MAANDAG 7 NOVEMBER 1932.
381
Benoeming leeraar in het Nederlandseh.
(Voorzitter e.a.)
Comité moeten worden gevoerd, maken het onmogelijk thans
reeds aan den Raad een behoorlijke voorlichting te geven en
daarom geeft spreker den heer van Stralen in overweging
om, voor het geval hij bijzondere argumenten kan te berde
brengen, die schriftelijk ter kennis van het College te brengen.
Burgemeester en Wethouders kunnen niet rauwelings een
advies uitbrengen, noch omtrent de al dan niet wenschelijk-
heid noch omtrent het bedrag, dat beschikbaar moet worden
gesteld.
Het College heeft ingezien, dat de behandeling van deze
zaak spoedeischend is, en er bestaat, naar spreker meent,
bij het College groote geneigdheid er op in te gaan, maar
zij dient even onder het oog te worden gezien.
De heer van Stralen dringt nogmaals op spoed aan.
De Voorzitter zegt dat toe.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voor
stel van Burgemeester en Wethouders besloten.
14°. Verzoek van den heer van Stralen om Burgemeester
en Wethouders te mogen interpelleeren met betrekking tot
het weigeren van vrijstelling van stempelen aan ondersteunde
werkloozen op 8 November 1932.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de gevraagde
toestemming te verleenen en de interpellatie te doen houden na
afloop van de gedrukte agenda, althans des namiddags te uur.
'15°. Voorstel van den heer Verweij, in zake de heffing
van opcenten op de personeele belasting.
Zal worden behandeld bij punt 25.
16°. Verzoek van de Chr. Wijkvereeniging »Phebe" om
niet over te gaan tot de voorgenomen korting van 15% op
de aan de Vereeniging toegekende jaarlijksche subsidie.
Zal worden behandeld bij de begrooting voor 1933.
17°. Amendementen van den heer Coster op de ontwerp
verordening op de Winkelsluiting.
Zullen worden behandeld bij punt 29.
18°. Voorstel van den heer Beekenkamp, in zake het
ontwerpen van een verordening op de Automaten.
De Voorzitter brengt onder de aandacht van den heer
Beekenkamp, dat diens voorstel te laat is ingekomen. Het
had het College Zaterdag vóór 12 uur moeten bereiken.
Dit is evenwel geen reden, om het niet te stellen in handen
van de commissie voor de strafverordeningen, om daarover
praeadvies te doen uitbrengen, waartoe spreker namens Burge
meester en Wethouders het voorstel doet.
Wordt zender beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
Voorts stelt de Voorzitter voor de beslissing op het beroep
schrift van C. J. de Goede, in zake weigering van een bouw
vergunning, ingevolge het bepaalde bij art. 79 der Bouw
verordening voor den tijd van 30 dagen te verdagen, aangezien
de behandeling van het praeadvies nog in voorbereiding is.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt dien
overeenkomstig besloten.
Ten slotte deelt de Voorzitter mede:
dat de gemeentebegrooting voor den dienst 1933 tegen het
einde van deze week aan de leden zal worden toegezonden
en dat de behandeling in de Sectiën zal plaats hebben op
Vrijdag 25 November a.s., des avonds te 8 uur.
Aan de orde is alsnu:
I. Benoeming van een leeraar in het Nederlandseh aan het
Gymnasium.
(Zie Ing. St. No. 214.)
De Voorzitter verzoekt den heeren van Stralen, van Tol, de
Reede en Beekenkamp bet stembureau te vormen.
Spreker vestigt er de aandacht op, dat het bepaald
noodig is in deze en de volgende vacature één persoon te
benoemen, daar elk van deze beide betrekkingen afzonderlijk
niet voldoende voor één persoon is.
Benoeming leeraar in het Nederlandseh.
(Knuttel e.a.)
De heer Knuttel zegt, dat de Raad al zeer veel rare voor
drachten en voorstellen op onderwijsgebied heeft gehad, maar
dit is toch wel een van de allergekste. De Voorzitter heeft
nog eens uitdrukkelijk uitgesproken, dat het wenschelijk is,
in deze en de volgende vacature één persoon te benoemen,
maar de Raad krijgt twee verschillende aanbevelingen. Het
zelfde College, dat in beide betrekkingen één leeraar benoemd
wil zien, beveelt voor de eerste vacature aan den heer
Kramer
De Voorzitter zegt, dat de heer Knuttel zich vergist.Curatoren
maken de aanbeveling voor de benoeming van een leeraar
aan het gymnasium op, het College die voor benoeming van
een leeraar aan de H.B. S.
