GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
189
UrOEKOHKN STUKKEN.
N°. 273. Leiden, 12 December 1932.
Aangezien tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van
den beer J. Broeze bij ons College geen bezwaar bestaat,
geven wij Uwe Vergadering in overweging hemmet ingang
van een nader door ons College te bepalen datum, eervol
ontslag te verleenen als hoofd van de o. 1. school aan de
Medusastraat B.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 10 December 1932.
Edelachtbare Heeren.
Ondergeteekende, J. Broeze, heeft de eer U beleefd te ver
zoeken hem wegens gezondheidsredenen eervol ontslag te
verleenen als Hoofd der Openbare Lagere School Medusa
straat B.
Met verschuldigde hoogachting
J. Broeze.
Aan den Baad der gemeente Leiden.
N°. 274. Leiden, 12 December 1932.
Na het verleenen van het door den heer J. Broeze gevraagd
eervol ontslag, zal de vacature ontstaan van hoofd van de
o. 1. school aan de Medusastraat B.
In overeenstemming met het gevoelen van den Inspecteur
van het Lager Onderwijs in deze inspectie en met ver
wijzing naar diens ter inzage gelegd advies, verzoeken wij
Uwe Vergadering over te gaan tot benoeming, met ingang
van een nader door ons College te bepalen datum, van een
onderwijzer, hoofd van de o. 1. school aan de Medusastraat B,
waarvoor wij U de volgende voordracht aanbieden:
1°. J. HOKKELING, hoofd eener bijzondere lagere school
te Boskoop;
2°. J. VAN DEB WALLE, hoofd eener openbare lagere
school te Noordwolde;
3°. D. JANSSEN, hoofd eener openbare lagere school te
Zalt-Bommel.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 275. Leiden, 14 December 1932.
De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergade
ring mede te deelen, dat bij haar geen bezwaar bestaat tegen
de voorloopige vaststelling van de rekening van ontvangsten
en uitgaven der gemeente over het jaar 1931.
Zij geeft U mitsdien in overweging daartoe te besluiten
overeenkomstig het concept-besluit, opgenomen in de voor
dracht van Burgemeester en Wethouders, d.d. 30 September
1932 (Ingek. Stukken No. 210).
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 276. Leiden, 16 December 1932.
Ons College heeft in openbare veiling de hand kunnen
leggen op het pakhuis aan de Paradijssteeg No. 2, voorden
prijs van 368.
De aankoop van dit perceel is gewenscht met het oog op
de omstandigheid, dat het begrepen is in het door Uwe
Vergadering bij^besluit van 28 November j.l. (Ingek. Stukken
No. 256) vastgestelde onteigeningsplan.
Onder mededeeling, dat het benoodigde bedrag, met in
begrip van de kosten 431.— bedragende, dient te
worden voldaan uit het door Uwe Vergadering toegestane
crediet voor het saneeriogsplan, geven wij Uwen Baad mits
dien in overweging in het belang van de Volkshuisvesting
aan te koopen het pakhuis aan de Paradijssteeg No. 2,
kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie H, No. 1747,
groot 16 M2., voor den prijs van 368.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 277. Leiden, 16 December 1932,
Onder mededeeling, dat ons College zich met het hieronder
afgedrukt voorstel van de Commissie van Beheer over het
Openbaar Slachthuis tot wijziging van de verordening,
regelende de heffing van belastingen voor het gebruik van
het Openbaar Slachthuis, kan vereenigen, geven wij Uwe
Vergadering, met verwijzing naar den inhoud van het schrij
ven dier Commissie en van haren in de Leeskamer ter visie
gelegden brief d.d. 5 December j.l., in overweging over te
gaan tot vaststelling van de navolgende verordening:
VERORDENING,
houdende wijziging van de verordening van den 22en Januari
1923, (Gemeenteblad No. 4), regelende de heffing van
belastingen voor het gebruik van het Openbaar Slacht
huis te Leidenlaatstelijk gewijzigd bij verordening
vanden7en Maart 1932 (Gemeenteblad No. 5).
Artikel I.
In artikel 2 sub V B onder b van bovengenoemde ver
ordening wordt in plaats van 0.15" gelezen: „ƒ0.10'.
Art. II.
Achter artikel 2 wordt een nieuw artikel 2bis ingevoegd,
luidende:
„Art. 2bis.
De belastingen, bedoeld in artikel 2 sub II, Ha, III en
lila, worden terugbetaald, indien het slachtdier geheel wordt
afgekeurd en aan de afkeuring geen goedkeuring of voor
waardelijke goedkeuring is voorafgegaan".
Art. III.
Deze verordening treedt in werking op den eersten dag
der maand, volgende op die, waarin het bericht der Konink
lijke goedkeuring bij het Gemeentebestuur is ingekomen
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 14 December 1932.
Wij hebben de eer Uw College het volgende mede te
deelen
Krachtens de Crisis-Varkenswet moet van elk geslacht
varkeu een heffing van 9 cent per K.G, worden betaald,
waartoe een weging door een ambtenaar van het slachthuis
is vereischt. De kosten van de weging komen ten laste van
den eigenaar van het varken, hetwelk ook blijkt uit het
rondschrijven van den Minister van Economische Zaken en
Arbeid d.d. 8 Augustus 1932 aan de Colleges van Burge
meester en Wethouders der gemeenten in Nederland, waarin
onder meer de volgende zinsnede voorkomt: „Wanneer de
weging aan een gemeentelijk slachthuis geschiedt, kunnen
de aan de weging verbonden kosten, overeenkomstig de
desbetreffende verordening, aan dengene, die het varken ter
keuring aanbiedt, in rekening worden gebracht".
Men kan nu van meening verschillen over de beantwoording
van de vraag, of het billijk is, dat de eigenaars van de
varkens de kosten van de hierbedoelde weging moeten be
talen, in elk geval ligt het niet op den weg der gemeente
om haar weegtoestellen en personeel daarvoor gratis be
schikbaar te stellen; de verordening, regelende de heffing
van belastingen voor het gebruik van het Openbaar Slachthuis,
laat dit trouwens niet toe.
Er bestaat echter naar onze meening wel aanleiding om
aan de bezwaren van belanghebbenden eenigszins tegemoet
te komen door het weegrecht voor geslachte varkens, dat
thans 0.15 bedraagt, te verlagen tot 0.10, waartoe
artikel I van de hierbij gevoegde concept-verordening strekt.
Wel zal van de wijziging, zooals zij in art. I is geredigeerd,
het gevolg zijn, dat ook het weeggeld voor een kalf. schaap,
lam, bok en geit met 5 cent wordt verlaagd, doch daar
tegen bestaat onzes inziens geen overwegend bezwaar, aan
gezien de derving van inkomsten uit dien hoofde niet meer
zal bedragen dan 50.per jaar.
Wat de varkens betreft, staat de zaak echter geheel
anders.
Als gevolg van de inwerkingtreding van de Crisis-Var
kenswet moeten thans alle varkens worden gewogen, terwijl
vóórdien het aantal wegingen van dezen aard zeer beperkt
was, vooral ook omdat de grootste vleeschwarenfabriek hier
ter stede van de weegtoestellen van het slachthuis geen
gebruik maakte; in 193] werden bijv. van de 31329 varkens
er slechts 5271 gewogen.
Bij verlaging van het weegrecht voor varkens met 5 cent
zal de opbrengst uit dien hoofde weliswaar met 1250.
verminderen het aantal slachtingen van varkens is voor 1933