MAANDAG 13 FEBEUAEI 1933. 53 Gemeentebegrooting Algemeene Beschouwingen. (Braggaarde Does.) van 14.50, alleen van de kinderen, wordt toch de steun afgewezen. De Wethouder zal spreekster moeten toegeven, dat men op die manier veel gedwongen huwelijken krijgt, omdat de verloofde kinderen te lang thuis moeten blijven en niet kunnen huwen, waar zij al hun inkomsten moeten afgeven. Spreekster is niet tegen ondersteuning van de ouders door de kinderen, integendeel, maar door dezen toestand krijgt men de gedwongen huwelijken; hieraan zijn dus vele bezwaren verbonden. In den handel is het zeer slecht, maar hoeveel slechter is het dan niet in den straathandel; in het begin hebben velen, die geen werk konden krijgen, zich op den handel toegelegd; door het groote aantal daarvan en door de geringere koopkracht van het publiek is de toestand voor hen zeer moeilijk. Nu is in Leiden het venten vrij, maar door den lagen steun en vele werkloosheid met het gevolg geringe koopkracht, worden de menschen gedwongen in andere plaatsen te gaan venten. In Katwijk moeten zij per dag daarvoor 0.25 betalen, een groote uitgave voor hen; iemand, die muziek langs den weg wil maken, moet in Oegstgeest 0.25 betalen; na aftrek van reisgeld en ver gunningsrecht blijft er zeer weinig voor hem over. Een ventvergunning in Warmond kost 0.50. Voor deze menschen is de tijd buitengewoon moeilijk. De lompenhandel is zeer slecht. Een zekere lompenkoopman kreeg 5.steun, maar dan moest hij met zijn stiefzoon samen stempelen. De daling van de waarde der lompen is schrikbarend; bovendien kunnen zij het dikwijls niet eens aan den man brengen. Koper is gedaald van 0 60 tot 0.14 per K.G.; oud goed van 0.40 tot 0.08. In den groentenhandel is het ook zeer slecht; Maatschappelijk Hulpbetoon heeft nog nooit zooveel aanvragen van groenten-kooplieden gehad als nu. De handelaren in tweedehandsch-meubelen klagen steen en been; zij hebben hun lasten en verplichtingen en de arbeiders, die vroeger bij hen inkoopen deden, uiteraard niet direct de best gesitueerde, zijn er slecht aan toe. Eenerzijds is het hun niet mogelijk in te koopen, doordat vele ingezetenen wat zij wegdoen aan het Brokkenhuis af staan; anderzijds worden velen door het Brokkenhuis van het een en ander voorzien op dit gebied. Daarom is ook voor deze handelsmenschen de tijd buitengewoon moeilijk. Vragen zij steun, dan worden zij na herhaalde aanvragen met 3.50 en in gunstig geval met 5.gesteund of wor den zij met 10.of 15.handelsgeld afgescheept. De straathandel doet niet anders dan de bedelarij in de hand werken en door een behoorlijke steunregeling zou het moge lijk zijn, zoowel in het belang van de menschen zelf als in dat van het publiek, aan die negotie of verkapte bedelarij een einde te maken. Allerwege hoort men de huisvrouwen klagen, dat de verzoeken om toch maar te koopen of iets te geven schrikbarend groot zijn. Wat de kwestie van de huishuren betreft, tegenwoordig moeten helaas tal van personen, die van Maatschappelijk Hulpbetoon vroeger geen gebruik behoefden te maken, bij die instelling aankloppen. Dat zijn menschen, die nu boven hun draagkracht wonen. In sommige gemeenten, zooals den Haag en Botterdam, wordt boven het steunbedrag een huurtoeslag gegeven, in dien zin, dat de huur boven de 3.50 wordt bijgepast tot 6.Een dergelijke maatregel moest noodzakelijk ook te Leiden worden ingevoerd, want wie iets dergelijks niet heeft medegemaakt, kan niet begrijpen welk een angst het voor een gezin medebrengt, wanneer het niet zeker is van het dak, dat het boven zijn hoofd heeft, en het gevaar loopt uit, zijn huis te worden gezet. Er wordt tot die menschen vaak gezegd: gaat maar naar een goed- koopere woning. Daarmede is men echter niet klaar, want het is bekend, dat er groote behoefte bestaat aan goed- koopere arbeiderswoningen. Het kan niet worden ontkend, dat die menschen in verhouding tot hun inkomen te veel verwonen, maar zij hebben zulk een woning vroeger ge huurd en zij kunnen er nu niet in slagen een goedkoopere te vinden. De steunbedragen zijn in het algemeen te laag. Hoewel men langzamerhand een neiging ziet ontstaan om bij de steunbedragen een vergelijking te maken met die van de gemeentelijke steun verleening, kan men toch van niet meer dan van een neiging spreken. Spreekster zal enkele voor beelden noemen en toetsen aan de werkelijkheid. Op 7 Februari j.l. werd een verzoek om een hoogere steun- uitkeering te krijgen, afgewezen; het gezin bestaat uit 12 personen en moet 5.aan huishuur en 1.98 aan fond- sengeld betalen; een zoon verdient 4.45 per week; de steun bedraagt 12.Een gezin, bestaande uit 12 personen, ontvangt dus 16.45, waarvan bijna 7.af moet. Spreekster heeft nog twee voorbeelden, de meest uiteen- loopende. Gemeentebegrooting Algemeene Beschouwingen. (Braggaarde Does.) Spreekster noemt een geval van