De heer Knuttel vraagt of het College niet het recht heeft,
de aanbeveling van -Curatoren te wijzigen. De Voorzitter
antwoordt ontkennend, maar dat verandert er niet veel aan,
want de aanbeveling van Curatoren van het Gymnasium is
wel, zooals men van hen gewend is, totaal onvoldoende ge
motiveerd, maar die van het College is in het geheel niet
gemotiveerd. Spreker heeft in de stukken tevergeefs gezocht
naar eenige reden, waarom het College den heer Kloots
No. 1 zet en den heer Kramer No. 2; daarvan is in het geheel
geen motiveering gegeven.
Spreker heeft ten aanzien van de aanbeveling voor een
leeraar aan het gymnasium, waarbij de Raad zooveel mogelijk
wordt uitgeschakeld, groot bezwaar tegen deze handelwijze;
de motiveering van die aanbeveling bestaat uit feitelijk niets
anders dan het advies van den inspecteur, dat één velletje
beslaat. Tegen dat advies heeft spreker al direct het zeer
groote bezwaar, dat het begint met alle 14 vrouwelijke
candidaten uit te schakelen, omdat a priori wordt aange
nomen, dat voor hen deze betrekking te zwaar zal zijn, het
geen is een partijdig stelling nemen tegen de benoembaarheid
der vrouw, vooral waar sprekers ervaring bij herhaling is,
dat in toewijding aan de betrekking de leerares in het alge
meen den leeraar overtreft.
Met een voordracht, die al begint met alle 14 vrouwelijke
candidaten uit te schakelen, kan spreker geen genoegen nemen.
Daarbij blijft het echter niet. Verder wordt van sommige
leeraren gezegd, dat zij nog geen betrekking bekleeden. Spreker
betwijfelt, of dat wel een gezonde tactiek is. Er zijn menschen
bij, die door hun leeftijd, in verband met hetgeen zij hebben
bereikt, den indruk maken, dat zij wel iets in hun mars
hebben; iemand, die op 23-jarigen leeftijd doctor in de
letteren is, is zeker niet de eerste de beste. Zonder eenige
motiveering wordt daaroverheen gegleden.
Van eenige anderen wordt gezegd, dat zij hun klasse niet
in hun macht hebben of dat zij voor het gymnasium niet
geschikt zijn; dit laatste wordt echter niet gemotiveerd.
Alleen wordt over No. 1 van de aanbeveling in eenige
nadere bijzonderheden getreden, terwijl omtrent No. 2 wordt
gezegd, dat zijn werkvervulling wordt geprezen. Dit is een
vage term, welke niet wijst op een eigen onderzoek van den
inspecteur, en curatoren voegen er niets aan toe. Waarom
Burgemeester en Wethouders een andere aanbeveling indienen,
hoort de Raad niet.
Spreker stelt voor, deze aanbeveling te retourneeren voor
nader advies.
De heer Meijnen acht het een daad van wijs beleid, deze
drie kleine betrekkingen, n.l. aan de beide H. B. S. en aan
het gymnasium, tot één volledige betrekking te vereenigen,
omdat daardoor de kans om geschikte candidaten te krijgen,
wordt vergroot. Het is evenwel erg jammer, dat de vier
olficieele adviezen, ofschoon zij overeenstemmen omtrent de
aanbevolen personen, een uiteenloopend oordeel bevatten be
treffende de volgorde dier personen op de ingezonden aan
bevelingslijsten.
De Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs
zendt een aanbeveling met de opmerking er bij, dat deze
niet alphabetisch is bedoeld: 1. Kloots en 2. Kramer. Zij
motiveert die volgorde niet.
De Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs, dr. Coops,
gaat er mede accoord, dat deze beide heeren in aanmerking
komen, maar over een voorkeur laat hij zich niet uit.
De Curatoren van het Gymnasium geven, in overeenstem
ming met het advies van den Inspecteur der Gymnasia, van
deze beide heeren de voorkeur aan den heer Kramer. Die
voorkeur ontleenen zij aan het advies van dien inspecteur.
Alleen dat advies treedt in een beoordeeling van de geschikt
heid en de bekwaamheid der beide aanbevolenenhet spreekt
het duidelijkst en is het meest oriënteerend. Van den heer
Kloots zegt de Inspecteur een paar mooie dingen, n.l. dat
zijn dienstvervulling wordt geprezen en dat hij een goed