208 MAANDAG 6 JUNI 1932. Beschikbaarstelling gelden voor aanleg straten nabij (Knuttel e.a.) Rijnsburgerwege.a. hoek en wanneer er geen nieuw Sociëteitsgebouw was geplaatst, zou men in geen jaren aan de verplaatsing van het posthuis hebben gedacht. Spreker weet, dat er eenige verbetering ter plaatse komt, als het gebouwtje er verdwijnt, maar wanneer men dergelijke verkeersverbeteringen als urgent gaat beschouwen, kan men een millioentje klaar leggen voor de verbeteringen, die in de stal noodzakelijk zijn. Het is dwaasheid dergelijke dingen te veranderen als het niet noodig is. Hier is sprake van een cadeautje aan de Sociëteit. De heer Splinter zegt, dat toen de Raad het besluit heeft genomen, de ertpachtslijn is vastgesteld. Deze lijn loopt door het politieposthuis. De Raad had toen kunnen zeggen: wij vinden het niet goed, het posthuis moet blijven staan, waar het nu staat. De heer Knuttel maakt uit de interruptie van den heer Splinter, als zij juist is, op, dat de Raad op het oogenblik aan handen en voeten gebonden is. Spreker wenscht dan in het licht gesteld te hebben op welke wijze toen het voorstel is uitgegaan van het college van Burgemeester en Wethouders de financieele belangen van de gemeente onder de oogen zijn gezien. De heer Manders zegt, dat de Raad toen veel te blij was, dat de erfpachtslijn gewijzigd kon worden en daarvoor wel wat over had. Een zeker deel van den Raad had liever de geheele erfpacht afgeschaft, maar algemeen werd de ver andering van de erfpachtslijn toegejuicht met het oog op de mogelijkheid om een goede oplossing voor verkeer daar ter plaatse te kunnen verkrijgen. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XV. Voorstel in zake de reorganisatie van den Gemeente lijken Reinigings- en Ontsmettingsdienst. (Zie Ing. St. No. 128.) De Voorzitter stelt voor, de besprekingen hierover nu niet aan te vangen, daar hij vreest, dat die dan niet tijdig tot een goed einde gebracht kunnen worden. Verscheidene andere op de agenda voorkomende voorstellen zullen echter nog wel even afgedaan kunnen worden, omdat er geen, althans slechts zeer korte opmerkingen over gemaakt zullen worden, hetgeen voor het College een groot gemak zal zijn. Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van den Voorzitter tot aanhouding van dit agendapunt besloten. XVI. Nader praeadvics in zake de plaats gehad hebbende verhooging van de huurprijzen der 147 woningen van de Verecniging tot Bevordering van den Bouw van Werkmans woningen. (Zie Ing. St. No. 115). De heer Kooistra kan zich met dit praeadvies vereenigen, maar dringt er alleen op aan rekening te houden met de bewoners van deze wijk en met ile buurthuurdersvereeniging. Hieruit kan men zien, dat ook de op te leggen verplichtingen tot huurbetaling ook door een maatschappij wel eens ver keerd kunnen worden gezien, zooals is geschied ten aanzien van het waterverbruik, waarbij een prijsverschil van ƒ515.42 was. Wanneer dit niet door de buurthuurdersvereeniging opgemerkt was, had men dit nog moeter, betalen. Spreker wil zich niet verzetten tegen afschrijving in 25 jaar; de vereeniging heeft zich met deze overeenkomst accoord ver klaard. Spieker geeft het College in overweging in het vervolg meer rekening te houden met de adviezen van dergelijke vereenigingen. De heer Knuttel meent dat, nu men met het bestuur tot overeenstemming gekomen is, hierover niet veel meer te zeggen valt. Spreker kan echter in dezen tijd een dergelijke overeenkomst tot huurverhooging niet anders dan als een wapenstilstand beschouwen. Het is spreker verder opgevallen dat er met geen woord over gesproken is, dat men zeer tekortgeschoten is om een duidelijke afspraak omtrent de kosten van die verbeteringen te treffen met de huurdersvereenigirig. