de heeren Verweij, Groeneveld, Knuttel,
van Eek, Vallentgoed, Kuipers, mevrouw Braggaarde Does,
de heeren Vos, van Stralen, van Tol, mevrouw de Clerde
Bruijn, de heeren Koole, Eikerbout, Schüller en Kooistra.
Het voorstel van den heer Kuipers (No. 15), luidende:
„Ondergeteekende stelt voor in te voeren een arbeids
reserve,",
en het voorstel van den heer Schüller (No. 19), luidende:
„De Raad van oordeel dat het in belang der Gemeente is,
dat alle uit te voeren straatwerk in eigen beheer wordt uit
gevoerd, besluit dat alle bestratingswerken in eigen beheer
zullen uitgevoerd worden.",
worden achtereenvolgens verworpen, elk met 22 tegen 13
stemmen.
Tegen stemmen: de heeren Wilbrink, Bosman, Wilmer,
de Reede, Huurman, Simonis, van Rosmalen, Meijnen, van
Es, Coster, van Tol, Beekenkamp, van Eecke, Eikerbout,
van der Reijden, Tepe, Splinter, Goslinga, Romijn, Manders,
Donders en Bergers.
Vóór stemmen: de heeren Verweij, Groeneveld, Knuttel,
van Eek, Vallentgoed, Kuipers, mevrouw Braggaarde
Does, de heeren Vos, van Stralen, mevrouw de Clerde
Bruijn, de heeren Koole, Schüller en Kooistra.
Het voorstel van den heer Schüller (No. 20), luidende:
„Ondergeteekende stelt voor, het volgende te besluiten:
dat in de bestekken voor uit te voeren straatwerk de bepaling-
op te nemen, dat dezelfde arbeidsvoorwaarden loonen en
tarieven, die de gemeente aan de gemeentelijke straatmakers
en helpers betaalt, ook de aannemer verplicht is na te komen
en uit te betalen.",
wordt verworpen met 21 tegen 14 stemmen.
Tegen stemmen: de heeren Wilbrink, Bosman, Wilmer,
de Reede, Huurman, Simonis, van Rosmalen, Meijnen, van
Es, Coster, Beekenkamp, van Eecke, Eikerbout, van der
Reijden, Tepe, Splinter, Goslinga, Romijn, Manders, Donders
en Bergers.
Vóór stemmen: de heeren Verweij, Groeneveld, Knuttel,
van Eek, Vallentgoed, Kuipers, mevrouw Braggaarde
Does, de heeren Vos, van Stralen, van Tol, mevrouw de
Clerde Bruijn, de heeren Koole, Schüller en Kooistra.
Het voorstel van den heer Schüller (No. 21), luidende:
„Ondergeteekende stelt voor, het vervoer van alle mate
rialen van Gemeentewerken in eigen beheer te doen uit
voeren.",
wordt verworpen met 22 tegen 13 stemmen.
Tegen stemmen: de heeren Wilbrink, Bosman, Wilmer, de
Reede, Huurman, Simonis, van Rosmalen, Meijnen, van Es,
Coster, van Tol, Beekenkamp, van Eecke, Eikerbout, van
Weekhuren
Jaarhuren
beneden
1.50
van
1.50
tot
beneden
f 2.50
van
2.50
tot
beneden
4.
van
ƒ208.
tot
beneden
250
van
ƒ250.—
tot
beneden
300.—
van van
ƒ300.— 350.-^
tot tot
beneden beneden
ƒ350— ƒ4 50
van
450
tot
beneden
600.—
van
ƒ600
tot
beneden
ƒ800.—
van
ƒ800.—
en
hooger