MAANDAG 6
MAAET 1933.
211
Gemeentcbegrooting Algemeene Beschouwingen.
(Voorzitcr e.a.)
levensmiddelenvoorziening (No. 34), inzake indiening van
een adres aan de Koningin, betreffende een voorstel van wet
als bedoeld in art. 157 der Gemeentewet (No. 35), inzake
medezeggenschap voor het gemeentepersoneel (No. 36), tegen
over de moties van den heer van Eek, inzake het houden
van optochten met muziek en banieren op Zondagnamiddag
(No. 37), inzake het geven van tooneeluitvoeringen, bioscoop
voorstellingen en muziekuitvoeringen op den lsten Paaschdag,
lsten Pinksterdag en lsten Kerstdag (No. 38), tegenover het
voorstel van den heer van Eek, inzake vermindering van de
meterhuren voor het gebruik van gas en electriciteit (No. 39),
tegenover de motie van den heer van Eek, inzake overdracht
van den Leidschen Hout in eigendom aan de gemeente (No. 40),
tegenover het voorstel van den heer van Eek inzake wijziging
van de artikelen 23a, 23b, 51 en 52 van de verordening op
de Straatpolitie (No. 41) en tegenover de voorstellen van
mevrouw de Clerde Bruijn inzake voorziening in de behoefte
aan woningen voor ouden van dagen (No. 42), en inzake
instelling van een gemeentelijke Commissie voor Blindenzorg
(No. 43).
De in het voorstel (No. 47) van den heer van Stralen, inzake
spoedige uitvoering van de demping van het Levendaal,
aanleg van sport- en speelvelden nabij den Leidschen Hout
en de centrale rioleering, genoemde demping van het Leven
daal komt aan de orde door het voorstel-Manders, waarop
binnenkort, praeadvies is te verwachten. Het voorstel inzake
de sport- en speelvelden is bij het College in behandeling;
daarover is praeadvies toegezegd. Tegenover uitvoering van
de centrale rioleering staat het College afwijzend. Indien de
heer van Stralen dit voorstel wil intrekken, vindt spreker het
goed; anders staat het College afwijzend tegenover het ge-
heele voorstel.
De heer van Stralen zegt, dat zijn voorstel de strekking
heeft om, behalve de bedoelde, spoedeischend werken te doen
uitvoeren, hetgeen niet in de bedoeling schijnt te liggen; het
bedoelt in zijn geheel te zijn een principieele uitspraak; spreker
handhaaft het dus.
De Voorzitter zegt, dat het College afwijzend staat tegenover
het voorstel (No. 48), van den heer van Stralen, inzake het
richten van een verzoek tot den Minister om de Leidsche
steunregeling gelijk te doen zijn aan die van de groote plaatsen,
tegenover de voorstellen van mevrouw Braggaar en den heer
van Stralen, om de steunverleening bij Maatschappelijk Hulp
betoon voor de georganiseerde werkloozen te doen geschieden
via de besturen Van de vakorganisaties (No. 49), inzake op
heffing van de Gemeentelijke Commissie voor Maatschappelijk
Hulpbetoon (No. 50), tegenover de voorstellen van den heer
van Stralen, inzake tijdelijke buitenwerkingstelling van de
bepaling, dat de ondersteuning na 24 weken voor gehuwden
en kostwinners en na 18 weken voor kostgangers met 1.
en de kindertoeslag met 0.15 wordt verminderd (No. 51),
inzake verstrekking van een brandstoffenbijslag van ƒ1.
of een waardebon van 1.in plaats van brandstoffen in
natura (No. 52), tegenover de voorstellen van den heer de
Beede inzake de voorgestelde subsidieverlaging van 15 op
kosten van ziekenverpleging in de wijkgebouwen (No. 53),
om de waarde van de oude bezittingen van de Electriciteits-
fabriek niet ten laste van het Vernieuwingsfonds af te schrij
ven (No. 54), en om in 1933 achterwege te laten de toevoeging
ad 2 aan de vernieuwingsfondsen der gas- en electriciteits-
fabriek, bedoeld in art. 29 van de Bedrijfsverordening (No. 55).
Spreker stelt voor het voorstel van den heer de Beede
(No. 56), om niet over te gaan tot indeeling van de gemeente
in de tweede klasse van de gemeentefondsbelasting, in handen
van Burgemeester en Wethouders te stellen om praeadvies.
Dit komt dan aan de orde bij het voorstel van het College.
W ordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van den Voorzitter besloten.
De A oorzitter zegt, dat het College afwijzend staat tegenover
het voorstel van den heer Verweij (No. 57), inzake het in
gemeentebeheer brengen van de Leidsche Duinwater Maat
schappij en tegenover het voorstel van den heer Huurman
(No. 59), inzake verwerping van volgnummer 272, subsidie
aan de Leidsche Politie Sportvereeniging.
Spreker stelt voor, de motie van den heer Coster (No. 60),
inzake het eventueel toekennen van een gratificatie aan de
leden van het Leidsch Muziekcorps te stellen in handen van
Burgemeester en Wethouders om praeadvies.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van den Voorzitter besloten.
