358 MAANDAG 5 SEPTEMBER 1932. Wijziging verordening Havengeld; e.a. (Manders e.a.) gezegd, zeer ernstig zal moeten schenken, wil voorkomen worden dat er nog een grooter débacle in de gemeentelijke financiën zal ontstaan. De algemeene beschouwingen worden gesloten. De artikelen I, II en III worden achtereenvolgens zonder hoofdelijke stemming aangenomen, waarna de wijzigingsver ordening in haar geheel eveneens zonder hoofdelijke stemming, wordt vastgesteld. Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming besloten de adressen van het hoofdbestuur der Schippersvereeniging „Schuttevaer" van 21 Augustus 1931 en 17 Maart 1932 als afgedaan te beschouwen. XXXIIIa. Voorstel tot verkoop van een perceel bouw terrein aan den Lammenschansweg, hoek Kastanjekade, aan de firma J. 't Hart en D. Aancn. (Zie lug. St. No. 194 Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. De Voorzitter doet thans namens Burgemeester en Wet houders het volgende voorstel: Het zal noodig zijn voor het jaar 1932 een voorziening te treffen ten aanzien van de winkelsluiting op 3 October, aangezien op dien datum de door de Commissie voor de Strafverordeningen in haar ontwerp-verordening opgenomen desbetreffende regeling niet in werking zal kunnen zijn. Deze voorziening hebben Burgemeester en Wethouders zich ge dacht in den vorm van toepassing van artikel 9 lid 3 der Winkelsluitingswet, waarbij den Raad de bevoegdheid is gegeven om ten hoogste 21 dagen in het jaar aan te wijzen, waarop de bepalingen der wet omtrent het sluitingsuur niet zullen gelden. Het College geeft mitsdien Uw Vergadering in overweging om Maandag 3 October 1932 aan te wijzen als dag, waarop de bij de Winkelsluitingswet (Staatsblad 1930, No. 460) voorgeschreven bepalingen omtrent het sluitingsuur niet zullen gelden. Nadat zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming tot dadelijke behandeling van dit voorstel is besloten, wordt, eveneens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming, over eenkomstig dit voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XXXIV. Vcrdeeling van den Baad in Sectiën. Bij loting worden de sectiën als volgt samengesteld: Eerste Sectie: de heeren Tepe, Donders, Verweij, Bosman, Verdeeling van den Raad in Sectiën. (Voorzitter e.a.) Groeneveld, van Stralen, van der Reijden, van Es, Coster, Kuipers, Knuttel en Simonis. Tweede Sectie: de heeren Splinter, Huurman, Manders, Wilmer, Eikerbout, Wilbrink, Kooistra, van Rosmalen, mevr. Braggaarde Does, de heeren Koole, Vos en mevr. de Cler de Bruijn. Derde Sectie: de heeren Romijn, Goslinga, de Reede, Schüller, Beekenkamp, Meijnen, van Eek, Bergers, van Tol, Vallentgoed en van Eecke. De Voorzitter vraagt, of thans een der leden nog iets in het belang van de gemeente in het midden heeft te brengen. De heer Coster vraagt, wanneer de verordening op de winkelsluiting en zijn voorstel aan de orde zal worden gesteld. De Voorzitter antwoordt, dat het in de bedoeling ligt dat, zoo mogelijk, in de eerstvolgende vergadering te doen. De heer Schüller zegt naar aanleiding van een mededee- ling in Ingekomen Stuk no. 178 betreffende de rooilijn in de Korevaarstraat, dat zijn fractie zich met die gedachte van Burgemeester en Wethouders niet kan vereenigen en te zijner tijd daaromtrent een voorstel zal indienen. De heer Groeneveld wijst er op, dat op de Middelste gracht ter wille van de firma Tieleman en Dros een haven is aangelegd, welke op verschillende plaatsen uitspringt in den rijweg. Dit brengt voor het verkeer groot gevaar mee, vooral 's avonds, als het donker is. Het is daarom dringend noodig op de plaatsen, waar die haven in den rijweg uit springt, goed zichtbare hekken aan te brengen, opdat ge noemd gevaar worde ondervangen. De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en Wethouders dit zullen overwegen. De heer Simonis vestigt de aandacht van Burgemeester en Wethouders op den erbarmelijken toestand, waarin de Haarlemmerstraat verkeert. De brug van de Mare is zoo slecht, dat daar iederen dag aan wielrijders en wielrijdsters ongelukken overkomen. Spreker verzoekt hierin verbetering te brengen. De heer Splinter zegt, dat men juist tot overeenstemming gekomen is over de verstrating van de Haarlemmerstraat vanaf Prinsessekade tot aan de Hartebrug; dat zal binnen kort onderhanden genomen worden. Eerst moet echter de waterleiding verlegd worden. Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering. Buiten de agenda om werd nog behandeld een voorstel om Maandag 3 October 1932 aan te wijzen als dag, waarop de bij de Winkelsluitingswet (Stbl. 1930, No. 460) voor geschreven bepalingen omtrent het sluitingsuur niet zullen gelden (blz. 358). Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1932 | | pagina 10