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten. Voorstel-van Stralen in zake voortzetting cokesverstrek- (van Stralen e.a.) king; e.a. XVII. Voorstel van den heer van Stralen, in zake voort zetting van de cokesverstrekking. (Zie Ing. St. No. y0.) De heer van Stralen is wel teleurgesteld, dat het College hoegenaamd geen letter bij sprekers voorstel in het Ingekomen Stuk heeft geschreven, hoe het oordeel van het College was. Spreker heelt er ook bezwaar tegen, dat dit voorstel telkens weer achter op de agenda is geplaatsthet College kon nagaan, dat het bij den tegeriwoordigen gang van zaken telkens weer voor uitstel zou voorgedragen worden, zoodat het niet tot ernstige behandeling ervan is gekomen, hoewel het toch een ernstige zaak was. Sprekers voorstel, waarvan de bedoeling was de cokesver strekking in de maand April te doen voortzetten, heeft nu geen practische beteekenis meer. In alle geval heeft het sprekei' teleurgesteld, dat Burgemeester en Wethouders, nadat sprekers voorstel omtrent de spoedeischende behandeling was verworpen, er niet toe zijn overgegaan de cokesverstrekking voort te zetten, ondanks den aandrang, die daartoe van ver schillende zijden uit den Raad was geoefend. Overal, ook bij de Raadsleden, brandde in die dagen de kachel nog en er- was alles voor te zeggen geweest in die omstandigheden aan het verzoek te voldoen, omdat zoowel door het College als door den Raad is eikend, dat van het steunbedrag geen brand stoffen kunnen worden betaald. Indien Burgemeester en Wethouders in het najaar wederom een voorstel tot cokesverstrekking indienen, zal sprekers fractie niet nalaten te trachten, eventueel door middel van een amendement, de mogelijkheid te openen bij koude in het voorjaar ook na den vastgestelden tijd de cokesverstrekking voort te zetten. De heer Romijn zegt, dat het niet de opzet van Burge meester en Wethouders is geweest, het voorstel var, den heer van Stralen op een zoodanige plaats op de agenda te zetten, dat het in het gedrang moest komen. Het College had ver wacht, dat het in de vorige raadsvergadering zou behandeld worden en het is er niet de schuld van, dat het niet is geschied. Al was aan het voorstel het spoedeischend karakter ontnomen door het votum van den Raad, toch heelt het College het in dien geest beschouwd en een dag na de raads- vergadeting, waarin het besluit was genomen, heeft het de zaak laten onderzoeken Den Donderdag daarop is de beslissing van het College gevallen. Op grond van de ingekomen be richten was het van meening, dat op het voorstel van den heer Van Stralen niet moest worden ingegaan. Spreker zal de motiveering van deze beslissing achterwege laten, omdat zij een uitgebreide discussie met zich zou kunnen brengen. Er bestond voor Burgemeester en Wethouders geen aan leiding van hun besluit in een prae-advies op het voorstel van den heer van Stralen mededeeling te doen, omdat het de bedoeling was, dat spreker het een en ander mondeling in den Raad zou mededeelen, aangezien dit, waar het een weinig ingewikkelde kwestie betreft, de eenvoudigste en gemakkelijkste weg zou zijn. Het College zal, gezien de ervaringen van de laatste jaren, voor den a. s. winter nagaan, of het gewenscht is een wijziging in hun voorstel aan te brengen. Het voorstel van den heer van Stralen wordt door den voorsteller ingetrokken en maakt derhalve geen onderwerp van beraadslaging meer uit. XVIII Voorstel van den heer Schüller, inzake den aankoop van een complex terreinen in den Rodenburgerpolder en den Cronesteinpokler. (Zie lug. St. No. 91.) De heer Schüller wenscht over dit voorstel een en ander in het midden te brengen, maar acht het niet gewenscht daarover te spreken, indien hem daartoe niet ten volle de gelegenheid wordt geboden. Spreker kan niet met een enkel woord volstaan. De heer Coster stelt voor, het voorstel geen onderwerp van beraadslaging meer te doen zijn, aangezien de gronden reeds verkocht zijn geworden. De Voorzitter zegt, dat het College van Burgemeester en Wethouders eenzelfde voorstel van orde zouden gedaan hebben, als de heer Coster heeft ingediend, indien zulk een voorstel van orde geen aanleiding zou hebben gegeven tot bespreking, het geen ongetwijfeld wel het geval is. Aangezien spreker deze discussie op dit vergevorderd uur wil voorkomen, geeft hij den heer Coster in overweging zijn voorstel van orde in te

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1932 | | pagina 28