70
DINSDAG 14 FEBRUARI 1933.
Gemeentebeqrootinq Alqcmeene Beschouwinqen.
(Wilbrink.)
met 15% van de huren der gemeentewoningen voor arbeiders,
merkt spreker op, dat deze woningen zijn ondergebracht in
een stichting, die zorgen moet voor een sluitende begrooting.
Aan de moeilijkheden, hieraan verbonden, zou men echter
kunnen tegemoet komen. Een andere zaak is evenwel, dat
de huren van de gemeentewoningen niet het hoogst zijn. De
huur van tal van arbeiderswoningen, gebouwd met geld van
het Rijk, dat in annuïteiten moet worden terugbetaald, is
belangrijk hooger. Indien men voor de gemeentewoningen een
algemeene huurverlaging doorvoerde, zou men ook steun ver-
leenen aan personen, voor wie dit niet strikt noodzakelijk is.
Aan hen, die in eigen levensonderhoud kunnen voorzien, mag
de overheid geen cadeautjes geven uit de overheidskas.
Spreker zal thans niet behandelen de voorstellen, die be
trekking hebben op den dienst van Maatschappelijk Hulpbetoon.
De zaken, die daarin zijn aangeroerd, komen alle ter sprake
bij de behandeling van het reorganisatie-rapport. Bij die ge
legenheid kan de Raad de beslissingen nemen, die hij nuttig
en wenschelijk acht.
Wat betreft het voorstel van den heer Kooistra tot het in
het N. O. gedeelte der stad aanleggen van straten en het
bouwrijp maken van gronden, mede in verband met de daar
aanwezige industrieterreinen, merkt spreker op, dat eerst
sprake zal kunnen zijn van industrieterreinen, wanneer de
gronden verbinding hebben met waterwegen en spoorwegen.
Aangezien deze nog niet bestaan en de aanleg in de naaste
toekomst niet zal plaats hebben, kan men moeilijk spreken
van industrieterreinen. De kapitaalsuitgaven, die noodig zijn
voor de bestrating, mogen niet op willekeurige en te ruime
wijze worden gedaan, aangezien zij anders de gemeente-
financiën te zwaar zullen belasten.
Ook zonder dat spreker het zegt, zal de heer Schüller wel
gelooven, dat spreker geen voorstander is van het uitvoeren
van alle straatwerk en het vervoer van alle materialen van
Gemeentewerken in eigen beheer.
Spreker kan begrijpen, dat de heer Schüller voorstelt, den
bouwgrond, welke bebouwd zal worden met arbeiderswoningen,
tegen een lager bedrag dan den kostenden prijs verkrijgbaar
te stellen, maar het ontgaat spreker ten eenenmale, waarom
de heer Schüller zijn desbetreffend voorstel beperkt tot den grcnd,
waarop door arbeiderswoningbouwvereenigingen arbeiders
woningen zullen worden gebouwd.
Vaststaat, dat ook de particulieren, indien de gemeente
voor hen grond tegen een lager bedrag dan den kostenden
prijs verkrijgbaar stelt, arbeiderswoningen op dien grond
zullen bouwen. De gemeente zou daarmede geen juiste politiek
volgen. Het is wel juist, dat zij op gronden, bestemd voor
den bouw van arbeiderswoningen, geen winst maakt. Het is
ook uit een oogpunt van een juist commercieel beheer niet
goed, dat de gemeente begint met het verleenen van subsidie.
Mevrouw Braggaarde Does heeft voorgesteld aan het
consultatiebureau voor moeilijke kinderen het gevraagde
subsidie van 600.te verleenen. Dit voorstel heeft sprekers
sympathie. Dit consultatiebureau kan voor de gemeente van
zeer groot nut en van zeer groot belang zijn. De Wethouder
heeft er de vorige vergadering op gewezen, dat er zoo weinig
medewerking was, maar het is spreker toch bekend, dat
enkele bijzondere schoolbesturen dit consultatiebureau eeniger-
mate financieel zullen trachten te steunen.
Met het oog op de tijdsomstandigheden wenscht spreker
echter niet zoover te gaan als mevrouw Braggaar; die ver-
eeniging zal ook, waar het een nieuw arbeidsveld betreft,
alle krachten moeten inspannen om ook van particuliere zijde
belangstelling voor haar werk te wekken. Spreker sluit zich
aan bij de argumenten van mevrouw Braggaar, maar stelt
voor, aan dit consultatiebureau een subsidie van 300.te
verleenen.
De heer van Eek stelt voor, optochten op Zondagmiddag met
muziek en banieren en openbare vermakelijkheden op lsten
Paaschdag, lsten Pinksterdag en lsten Kerstdag als regel toe
te staan. De christelijk-historischen zijn voorstanders van
Zondagsrust en Zondagsheiliging. Nu heeft de Burgemeester
kort geleden een wijziging gebracht in de toepassing van de
Zondagswet, waarbij op gewone Zondagen werd toegestaan
het geven van bioscoopvoorstellingen, waarvan echter zijn
uitgezonderd de genoemde christelijke feestdagen, die spreker
beschouwt als de hoogtijdagen van het christendom. Zonder
Kerstmis, Paschen en Pinksteren zou men geen christelijke
kerk kennen en zou men ook niet kunnen spreken van een
christelijk volk en van een christelijke natie. Al weet spreker,
dat dit eenigszins beperking heeft ondergaan, omdat voor
velen die naam niets meer beteekent, toch is Nederland z.i.,
ook in zijn onderdeelen, nog altijd een christelijke natie; daar
mede kan en moet de overheid als zoodanig rekening houden.
