163
te staan dat zij aan hun verplichtingen niet kunnen voldoen,
met de voor beide partijen schadelijke gevolgen.
"Vertrouwende dat Uw Eaad ons verzoek in gunstige over
weging wilt nemen, teekenen met verschuldigde,
Hoogachting,
J. H. Nijhuis, Voorzitter.
C. Streefland, Secretaris.
N°. 225. Leiden, 28 October 1932.
Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van den heer
J. Karstens bestaan noch bij de Gemeentelijke Commissie
voor Maatschappelijk Hulpbetoon, noch bij ons College
bedenkingen.
Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging aan
den heer J. Karstens, op diens verzoek, eervol ontslag te
verleenen als lid van de Gemeentelijke Commissie voor
Maatschappelijk Hulpbetoon, onder dankbetuiging voor de
als zoodanig, gedurende vele jaren, bewezen goede diensten.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. vaD Leiden.
Leiden, 20 September 1932.
Aan den Baad der Gemeente Leiden.
Ed.Achtb. Heeren.
Ondergeteekende verzoekt U, hem met ingang van heden,
ontslag te verleenen als lid van de Gemeentelijke Commissie
voor Maatschappelijk Hulpbetoon.
Hoogachtend
J. Karstens.
N°. 226. Leiden, 28 October 1932.
Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van den heer
G. P. E. Weijer bestaat bij ons College geenerlei bezwaar.
Wij geven Uwe Vergaderiing mitsdien in overweging aan
G. P. E. Weijer, op diens verzoek, met ingang van 1 Maart 1933,
eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking van Admi-
nistratief-Hoofdambtenaar bij den dienst der Gemeentewerken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 14 October 1932.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Ondergeteekende G. P. E. Weijer, verzoekt beleefd om
ontslag uit zijne betrekking van Administratief-Hoofdambte-
naar bij den dienst van Gemeentewerken met ingang van
1 Maart 1933, zulks in verband met zijne op genoemden
datum ingaande benoeming tot Referendaris, Chef der
Afdeeling Algemeene Zaken der Secretarie dezer Gemeente.
Met verschuldigden eerbied
Uw dw. dr.
Weijer.
N°. 227. Leiden, 28 October 1932.
Aangezien tegen inwilliging van nevensgaand verzoek
van den heer L. M. van der Bijl bij ons College geen
bezwaar bestaat, geven wij Uwe Vergadering in overweging
hem, met ingang van een nader door ons College te bepalen
datum, eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking
van onderwijzer aan de Centrale School voor het 7e en 8e
leerjaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 12 October 1932
Edelachtbare Heeren,
Hierbij verzoekt ondergeteekende om eervol ontslag uit
zijn betrekking als onderwijzer aan de Centrale School voor
het 7e en 8e Leerjaar.
Met de verschuldigde hoogachting
Uw-dw.
L. M. van der Bijl
Vinkenstr. 4, Leiden
Aan: den Raad der Gemeente Leiden
N°. 228. Leiden, 28 October 1932.
Uit de in de Leeskamer ter inzage gelegde stukken zal
U blijken, dat bij het tegenwoordig aantal leerlingen zonder
veel bezwaar het aantal klassen van de Jongensschool voor
uitgebreid lager onderwijs met één klasse kan worden ver
minderd. Het ligt dan ook in onze bedoeling tegen 1 Januari
a.s. tot die vermindering over te gaan, zoodat alsdan één
leerkracht kan worden gemist.
In overeenstemming met het gevoelen van den Inspecteur
van het Lager Onderwijs zijn wij van oordeel, dat ontslag
moet worden verleend aan den heer C. Huge, onderwijzer
aan de genoemde school, die weldra den pensioengerech
tigden leeftijd zal hebben bereikt.
Wij geven U mitsdien in overweging met ingang van een
nader door ons College te bepalen dag, wegens opheffing
van zijne betrekking, eervol ontslag te verleenen aan den
heer C. Huge als onderwijzer aan de Jongensschool voor
uitgebreid lager onderwijs alhier.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 229. Leiden, 28 October 1932.
In Uwe Vergadering van 6 Juni j.l. werd verworpen het
voorstel, opgenomen in Ingek. Stukken No. 121 van 1932, tot
verkoop, aan C. Brandse, van een gedeelte verdronken riet
land en water, gelegen aan de Haarlemmertrekvaart, onder
de gemeente Warmond, groot 4300 M2., tegen den prijs
van f 1300.ten behoeve van het maken van een gelegen
heid tot berging van bootjes. Gevreesd werd n.l., dat de
bootenbergplaats, die de heer Brandse voornemens was op
de wateroppervlakte op te richten, aan het natuurschoon
ter plaatse schade zou berokkenen.
Thans is van den heer Brandse een verzoek ingekomen,
om van het vorenbedoelde water c. a. slechts een gedeelte, ter
oppervlakte van 1520 M2., op de bijgevoegde kaart met
roode en blauwe kleur aangegeven, te mogen koopen of
huren. Hij heeft n.l. de beschikking gekregen over een terrein,
aan dit gedeelte water c.a. grenzende volgens de op de kaart
aangegeven gele lijn, en is voornemens op dien grond een
gelegenheid te maken tot berging van bootjes op het droge.
Tevens zou hij nu het rood en blauw gekleurde water en
den aangeplempten grond wenschen te gebruiken, ten einde
daarop bootjes aan palen te meren. Van een zoodanig gebruik
van het aan de gemeente toebehoorende water c. a. is geen
ontsiering van de omgeving te duchten.
Weliswaar zal op het aangrenzend terrein een schuitenhuis
verrijzen en is de mogelijkheid niet uitgesloten, dat hierdoor
inbreuk wordt gemaakt op een stukje natuurschoon, doch
de gemeente kan den bouw op geen enkele wijze tegenhouden,
omdat het terrein haar niet in eigendom toebehoort en buiten
hare grenzen ligt.
Gelet op deze omstandigheid, bestaat er naar onze meening
geen bezwaar tegen, om den heer Brandse de beschikking
over het verlangde gedeelte water c. a. te geven ten behoeve
van het vorenomschreven doel.
De door adressant geboden huurprijs en koopsom ad respec
tievelijk 100.per jaar en 2000.in totaal maken voor
de gemeente financiëel weinig verschil. Aangezien de gemeente
bij verhuring zoo noodig te zijner tijd weder over het ge
deelte water c.a. kan beschikken, geven wij aan verhuring
de voorkeur boven verkoop.
Met den door adressant geboden huurprijs van 100.
per jaar en met den door hem gewenschten huurtermijn van
vijf jaren kan o. i. accoord worden gegaan. De heer Brandse
heeft voorts verklaard zich te kunnen vereenigen met de
aan de verhuring te verbinden voorwaarden, waaronder de
bepaling, dat op den gehuurden grond en water geen schuiten
huizen of andere opstallen mogen worden gebouwd.
Onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende
stukken, geven wij Uwe Vergadering, in overeenstemming
met het advies van de Commissie van Fabricage, mitsdien
in overweging te besluiten aan C. Brandse, te Leiden, voor
den tijd van vijf jaren, ingaande op een nader door ons
College te bepalen datum, te verhuren het op de overgelegde
kaart met roode en blauwe kleur aangegeven gedeelte water
en aangeplempten grond, gelegen aan de Haarlemmertrek
vaart, kadastraal bekend gemeente Warmond, sectie C,
No. 333 (gedeeltelijk), groot 1520M2., tegen den prijs van
100. in totaal per jaar, zulks onder de mede overgelegde
voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.