u MAANDAG 13 FEBRUARI 1933. Gemeentebcgrooting Algemeene Beschouwingen, (van Eek.) Op het gebied der levensmiddelenvoorziening is voor de sociaal-democraten prachtig werk te doen; zij weten hierbij op forschen tegenstand te zullen stuiten van allen, die in de vrije concurrentie, ook al brengt deze de grootst mogelijke verwarring en verspill ng, het toppunt van wijsheid zien. Zij hopen en vertrouwen, dat de verstandige regeling, door het groote algemeen belang gevorderd, die zij hierbij voor staan, ten slotte de groote meerderheid der bevolking zal bewegen om hen te steunen. In elk geval aarzelt spreker niet om wederom instelling van een levensmiddelendienst voor te stellen. Ook stelt spreker voor den Leidschen Hout in rechtstreeksch gemeentebeheer te brengen. Dat een particulier den grooten stoot heeft gegeven tot het in het leven roepen van den Leidschen Hout, dat vele particuliere giften zijn ingekomen om dit fraaie wandelpark te voltooien, beslist niet over den beheersvorm. De beslissende vraag is: wanneer wordt de meeste waarborg verkregen, dat dit park volledig aan zijn doel beantwoordt. Het antwoord moet beslist luiden: bij beheer door een publiek lichaam. Het is wonderlijk, welke een dogmatische angst in burgerlijke kringen bestaat tegen publiek beheer. Men heeft hier nu een park, aangelegd ten dienste der ingezetenen, dat alleen tot stand is kunnen komen en alleen in stand kan blijven door financieelen steun der gemeente; wat zou nu natuurlijker zijn dan dat het gemeentebestuur, belast met de verzorging der gemeentelijke belangen, ook dit park beheerde? Neen, dat mag niet volgens burgerlijke opvatting. De stichting, naar den wensch van een der gevers in het leven geroepen, moet het beheer blijven voeren. De angstvoorde democratie speelt hier den tegenstanders van publiek beheer parten. Alleen de gemeente kan den waarborg schenken, dat steeds de noodige middelen aanwezig zullen zijn om het park volkomen aan zijn doel te doen beantwoorden, want op dit gebied zijn nog verscheidene wenschen te vervullen: aanleg sportterreinen, stichting centraal gebouw, plaatsing van een muziektent. Voor uitbreiding en goed onderhoud is trouwens gemeentelijke steun onmisbaar. Een openbaar park kan alleen dan volkomen aan de wenschen der inge zetenen beantwoorden, wanneer deze door hun vertegen woordigers voldoenden invloed kunnen uitoefenen op inrichting en beheer van een dergelijk park en op de arbeidsvoorwaarden van hen, die het moeten onderhouden. Alleen uit angst voor de democratie kan men zich tegen inwilliging van dien wensch verzetten. Spreker heeft nog een voorstel ingediend om het subsidie voor onderhoud van den Leidschen Hout, die het vorig jaar op de begrooting was uitgetrokken, te handhaven en om niet te treden in het voorstel van het College, om dat bedrag te verminderen. Dit subsidie is toch al niet groot; het kost toch al moeite om met de bestaande bedragen het park behoorlijk te onderhouden; de gemeente is, ook in het belang der ingezetenen, verplicht te zorgen, dat de Leidsche Hout behoorlijk onderhouden blijft. Thans stelt spreker aan de orde de voorbereiding van invoering der medezeggenschap, die een uitvloeisel is van de democratie en een onmisbare aanvulling der politieke demo cratie; deze, de volksheerschappij, kan niet tot haar recht komen, wanneer zij niet insluit de economische democratie. De vrijheid, die de democratie poogt te brengen, is onvol ledig, als zij ook niet omvat de economische democratie, waarvan de medezeggenschap een bescheiden onderdeel is. Een goed beginsel leidt in de practijk niet steeds onmid dellijk tot goede resultaten; de school der ervaring moet ook op dit gebied op den duur de gewen schte uitkomsten brengen. De medezeggenschap komt en is niet tegen te houden; daaraan bestaat geen twijfel. Hoe degelijker voor bereid, hoe beter haar resultaten zullen zijn. Er bestaat trouwens reeds eenige practische ervaring omtrent de resul taten der medezeggenschap, die als technisch begrip niet bestrijkt het terrein der arbeidsvoorwaarden; dit blijft het terrein der vakvereenigingen. In 1930 heeft een commissie van onderzoek uit N. V. V. en S. D. A. P. verslag uitgebracht omtrent de resultaten der wettelijk geregelde medezeggenschap in Duitschland, Oosten rijk en Czecho-Slowakijezij vat haar oordeel als volgt samen „Uit de bedrijvigheid, door de ondernemingsraden aan den dag gelegd, kan worden vastgesteld, dat de wet op de onder nemingsraden in de door de commissie bezochte landen goed is geweest, al blijft er dan aan de wet nog wel het een en ander te verbeteren over. In het algemeen vervullen de ondernemingsraden hun taak, die belangrijk genoemd kan worden, uitnemend. Zij behartigen de maatschappelijke, sociale en cultureele belangen der arbeiders en Angestellten, met name houden zij toezicht op de uitvoering van de collectieve contracten; zij dragen