Spreker uit dan ook den wensch, dat althans deze bijzondere
hoogtijdagen ook in dit opzicht door het College zullen worden
Gemeentebegrooting Algemeene Beschouwingen.
(Wilbrink.)
vrijgehouden, en dat men op die dagen niet alleen kan spreken
van Zondagsrust, maar dat er ook meer gelegenheid zal zijn
tot Zondagsheiliging. Spreker doet een beroep op den heer
van Eek om ook deze hoogtijdagen te waardeeren; als de
S. D. A. P. een hoogtijdag viert, eischt zij dien ook eigenlijk
geheel voor zich op. De heer van Eek zegt nu, dat de sociaal
democraten dan de anderen toch vrijlaten; dat is tot op zekere
hoogte zoo, maar er is toch zeker ook door de sociaal-democraten
bezwaar tegen gemaakt, als 30 Apiil op een Zondag viel, dat
dan op 1 Mei de verjaardag van Prinses Juliana in het publieke
leven zou worden gevierd.
Ook voor dien dag als hoogtijdag stelt de S. D. A. P. dus
bijzondere eischen.
De Raadsleden, die bij de behandeling van de begrooting
voor 1932 hun stem hebben gegeven aan de motie, waarin
Burgemeester en Wethouders werden uitgenoodigd er bij den
Minister op aan te dringen, ook voor de gemeente Leiden de
hoogere steunnormen te doen gelden, zullen thans hun stem
aan het desbetreffend voorstel van den heer van Stralen niet
kunnen onthouden. Spreker zal er dan ook zijn stem aan geven.
De heer van Stralen maakt de werkloozen blij met een
doode musch, wanneer hij voorstelt de bepaling in het steun-
reglement, betreffende de vermindering van de ondersteuning
na zekeren tijd, voor bona fide werkloozen tijdelijk buiten
werking te stellen. Als de verbeterde steunregeling door de
Regeering wordt aanvaard, zal dit vanzelf geschieden. Aan
vaardt de Regeering de verbeterde steunregeling niet, dan
gebeurt ook dit niet.
Het desbetreffende voorstel van den heer van Stralen is
derhalve overbodig en kan ook niets uitwerken, waarom
spreker er zijn stem niet aan kan geven.
Meer sympathie gevoelt spreker voor het voorstel-de Reede,
om de voorgestelde subsidieverlaging van 15% op kosten van
ziekenverpleging in de wijkgebouwen te verwerpen.
Als spreker van iets, dat Burgemeester en Wethouders
hebben gedaan, verwonderd heeft gestaan, is het van het
indienen van hun voorstel om op deze kosten te bezuinigen.
Indertijd heeft men den wijkvereenigingen een subsidie van
1500.verleend, ten einde haar in staat te stellen het
salaris van de wijkzusters te betalen. De kosten van vuur,
licht en verbandmiddelen bleven voor rekening van de orga
nisaties. De gemeente heeft haar verpleegsters geplaatst in de
salarisschaal, die loopt van 1800.tot f 2100.Ook daarop
wordt wel gekort, maar niemand zal durven beweren, dat
een schoolverpleegster een moeilijker en zwaardere taak heeft
dan een wijkverpleegster, die vaak in allerlei bijzonder moeilijke
omstandigheden, bij nacht en ontijd haar werk moet ver
richten.
Men heeft voor dit werk een beroep moeten doen op de
publieke liefdadigheid, waarop deze arbeid altijd heeft moeten
steunen, maar die in dezen bijzonderen tijd zeer beperkt is.
Het spijt spreker, dat Burgemeester en Wethouders dit voor
stel hebben gedaan en spreker hoopt dan ook, dat zoo niet
met algemeene dan toch met bijna algemeene stemmen het
voorstel van den heer de Reede zal worden aangenomen.
De voorstellen van den heer de Reede betreffende de Gas-
en Electriciteitsfabriek, gaan in tegen het voorstel van de
commissarissen der Lichtfabrieken, die geen bezwaar hebben
tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders om op
het oogenblik een greep te doen in de reserves der Licht
fabrieken. Men zou kunnen spreken van een versnelde aflossing,
waardoor de winst grooter wordt.
Spreker zal nu niet achteraf met het voorstel van een
partijgenoot, hoe gaarne hij overigens hem ook steunt, mee
gaan hij heeft zeer bewust aan het voorstel van Commis
sarissen medegewerkt; al acht de heer Bosman dit besluit
verkeerd, er moet en er moest geld zijn; zoodoende zijn zij
over die bezwaren heengestapt. Volgens den heer Bosman
krijgt men hierdoor geen geld; spreker weet ook, dat het
eigenlijk een overschrijving van cijfers is, maar men moet toch
ook wel eens met overschrijving van cijfers financieren, vooral de
gemeente, maar daartoe moet men dan toch eerst toestemming
hebben; anders heeft men geen recht otn die uitgaven te
doen en het geld ter beschikking van den gewonen dienst
te stellen. De gelden zijn tijdelijk belegd voor kapitaalsuit
gaven en daarvoor kan dan geleend worden. Spreker erkent,
dat het een overschrijving van cijfers is en dat daarmede
niet direct geld in het laadje komt; in elk geval zijn dit
echter reserves, als zoodanig gevormd en geboekt; in de
gegeven omstandigheden kan de Raad een enkelen keer daar
toe medewerken; spreker hoopt, dat niet meer een beroep zal
moeten worden gedaan op de bedrijfsreserves. Spreker is het
niet eens met hen, volgens wie de reserves zijn gevormd voor
tijden van nood, en in het geheel niet gerekend moet worden
met hun bestemming, maar de gemeente daarover elk oogen
blik naar willekeur kan beschikken. Volgens den heer Verweij