VRIJDAG 17 FEBRUARI 1933.
131
Voortzetting van de geschorste openbare vergadering van
13 Februari 1933, op Vrijdag 17 Februari 1933,
des namiddags te 2 uur.
Voorzitter:
de heer Burgemeester Mr. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN.
Thans zijn afwezig de heerenvan Rosmalen, van Es en
Simonis.
Voortgezet worden de Algemeene Beschouwingen over de
begrooting van inkomsten en uitgaven der gemeente voor
den dienst 1933.
De Voorzitter geeft allereerst het woord aan den heer Tepe.
Den heer Tepe heeft zijn zucht om records te verbeteren
gisteravond een kleine poets gebakken; hij is n.l. tengevolge
daarvan in gebreke gebleven te antwoorden op de opmerkingen
van den heer Schüller speciaal ten aanzien van de salarieering
van het personeel van het Radio-Distributiebedrijf. Spreker
stelt er te meer prijs op dit verzuim goed te maken, omdat
de heer Schüller niet zonder ironie deze zaak hier ter sprake
bracht en op eenigszins sarcastische wijze besproken heelt.
De heer Schüller heeft n.l. de opmerking gemaakt, dat de
salarisregeling geen groepen A, B en C kent, maar dat het
Radio-Distributiebedrijf zich aan de salarisverordening niet
gestoord heeft en toch de groepen A, B en C, in het leven
geroepen heeft, aldus willekeurige salarieering toepassende.
Dit is onjuist. Spreker erkent, dat de salarisverordening
geen indeeling in de groepen A, B en C kent, maar een
voudig heeft 6 loongroepen. Deze indeeling in A, B en C
is echter ook niet een officieele, maar een, die de directeur
van dit bedrijf voor zich zelf als leidraad gemaakt heeft,
omdat het speciaal bij zijn dienst noodige personeel niet met
name was onder te brengen bij een van de in de salaris
verordening genoemde categorieën; dit personeel paste in
geen van die benamingen. Toen heeft hij zich een indeeling
gemaakt, naar gelang van de aan dat personeel gestelde
eischen, in de groepen A, B en C en nagegaan, met welke
groep van de salarisverordening deze indeeling het beste
correspondeerde en hij heeft daarnaar de loonen vastgesteld.
Dat was het gevolg van het feit, dat men hier te maken
heeft met een bedrijf en een personeel, die niet op te nemen
waren in de bestaande indeeling volgens de salarisregeling.
Aanvankelijk correspondeerde groep G met groep 3 van
de salarisverordening. Men is echter langzamerhand tot de
conclusie gekomen, dat de personen, die aanvankelijk in
groep 3 waren aangesteld, in groep 4 behoorden gerang
schikt te worden. Yan eenige personen in groep C, die gesa
larieerd worden met 30.is komen vaststaan, dat zij be-
hooren in groep 4. Op het oogenblik zijn zij nog niet
daarbij ingedeeld en men heeft spreker niet den datum mede
gedeeld, waarop het zal gebeuren.
Er zijn 7 leerlingen, die nog niet onder de salarisverorde
ning vallen.
Tot groep A behooren 8 personen, wier salaris 25.
bedraagt, terwijl het contractloon is f 19,20.
Tot groep B behooren 17 personen, wier salaris van/27.50
tot 30.loopt, terwijl het contractloon 26,40 is.
Degenen, die tot de groepen A en B behooren, ontvangen
derhalve meer dan 4/6 van het minimumloon van de groepen,
waarin zij behooren geplaatst te worden.
Tot groep C behooren 5 werklieden, wier loon 30.is,
terwijl het contractloon in het bedrijf 33,50 bedraagt. Zij
ontvangen dus te weinig, wanneer men aanneemt w ttot
nu toe niet vaststaat dat zij behooren ingedeeld te
worden bij groep 4, zooals ook de Directeur van het Radio-
Distributiebedrijf schijnt te meenen. Wanneer blijkt, dat deze
werklieden inderdaad in een te lage groep zijn geplaatst of
te laag zijn gesalarieerd, zal spreker deze zaak met den
Directeur nader onder de oogen zien.
De heer Schüller merkt op, dat hiermede is komen vast
staan, dat toen de Wethouder interrumpeerde, dat het
contractloon aan deze arbeiders werd betaald, die interruptie
niet juist was.
De heer Tepe zegt, dat de heer Schüller hem misschien
verkeerd begrepen heeft. Misschien was de interruptie niet
zoo, dat de heer Schüller haar kon begrijpen.
De heer Schüller merkt op, dat hij volgens de heeren zich
zeker weer vergist heelt.
De heer Tepe onderstelt niet a priori, dat de heer Schüller
zich vergist, maar dan moet deze ook niet a priori aannemen,
dat spreker zich vergist.