De Voorzitter zegt, dat het College afwijzend staat tegenover
<de voorstellen van den heer van Eek, inzake toekenning van
Gemeentebegiooting Algemeene Beschouwingen.
(Voorzitter e.a.)
600.subsidie aan de plaatselijke drankbestrijdersver-
eenigingen (No. 62), inzake verhooging van de bijdrage in
de kosten van onderhoud van den Leidschen Hout tot
5.000.(No. 63), inzake handhaving van het lidmaatschap
van Het Nederlandsch Wegencongres (No. 64), inzake hand
having van het lidmaatschap van de Vereeniging tot bevor
dering van de instandhouding van eigen autowegen voor snel
verkeer in Nederland (No. 65), inzake handhaving van de
bijdrage aan het Comité van Actie voor het maken van
propaganda voor een goed bruikbaar wegennet in Neder
land (No. 66), inzake handhaving van het lidmaatschap van
de vereeniging Hendrik de Keyser (No. 67), inzake hand
having van het lidmaatschap van het Instituut Stad en
Landschap van Zuid-Holland (No. 68), tegenover het voorstel
van den heer Kooistra tot handhaving van het lidmaatschap
van het Nederlandsch Instituut voor Volkshuisvesting en
Stedenbouw (No. 69), en tegenover het voorstel van den heer
Koole tot handhaving van het subsidie aan de zweminrichting
„de Zijl" (No. 70).
Spreker vraagt den heer Verweij zijn voorstel (No. 71),
inzake handhaving van het subsidie aan het Leidsch Muziek
corps in te trekken. Het College is bereid binnenkort een
voorstel te doen om een subsidie te geven aan den Bond van
fanfaregezelschappen en muziekcorpsen, teneinde dien een
aantal concerten te doen geven in de verschillende parken
van de gemeente; het College zal dan daarvoor geld bij den
Baad aanvragen.
De heer Verweij trekt onder die omstandigheden zijn voor
stel in.
Aangezien het voorstel (No. 71) van den heer Verweij,
luidende
„Ondergeteekende stelt voor, liet subsidie aan het Leidsch
Muziekcorps 547a te handhaven",
is ingetrokken, maakt het geen onderwerp van beraadslaging
meer uit.
De Voorzitter zegt, dat het College afwijzend staat tegenover
het voorstel van den heer Verweij (No. 72), inzake handhaving
van het subsidie aan het Nederlandsche Schoolmuseum,
tegenover de motie van den heer Bergers (No. 74), om den
pensioenaftrek voor het geheele gemeentepersoneel te brengen
°P 3 e» tegenover het voorstel van den heer Wilbrink
(No. 75), inzake het geven van 300.subsidie aan de
plaatselijke drankbestrijdersvereenigingen.
Spreker stelt voor het voorstel van den heer Wilbrink
(No. 76), inzake verleening van 300.subsidie aan het
consultatiebureau voor moeüijke kinderen, te stellen in handen
van Burgemeester en Wethouders om praeadvies.
WTordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van den Voorzitter besloten.
De Voorzitter zegt dat het College afwijzend staat, tegenover
het voorstel van den heer Kuipers (No. 77), inzake uitkeering
aan het personeel van de zweminrichting „Bijn en Schie-
kanaal" van de ingehouden korting over 1932, en tegenover
de voorstellen van den heer Manders, inzake verleening van
een bijdrage van 10.aan het Comité tot bestudeering en
bestrijding der iepziekte (No. 78), inzake handhaving van het
lidmaatschap van Het Nederlandsche Wegencongres (No. 79)
en inzake handhaving van het lidmaatschap van de Ver
eeniging tot verbetering van den Ouden Bijn (No. 80).
De Algemeene Beschouwingen worden gesloten.
De Voorzitter stelt voor alsnu over te gaan tot de stemming
over de bij de Algemeene Beschouwingen behandelde voor
stellen en moties, alsmede over de voorstellen betreffende
de subsidies.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt aldus
besloten.
Het voorstel van den heer Knuttel (No. 1), luidende:
„Ondergeteekende stelt voor, aan het bestuur van de
openbare leeszaal Keuvens den eisch te stellen, dat het dag
blad de Tribune daar weder wordt ter lezing gelegd",
wordt verworpen met 23 tegen 12 stemmen.
Tegen stemmen: de heeren Wilbrink, Bosman, Wilmer,
de Beede, Huurman, Simonis, van Eosmalen, Meijnen, van
Es, Coster, Vos, van Tol, Beekenkamp, van Eecke, Eikerbout,
van der Beijden, Tepe, Splinter, Goslinga, Bomijn, Manders,
Donders en Bergers.
Vóór stemmen: de heeren Verweij, Groeneveld, Knuttel,
van Eek, Vallentgoed, Kuipers, mevrouw Braggaarde Does,
de heer van Stralen, mevrouw de Clerde Bruijn, de heeren
Koole, Schüller en Kooistra.