38
MAANDAG 13 FEBRUARI 1933.
Gemeentebegrooting.
(van Eek e.a.)
XIV. Praeadvies op het voorstel van den heer Bergers, in
zake het kosteloos wegen van op het Openbaar Slachthuis
geslacht vee en deelen daarvan.
(Zie Ing. St. No. 44.)
Voorts te behandelen bij volgn. 507 der Uitgaven punt
15 der agenda:
XV. Praeadvies op het voorstel van Mevrouw Braggaar
de Does, in zake de verstrekking van sckoolpantofïels aan
kinderen, welke schoolvoeding en kleeding ontvangen.
De heer van Eek wenscht te beginnen met een woord over
iets, dat wel niet direct, maar toch wel zijdelings in verband
staat met de taak, die de raadsleden in deze gemeente
hebben te vervullen. Zij allen werken mede aan het gemeente
belang op de wijze, die zij in overeenstemming achten met
hun opvattingen en beginselen; de sociaal-democraten trach
ten daardoor ook op hunne wijze bij te dragen tot verhooging
van het geluk van en tot vermijding van leed voor de mede
ingezetenen. In het bijzonder trachten zij ook door middel
van het socialisme te brengen eenige verzachting van het
leed en spreker kan hier niet anders dan een woord van
krachtig protest uitspreken tegen de afschuwelijke en bar-
baarsche wijze van optreden dezer dagen van de Neder-
landsche Regeering tegen „De Zeven Provinciën".
De Voorzitter verzoekt den heer van Eek niet dergelijke
uitdrukkingen tegenover de Regeering te gebruiken.
De heer van Eek acht de wijze van optreden van de
Regeering een schandaal en zoo onmenschelijk, dat spreker
niet kan nalaten vanaf deze plaats daarover zijn oprechte
en vurige verontwaardiging uit te spreken.
De heer Wilbrink: Ben je het kwijt?
De heer van Eek zegt, dat het toch heel goed is, dat het
gezegd is.
De sociaal-democraten achten het hun plicht om evenals
andere jaren bij het behandelen der gemeentebegrooting hun
opvattingen in zake de gemeente-politiek te plaatsen tegen
over de burgerlijke opvattingen zooals die door Burgemeester
en Wethouders met de meerderheid van den Raad werden
verkondigd en toegepast.
Zij moeten dat doen, eenerzijds om te rechtvaardigen hun
houding hier in den Raad, die zij niet telkens uitvoerig kunnen
motiveeren en verdedigen en anderzijds omdat zij hun raads
lidmaatschap ook willen gebruiken voor de socialistische
propaganda; deze eischt, dat tenminste eenmaal in het jaar
duidelijk en vollediger dan op andere tijdstippen mogelijk
is, het socialistisch doel wordt uiteengezet cn verklaard. Die
uiteenzetting geschiedt door de sociaal-democraten jaarlijks,
onverschillig of de verkiezingen dichtbij of veraf liggen en
in denzelfden geest, onverschillig of de verkiezingen hebben
plaats gehad of moeten plaats hebben, al spreekt het vanzelf,
dat komende verkiezingen daaraan een grootere beteekenis
verleenen.
Raadsverkiezingen zijn vooreerst niet te wachten. Er staan
echter andere verkiezingen voor de deur en ook deze geven
aan de begrootingsdebatten meerdere beteekenis, omdat in
de buitengewone omstandigheden van nu de werkzaamheid
van gemeente en Staat meer en meer ineenvloeien en het
streven om het kapitalisme te behouden of te vernietigen
zoowel bij de verkiezingen voor de gemeente als voor het
Rijk de houding van de strijdende partijen zal bepalen.
Bij de komende Kamerverkiezingen zal het Nederlandsche
volk ook oordeelen over de gemeente-politiek, die de ver
schillende politieke partijen de laatste jaren hebben gevoerd.
Niet minder dan de Rijkspolitiek zal de gemeente-politiek
bepalen aan welke partij de Nederlandsche kiezer zijn stem
zal geven.
Men moet spreker niet misverstaan. Hij heeft gezegd, dat
de komende verkiezingen aan de uiteenzettingen hier meerdere
beteekenis geven. Uit dit meerdere valt af te leiden, dat de
sociaal-democraten niet alleen verkiezingspartij zijn en zij
hun houding niet alleen laten bepalen door verkiezings
doeleinden.
Het zou dwaasheid zijn om in dezen geweldigen tijd zich
alleen blind te staren op het bevorderen van verkiezings
successen. Yoor het veroveren van de politieke macht door
het proletariaat, voor het rijp maken, voor het opvoeden
van de bevolking voor het socialisme, is de parlementaire
arbeid alleen niet voldoende. Daartoe is ook buiten-parlemen
taire arbeid vereischt. Het wassen in aantal en in vastheid
van wil van de aanhangers van het socialisme, de zelf-
Gemecntebegrooting Algemeene Beschouwingen,
(van Eek e.a.)
opvoeding van de socialistisch-gezinden tot socialistische
gemeenschaps-menschen, vervuld van gevoelens van kame
raadschap en saamhoorigheid, kunnen niet alleen door parle
mentaire middelen verkregen worden. Werkzaamheid en
krachtsinspanning op gansch ander terrein zijn daarvoor
vereischt.