De heer Schüller sprak over het contractloon en toen
Gcmecntebegrooting Algemeene Beschouwingen
(Tepe e.a.)
merkte spreker op, dat het betaald werd. Het wordt natuurlijk
betaald volgens het besluit van Burgemeester en Wethouders,
dat door den Raad gesanctionneerd is en waarbij is bepaald,
dat het niet meer bedraagt dan 6/s van het minimumloon.
Wanneer het contractloon er beneden blijft, wordt het minimum
loon in ieder geval betaald, gaat het er boven uit, dan hebben
Burgemeester en Wethouders niet de bevoegdheid een hooger
loon dan 5/5 van het minimumloon te betalen.
De heer Schüller: Neen!
De heer Tepe: Waarop slaat dat »neen"?
De heer Schüller bedoelt, dat Wethouder van der Pot
heeft toegezegd, dat het contractloon betaald zou worden en
daarop heeft Wethouder Tepe gezegd, dat het betaald wordt.
De heer Tepe zegt, dat het hem weinig interesseert of
Wethouder van der Pot het gezegd heeft.
Een feit is, dat dit en ook het vorige College deze circulaire
heeft laten uitgaan en dat daarop altijd hier de loonregeling
van het losse personeel gebaseerd is geweest, ook met mede
weten van den Raad.
De heer Schüller zegt, dat die circulaire in strijd was met
een raadsbesluit; de heer Tepe moet zich dus niet beroepen
op die circulaire, die het College verkeerd gesteld heelt, maar
hij moet vasthouden aan dat raadsbesluit.
De heer Tepe ontkent ten sterkste, dat die circulaire in
strijd is met een raadsbesluit.
De heer Splinter zegt, dat naast vele woorden van waar
deering ook vele woorden van critiek tot het College zijn
gesproken. Ook spreker is de critiek niet bespaard. Uiteraard
is het in deze tijdsomstandigheden moeilijk het ieder naar
den zin te maken. Zoo wordt door de eene groep de sterkst
mogelijke bezuiniging voorgestaan en gaat het College in dit
opzicht niet ver genoeg, terwijl anderzijds wordt aange
drongen op voteering van gelden voor uitvoering van allerlei
werken. Natuurlijk is het niet mogelijk beide groepen geheel
te bevredigen.
Volgens den heer Groeneveld heeft de reorganisatiecommissie
voor de brandweer niet tot taak om na te gaan de vraag, of
aan de brandweer ook de hulpverleening in noodgevallen
opgedragen kan worden; hij vraagt die commissie ook dit punt
te doen onderzoeken. Dit acht spreker echter niet noodig,
omdat bij de verdere behandeling van het rapport van die
reorganisatiecommissie dit punt zeker door het College onder
oogen zal worden gezien. In het reorganisatierapport is de aan
schaffing van eenig hulpmaterieel voorzien met hetwelk even
tueel ook andere hulp dan die bij brand kan worden verleend.
Spreker heeft zich nog eens ten overvloede in verbinding ge
steld met den Commissaris van politie te Delft, in welke ge
meente politie en brandweer zijn samengevoegd; in die gemeente
bestaat ongeveer dezelfde regeling die spreker zich heeft gedacht.
Spreker heeft gisteren stom van verbazing geluisterd naar
de rede van den heer Schüller, die in zijn betoog, dat bijna
3£ uur heeft geduurd, niet alleen Gemeentewerken heeft
behandeld, maar ook vele andere zaken, die reeds door zijn
fractiegenooten waren besproken. Spreker heeft zich dan ook
afgevraagd: wie is eigenlijk de leider van de sociaal-demo
cratische raadsfractie?
Hetgeen de heer Schüller over Gemeentewerken heeft gezegd,
alsmede de wijze, waarop hij meende het in het midden te
moeten brengen, is beneden alle critiek. Een woord van
ernstig protest hiertegen is dan ook zeker op zijn plaats. Als
de heer Schüller meent het gemeentebelang te dienen, door
dezen dienst door het slijk te sleuren, moet hij er in dit
opzicht wel bijzondere opvattingen op nahouden.
Ieder, die dezen dienst van nabij kent, zal het met spreker
eens zijn, dat hij zeer goed lunctionneert, dat de leiding in
goede handen is en het personeel berekend is voor zijn taak.
De uitdrukking van den heer Schüller, dat het een janboel
is, is zeer misplaatst en spreker protesteert daartegen ten
sterkste.
Volgens den heer Schüller zouden er ambtenaren bijgeko
men zijn, omdat de dienst niet goed functionneerde. Dat is
volkomen onjuist: die ambtenaren had men noodig, met het
oog op de uitbreiding van dien dienst. Aangesteld zijn een
hoofdambtenaar voor de administratie en aangezien spreker
prijs stelt op goede ambtenaren en eerste klasse krachten
in de vacature van ingenieur 2e klasse een ingenieur le
klasse. Inmiddels is ook het salaris van den adjunct-directeur
verhoogd.