176 3. Voor kinderen van onvermogenden wordt geen schoolgeld geheven. Art. 2. Burgemeester en Wethouders beslissen wie tot de min vermogenden gerekend worden en wie onvermogend zijn. Art. 3. Het schoolgeld is verschuldigd door de ouders, voogden of verzorgers van de leerlingen. Kinderen voor wie heb verschuldigde schoolgeld niet is voldaan, worden tot de school niet toegelaten. Art. 4. Van betaald schoolgeld heeft geen teruggave plaats. Art. 5. 1. Deze verordening treedt in werking op den eersten dag der week volgende op die, waarin het bericht van de Koninklijke goedkeuring bij het Gemeentebestuur is inge komen. Alsdan vervalt de verordening van 19 April 1900, regelende de heffing van schoolgeld op de openbare bewaar scholen te Leiden (Gem.Blad No. 11), goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 25 Juli 1900, No. 35. d. VERORDENING, regelende de invordening van schoolgeld op de openbare bewaarscholen te Leiden. Artikel 1. 1. Het verschuldigde schoolgeld voor de leerlingen der open bare bewaarscholen moet wekelijks bij vooruitbetaling wor den voldaan in handen van de hoofden dier scholen, die daarvoor een bewijs van kwijting afgeven. 2. Het in den loop der week ontvangen schoolgeld wordt door haar wekelijks aan den Gemeente-Ontvanger verant woord en in de gemeentekas gestort. Art. 2. Van hem, die nalaat het verschuldigde schoolgeld te vol doen, wordt dat ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 291 tot en met 295 der Gemeentewet. Art. 3. Deze verordening treedt in werking tegelijk met de ver ordening op de heffing van dit schoolgeld. Alsdan vervalt de verordening van 19 April 1900, regelende de invordering van schoolgeld op de openbare bewaarscholen te Leiden (Gem.Blad No. 11). Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1932 | | pagina 6