Het politiek optreden van de sociaal-democraten kan
daartoe opwekken en daarin voorlichting geven.
Met deze inleidende woorden heeft spreker reeds te kennen
gegeven, dat naar zijn oordeel de werkzaamheid van de
sociaal-democraten op gemeentelijk gebied zich veel verder
uitstrekt dan in het nastreven van gemeentelijke doeleinden.
De sociaal-democratische gemeente-politiek maakt een onder
deel uit van de algemeene socialistische doeleinden, n.l. de
bevordering van de komst van het socialisme, waarmede ten
nauwste in verband staat de bescherming van het proletariaat
tegen de geestelijke onderdrukking en de stoffelijke uitbuiting
van het kapitalisme.
De sociaal-democratische gemeente-politiek wordt dus ge
heel beheerscht en is volkomen afhankelijk van de politiek-
economische omstandigheden waaronder zij wordt gevoerd.
De hedendaagsche economische toestand is eenerzijds
wanhopig, anderzijds krankzinnig.
De onvoldoende inkomsten, de toenemende werkloosheid
maken velen wanhopig. Het is krankzinnig, dat zoovelen
gebrek lijden, terwijl er nagenoeg van alles overvloed is. De
menschheid lijdt gebrek in het gezicht van den overvloed.
Geen natuurlijke oorzaken brengen kommer en leed over de
menschheid. Het is hier de inrichting der maatschappij, die
faalt, die verouderd is, die niet meer beantwoordt aan den
technischen vooruitgang, aan de maatschappelijke behoeften.
De heer Bosman vraagt of het in Rusland dan anders is.
De heer van Eek zegt, dat men in Rusland tenminste
tracht orde te scheppen; hier sticht men echter wanorde.
Het kapitalisme is geestelijk dood. Het heeft zich zelf
overleefd. De nieuwe, kom'ende maatschappij-vorm, de
socialistische, die orde en gerechtigheid zal brengen, die zal
steunen op kameraadschap en menschenliefde, roept spreker
en de zijnen.
De sociaal-democraten kunnen zonder deze omstandigheden
hun gemeentelijke taak niet anders vervullen dan door deze
mede en in de eerste plaats dienstbaar te maken aan de
propaganda voor het socialisme.
Het aantal van hen, die het vertrouwen in het kapitalisme
verloren hebben, is groot. Hun allen moeten de socialisten
brengen het geloof en het vertrouwen in het komende
socialisme.
Men kan echter de vraag stellen: zal het kapitalisme zich
niet weder oprichten en zullen na deze crisis geen toestanden
komen, die bij velen het vertrouwen in het kapitalisme
zullen herstellen?
Hi -rbij moet men onderscheiden de tijdelijke crisis en
den blijvenden depressie-toestand.
De crisis, waarin men nu verkeert, gaat voorbij, evenals
elke crisis. Het is zelfs mogelijk, dat zij voorbijgaat zonder
dat zulks op de menschen veel indruk maakt. Een crisis is
een diepte- of hoogte-punt, een keerpunt in de maatschap
pelijke verhoudingen. Het kapitalisme kent afwisselend zijn
tijdperken van bedrijfsdrukte en -slapte. Zulks hangt samen
met het winstkarakter der kapitalistische maatschappij, dat
in tijden van maatschappelijken opgang prikkelt tot over
matige voortbrenging en daardoor de z.g. over-productie
in het leven roept. Dat in tijden van maatschappelijken
neergang aanzet om de productie in te krimpen en daardoor
de werkloosheid in het leven roept.
Had men thans alleen te maken met een gewone, maat
schappelijke crisis, dan kon men aannemen, dat deze binnen
een niet te lang tijdsverloop een einde zou nemen en zou
volgen een tijdperk van bedrijfsdrukte, dat zich in hooge
mate gunstig zou onderscheiden van het nu beleefde tijdperk.
Te verwachten ware dan, dat de werkloosheid met al
haar verderfelijke en wanhopige gevolgen, zooal niet zou
verdwijnen, dan toch tot geringe verhoudingen zou worden
teruggebracht. Naar het oordeel van spreker is van het
einde der crisis wel een betrekkelijke verbetering van den
economischen toestand, maar niet een algemeene verleven
diging te wachten. De ongunstige, economische toestand
wordt n.l. niet alleen veroorzaakt door de tijdelijk heer-
schende crisis, maar door een veel machtiger factor van
blijvenden aard, de tegenstelling tusschen het economisch
verterings ver mogen van de groote massa der bevolking en
het maatschappelijk productie-vermogen. Het heeft altijd in
de bedoeling gelegen van het kapitalistisch stelsel om de
loonen zoo laag mogelijk te houden, teneinde de winsten