88
van onze gemeente zijnde leden der commissie ware een
crediet van ƒ3.000.beschikbaar te stellen.
In den bovenstaanden geest richtten wij op 21 Mei j.l.
uitnoodigingen tot de genoemde 3 architecten, alsmede tot den
heer Dudok, terwijl wij ons op dienzelfden datum eveneens
schriftelijk in verbinding stelden met de heeren, die bestemd
waren, om voor het zitting nemen in de commissie van
advies voorgedragen te worden. Ofschoon wij in onze missives
aandrongen op een antwoord binnen niet te lang tijds
verloop, duurde het door uitstedigheid als anderszins, nog
tot omstreeks de helft van deze maand, voordat wij de
zekerheid hadden, dat de genoemde heeren bereid waren
zitting te nemen in de commissie van advies en dat de
heeren Blaauw, Kropholler en Mertens gevolg zouden geven
aan eene tot hen gerichte uitnoodiging tot het ontwerpen
van plannen voor den Eaadhuisbouw in den aangegeven zin.
De heer Dudok bleek hiertoe niet genegen.
Eerst op 23 dezer kon zoodoende de inhoud van ons uit
te brengen praeadvies worden vastgesteld.
Het lijkt ons wenschelijk U daarbij tevens voor te stellen
ons College te machtigen ten aanzien van den ouden gevel
die maatregelen te treffen, die in overleg met de Bijks-
commissie voor de Monumentenzorg en met de commissie
van advies noodig zullen blijken, om den ouden gevel van
het Baadhuis te beschermen, desnoods af te breken en
tijdelijk op te bergen.
Tenslotte achten wij nu eveneens het oogenblik aange
broken de noodige stappen te doen om door middel van
onteigening de beschikking te verkrijgen over de verschillende
perceelen, welke ten behoeve van den bouw van het nieuwe
Baadhuis en de verbreeding van de Koornbrugsteeg noodig
zijn en nog niet in het bezit van de gemeente zijn. Zooals
uit de desbetreffende situatie teekening B blijkt, is het de
bedoeling ook de perceelen Yischmarkt Nis 7 en 8 in het
onteigenings-plan te begrijpen, aangezien over die panden
bij eventueele aanvaarding van het plan-Dudok moe t worden
beschikt. Valt Uwe keuze tenslotte niet op het plan-Dudok,
dan kan zonder bezwaar nog altijd van de onteigening van
die twee panden worden afgezien.
Het bovenstaande samenvattende geven wij Uwe Verga
dering mitsdien in overweging:
a. de architecten C. J. Blaauw te Haarlem, A. J. Krop
holler te Wassenaar en Ir. H. F. Mertens te Bilthoven uit
te noodigen plannen te ontwerpen voor den bouw van een
nieuw Baadhuis met behoud van den ouden gevel op het
op de overgelegde situatie-teekening A aangegeven terrein
aan de Breestraat, de te verbreeden Koornbrugsteeg en de
Vischmarkt, tegen een honorarium van 5.000 voor elk
van hen, onder bepaling:
1°. dat de in te dienen plannen bestaan uit platte gronden,
doorsneden, gevelteekeningen en verschillende perspectieven
en vergezeld zijn van eene globale kostenraming (exclusief
de restauratie van den ouden gevel);
2°. dat de plannen voor het bedrag ad ƒ5.000.worden
gekocht en derhalve het uitschrijven van een prijsvraag of
het houden van een wedstrijd niet de bedoeling is;
3°. dat bij eventueele opdracht tot uitvoering aan een der
uitgenoodigde architecten het bedrag ad 5.000.in min
dering wordt gebracht op het architecten-honorarium.
4°. dat als maximum-bouwsom voor het nieuwe Baadhuis
(exclusief de restauratie van den ouden gevel) een bedrag
van 1.250 000.wordt aangenomen;
5°. dat aan de zijde van de Vischmarkt een winkelgalerij
of parterre-winkels in het bouwplan worden opgenomen
en het gebouw overigens aan die zijde geheel binnen de
rooilijn wordt gebouwd, zoodat derhalve geen uitbouw
buiten de rooilijn zal mogen worden gemaakt, een en ander
met dien verstande, dat de galerij buiten de rooilijn mag
liggen en dat boven die galerij mag worden gebouwd;
6°. dat in elk geval een toren moet worden geprojecteerd,
waaromtrent de architecten vrij zullen zijn met betrekking-
tot de plaats, den vorm, enz.
7°. dat de plannen uiterlijk 6 maanden na de opdracht
bij ons College moeten zijn ingediend;
8°. dat het programma van eischen, hetwelk den architecten
bij het maken van hunne plannen tot grondslag zal strekken,
met de na te noemen deskundige commissie van advies zal
worden besproken en na overleg met haar vastgesteld en
dat na indiening van de plannen aan die commissie zal
worden gevraagd, daaromtrent, alsmede omtrent het bestaande
plan-Dudok hare meening te doen kennen, met dien ver
stande, dat de uiteindelijke beslissing over de plannen bij
den Gemeenteraad zal blijven;
b. een deskundige commissie van advies in te stellen,
teneinde Burgemeester en Wethouders in de gelegenheid te
stellen, met haar het sub a, 8°. bedoelde programma te
bespreken en na overleg vast te stellen, terwijl na indiening
van de plannen aan de commissie zal worden gevraagd
daaromtrent, alsmede omtrent het bestaande plan-Dudok,
hare meening te doen kennen, zullende de uiteindelijke
beslissing over de plannen bij den Gemeenteraad blijven;
c. tot leden van de sub b bedoelde commissie te be
noemen Dr. H. E. van Gelder, Directeur van den Dienst
voor Kunsten en Wetenschappen te 's-Gravenhage, Ir. G. C.
Bremer, Bijksbouwmeester te 's-Gravenhage, H. van der
Kloot Meijburg, architect te 's-Gravenhage, Ir. G. L. Driessen,
Oud-Directeur van Gemeentewerken te Leiden, terwijl de
Directeur van Gemeentewerken zal worden uitgenoodigd
qualitate qua in de commissie zitting te nemen;
d. uit het Stadhuisfonds een bedrag van 3.000.be
schikbaar te stellen ter belooning van de diensten van de
niet in dienst van onze gemeente zijnde leden der sub b
bedoelde commissie;
e. Burgemeester en Wethouders te machtigen in overleg
met de Bijkscommissie voor de Monumentenzorg en met de
commissie van advies de noodige maatregelen te treffen,
om den ouden gevel van het Baadhuis te beschermen, des
noods af te breken en tijdelijk op te bergen;
Burgemeester en Wethouders te machtigen het noodige
te verrichten ter verkrijging, door middel van onteigening,
van de perceelen, respectievelijk gelegen aan de Vischmarkt,
de Koornbrugsteeg en de Breestraat, kadastraal bekend
Sectie G. Nis 185, 186, 1620, 194, 1645, 1727, 1707, 203,
204, 205. 213, 212, 211 en 210, een en ander ten behoeve
van den bouw van een nieuw Baadhuis en de verbreeding
van de Koornbrugsteeg.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.