zorg voor de uitbetaling Gemeentebegrooting Algcmecne Beschouwingen (van Eek.) van het overeengekomen loon, stellen de prijzen vast van stuk-, aangenomen of tariefwerk, controleeren of de werk nemers behoorlijk verzekerd zijn tegen ziekte, invaliditeit en ouderdom, zij sluiten met medewerking der vakbonden overeenkomsten, die de collectieve contracten aanvullen, met de werkgevers afzij dragen zorg voor de veiligheid en de hygiëne, zij vergezellen de arbeidsinspectie op haar rond gang door de fabrieken, zij hebben can tines onder hun beheer, onderhouden bibliotheken, zorgen voor cursussen, welke in schafttijd of na afloop van den werktijd in daarvoor inge richte lokalen in meerdere bedrijven gegeven worden, orga- niseeren lichtbeelden-voorstellingen, richten steunkassen op, waaruit financieele bijstand wordt verleend bij ziekte, be valling, overlijden, enz. Daarbovenuit komt de beteekenis van den ondernemings raad tot uiting, waar het geldt ontslag te voorkomen of te beperken. De arbeid, door den ondernemingsraad te verrichten, kan echter dan alleen goed verricht worden, wanneer de werk nemers sterk georganiseerd zijn en er een innig contact is tusschen vakvereeniging en ondernemingsraad. De vraag: heeft de ondernemingsraad eenigen invloed op voorgenomen rationaliseeringsmaatregelen wordt door ons positief met neen beantwoord. Heeft de ondernemingsraad, gelijk uit het rapport en de hierboven gegeven opsomming blijkt, belangrijken invloed op de voorwaarden, waaronder de werknemers werken, op de leiding van de onderneming mist hij dien zoo goed als geheel, want hoewel de leden van den ondernemingsraad hier en daar eenigen kijk op de onderneming krijgen, is hun invloed op de leiding van de onderneming van niet veel beteekenis. Dat geldt in het algemeen en evenzeer voor de vertegen woordigers in de raden van commissarissen. De ondernemers houden de werknemers-vertegenwoordigers zoo goed als altijd buiten de commercieele en technische leiding." Spreker heeft de conclusie van dit verslag zoo uitvoerig medegedeeld, omdat hieruit zoo duidelijk blijkt de beteekenis, ook de beperkte beteekenis van de medezeggenschap. Het doel van de medezeggenschap in het algemeen is om beter te verzorgen de belangen der werkers en om door het ver strekken van meerdere kennis van en meerderen invloed op den gang van zaken in het bedrijf den band te versterken tusschen de werkers en het bedrijf, hun belangstelling voor de uitkomsten van het bedrijf en daarmede hun verant woordelijkheid op te wekken. Dat doel wordt blijkens het verslag in de bezochte landen gedeeltelijk bereikt. Duidelijk komt in het verslag naar voren, hoe beperkt echter de be teekenis van de medezeggenschap is. Invloed op de rationali satie en op het algemeene bedrijfsbeheer konden de onder nemingsraden niet uitoefenen. In 1930 toen het onderzoek werd ingesteld en de crisis nog niet zoo hevig woedde als thans, kon mogelijk nog eenige invloed worden uitgeoefend op ontslag. Dat zal thans ook wel belangrijk zijn verminderd. De strijd voor de medezeggenschap maakt dus den socia- listischen bevrijdingsstrijd geenszins overbodig. Hij moet beschouwd worden als een onderdeel daarvan. De mede zeggenschap is een bescheiden stap in de richting van het democratische gemeenschapsbedrijf. Door de medezeggenschap worden de arbeiders en de bedienden opgevoed voor de econo mische democratie. Zij kunnen door middel van hun ver tegenwoordigers inzicht in het bedrijfsbeheer krijgen, wat hun eigen kennis en het belang der bedrijven ten goede zal komen. Op dit gebied hebben juist de publieke bedrijven een belangrijke taak te vervullen. Zij kunnen in dit opzicht een schitterend voorbeeld geven. Voor een deel hebben de publieke bedrijven zich onttrokken aan den invloed van het kapitalistische winststelsel. Winst maken staat bij de publieke bedrijven niet op den voorgrond en het feit, dat zij ook een sociale taak hebben te vervullen, wordt niet ontkend. Publieke bedrijven worden niet door het winstbelang, maar door het gemeenschapsbelang beheerscht, al zal over den inhoud van dit gemeenschapsbelang door de sociaal-democraten en door hun burgerlijke tegenstanders niet gelijk worden gedacht. Het is jammer, dat ook bij de publieke bedrijven de zaak der medezeggenschap nog zoo weinig voortgang heef t gemaakt. De bourgeoisie, welke ook de publieke bedrijven beheerscht, heeft voor niets anders oog en oor dan voor bezuiniging, om toch maar te ontsnappen aan de noodzakelijkheid om hoogere belastingen te betalen. Voor maatregelen, welke den maat- schappelijken vooruitgang dienen, heeft zij geen belangstelling, vooral niet wanneer daardoor de macht der arbeidersklasse zou worden verhoogd en die maatregelen voeren in socialis tische richting. Een bescheiden poging van spreker om te trachten eenige

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1933 | | pagina 14