een man alleen: steun 4.per week, huur en fonds 3.35; zeker 8 of 10 maal is zijn verzoek om verhooging van steun afgewezen. Dit gaat niet over 8 of 10 weken, maar tenminste over 18 weken, want met een nieuwe aanvrage moet altijd een week gewacht worden. Spreekster noemt een geval van een gezin van 3 personen, huishuur ƒ5.pakhuis ƒ3.50; de steun is nu 10.was vroeger 7.50; die menschen moeten nu leven van oud brood; alles wat beleenbaar is, is reeds beleend. Men zegge niet: er wordt geen honger geleden; bij groote gezinnen haalt de moeder de kinderen dikwijls vroeg uit bed, om oud brood te halen bij den bakker, aangezien men per persoon niet meer dan voor 0.10 oud brood kan krijgen; die kinderen moeten dan om 6 uur 's morgens in de rij gaan staan. Wel een bewijs, dat het geen weelde is. Alleenstaande personen krijgen, niet in de slechtste gevallen, ƒ5.—, in het gunstigste geval 6.waarvan zoo'n volwassen man dan kostgeld, kleeren en alles betalen moet. Aan meubelen, kleeren en beddegoed is veel gebrek; lakens en sloopen worden bij Maatschappelijk Hulpbetoon niet verstrekt, maar als luxe beschouwd. Deze verstrekking is door spreekster uitvoerig daar verdedigd; men weet echter vooruit, dat voorstellen van de 2 sociaal-democraten in Maatschappelijk Hulpbetoon weinig kans van slagen hebben; hiervóór stemden 3 leden; gelukkig was ook de dokter in Maatschappelijk Hulpbetoon hiervoor. Op spreeksters vraag, of de andere leden het dan ook zonder lakens en sloopen deden, werd geantwoord, dat men bij die menschen niet anders vindt en dat die het zoo gewend zijn. Dit bewijst wederom den grooten afstand tusschen deze leden en de arbeidersanders zouden zij wel weten, dat het overgroote deel van de arbeiders tegenwoordig gelukkig, evenals de bourgeoisie zelf, gebruik maakt van lakens en sloopen. Men zegt dikwijls: groote gezinnen zijn een zegen; die worden dan als voorbeeld gesteld. Dat is mogelijk, zoolang er welstand is, maar zoodra men bij Maatschappelijk Hulp betoon komt, zijn groote gezinnen integendeel een ramp. Gezinnen met 10 a 12 kinderen krijgen 12.50 of 15. steun. Neem b.v. 15.steun, toch niet laag en dan 10 of 12 kinderen. In weeshuizen, waar de kinderen toch ook niet zoo luxueus worden opgevoed, rekent men voor de verzorging van een kind 7.per week en in Maatschappelijk Hulp betoon meent men, dat kan worden volstaan met het door spreekster genoemde bedrag. Over den stempeldwang kan spreekster zeer kort zijn. De stemming in de vorige vergadering heeft doen zien, hoe in het algemeen over dien dwang wordt gedacht. Spreekster blijft het afkeuren, dat men oude menschen voor 2. 2.50 of ƒ3.per week steun, dwingt twee keer per dag te gaan stempelen. Het komt ook voor, dat uit een gezin de vader en twee of drie zoons gedwongen worden twee keer per dag te stempelen, hetgeen te erger is, als men in aanmerking neemt, dat dat dikwijls geëischt wordt voor een klein bedrag aan steun. Daardoor wordt veel leed gebracht in de gezinnen, want, als een zoon op het uur, waarop gestempeld moet worden, den kop in den wind gooit en thuis blijft, wordt de steun van de ouders ingehouden. Spreekster dringt dus in deze op een mildere houding aan. Wanneer er over een tekort aan kleeding in een gezin wordt gesproken, wordt gewezen op het Crisis-Comité. Ook daaromtrent staan spreekster gegevens ten dienste. Herhaalde malen afwijzen behoort tot de gewoonte. Hoewel de menschen vroeger ook wel werden afgewezen, kwam men eindelijk tot de conclusie, dat zij het toch wel noodig zouden hebben. Thans worden de menschen afgewezen, omdat zij den vorigen keer ook afgewezen zijn en er sedertdien, zooals het dan heet, geen verandering in den toestand van het gezin is gekomen. Zoo werd ook een vrouw afgewezen, moeder van twee kinderen; sinds 7 jaar is de scheiding van tafel en bed uit gesproken; de man is uit de ouderlijke macht ontzet; de vrouw weet niet waar die man is, zelfs niet in welk land hij vertoeft. Omdat de scheiding nog niet is uitgesproken, kan zij met den man, die bij haar inwoont, niet trouwen en nu staat deze, die werkloos is, bij de gemeentelijke steun regeling niet als kostwinner, doch als kostganger bekend. Nu is die vrouw door ziekte buiten betrekking geraakt en heeft zich tot Maatschappelijk Hulpbetoon gewend om steun; de armbezoeker heeft haar een briefje afgegeven, van dezen inhoud: wij verwijzen u naar Uwen wettigen man. Er wordt hier om gelachen, maar men moet als moeder toch maar met 2 kinderen zitten en niet eens weten tot wien men zich moet wenden om hulp. Zoo is een gesteunde gestraft, omdat een ambtenares van Maatschappelijk Hulpbetoon zich onheusch tegenover hem had gedragen; daartegen heeft hij bezwaar gemaakt. Spreekster stelt als eisch, dat men als ambtenares in dienst van Maat-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1933 | | pagina 23