MAANDAG 6 JUNI 1932. 207 Beschikbaarstelling gelden voor aanleg straten nabij (Knuttel e.a.) Rijnsburgerweg. plaatsing van het politieposthuis geen gemeentebelang is gemoeid. Daarmede is alleen gemoeid een belang van de daar gebouwd wordende sociëteit. Wanneer dit politieposthuis niet aan de gemeente hooide, maar aan een particulier, dan zou het bestuur van de sociëteit het aankoopen en doen af breken, omdat het in den weg staat. Welnu, laat men met de gemeente ook op dien voet gaan onderhandelen en laat men vragen, wat het de sociëteit waard is, dat dit posthuis daar verdwijnt. De gemeente staat het niet in den weg; die tijd zal pas aanbreken, wanneer de nieuwe verkeersweg over Binnenvestgracht en Langegracht wordt aangelegd, maar dat ziet spreker in de eerste 10 jaren nog niet gebeuren. Dit voorstel verwondert en ergert spreker. Met zeer dringende openbare werken, b.v. den bouw van de bewaarschool in de Kooi, is nog geen verdere voortgang gemaakt. De heer Splinter merkt op, dat Gedeputeerde Staten het desbetreffende besluit van den Raad nog niet hebben goed gekeurd. De heer Knuttel zegt, dat de school aan de Thorbecke- straat voorloopig niet gebouwd zal worden in verband met de moeilijkheid om aan het rroodige geld te komen. Voor den bouw van een politie-posthuis op de plaats, waar reeds een posthuis staat, wordt echter 10.000.uitgetrokken, omdat het bestaande gebouw de Sociëteit in den weg staat. Indien de Raad dit voorstel aanneemt, doet hij een stap terug naar den regententijd en den tijd van het ongeschokte beheer van het liberalisme, toen de gemeentekas klaar stond om te voldoen aan de verlangens van de heererr der Sociëteit. Spreker zou willen afwachten, of het bestuur der Sociëteit, dat bij den verkoop van het gebouw aan de Breestraat heel voordeelig geboerd heeft, over de brug wil komen. De heer Manders meent, dat deze zaak reeds tot een op lossing is gebracht, toen de erfpachtskwestie met de Sociëteit is geregeld. De verbreeding van de Binnenvestgracht is daarbij onder de oogen gezien en toen is ook de beslissing gevallen, dat het tegenwoordige politieposthuis zou worden opgeruimd. Reeds voordat er sprake was van den bouw van het nieuwe Sociëteitsgebouw heeft spreker aangedrongen op de opruiming van het vieze hoekje te dier plaatse, waardoor tevens een verbeteiing van den verkeersweg zou worden verkregen. Er bestaat toch achter het politieposthuis op het oogenblik een noodzakelijke gelegenheid, die dan tevens verdwijnen zal. In veiband ook met de verkeersregeling op marktdagen is het gewenseht, dat het tegenwoordige politieposthuis wordt vervangen door een ander, dat aan de overzijde wordt ge plaatst. De heer Coster zegt, dat het voor het uitzicht van het verkeer van err naar de Binnenvestgracht zeer zeker ge wenseht is, dat het politieposthuis zoo spoedig mogelijk wordt opgeruimd. De heer Wilbrink dacht in een tijd te leven, waarin alleen de absoluut noodzakelijke werken zouden worden uitgevoerd, terwijl vele werken, die wenschelijk waren, moesten blijven rusten. Wanneer spreker echter dit plan ziet, dat practisch neerkomt op een uitgave van ƒ12.000.voor een politie posthuis (het meubilair is daarbij nog niet inbegrepen), vraagt hij zich af, of het College van Burgemeester en Wethouders bij dit voorstel uitsluitend rekening heeft gehouden met de noodzakelijkheid. De Voorzitter: En met de aangegane verplichting! De heer Wilbrink merkt naar aanleiding van deze inter ruptie op, dat hij zich ook niet direct aangesloten heeft bij de eerste sprekers, aangezien hij nog niet zeker weet, of zij in hun beschouwingen juist waren. Spreker zou daarom graag willen vernemen, of het inderdaad juist is, dat het politie posthuis van die plaats moet verdwijnen. In dat geval is het echter de vraag, of meri geen eenvoudiger plan aan de Binnenvestgracht kan ontwerpen. Op het terrein, dat even verder dicht bij de Beestenmarkt ligt, zou misschien een posthuis kunnen gevestigd worden. Spreker is niet overtuigd van de noodzakelijkheid van het plaatsen van een politieposthuis aan een drukken verkeers weg en meent, dat de bouw er van in een stille wijk meer aanbeveling verdient. Spreker geeft toe, dat door deze oplossing het aesthetisch aanzien van de stad wordt verbeterd en dat het een heel aardig gezicht zal worden, maar den laatsten tijd is zoo Beschikbaarstelling gelden voor aanleg straten nabij (Wilbrink e.a.) Rijnsburgerweg. dikwijls op den voorgrond gesteld, dat de gemeente alleen het strikt noodzakelijke kan doen uitvoeren en dan is bij spreker de vraag gerezen, of men nog zooveel mag besteden aan werken ter verbetering van het aesthetisch aanzien der stad; dat is iets ideëels, maar men moet tegenwoordig noodge dwongen vooral naar het materieele zien, of zooiels zooveel voordeel voor de stad zal opleveren. Een veel goedkooper oplossing was verkregen door het posthuis te verplaatsen naar achter het sociëteitsgebouwdaar is er ook wel gelegenheid voor; die plaats is veel geschikter dan die aan de Steenstraat en dat zou zeker de helft minder kosten. De heer Bergers juicht dit voorstel ten zeerste toe. De verkeerstoestand zal er zeer door worden verbeterd; de nieuwe sociëteit zal een heel aardig gebouw worden en dan staat het posthuis daar tamelijk in den weg. Verder zal de politie dan vanuit haar nieuwe posthuis een flink overzicht over den Stationsweg hebben, waar aanwezigheid van de politie altijd zeer noodzakelijk is. Tevens kan het urinoir daar dat spreker altijd een ergernis is geweest, dan verdwijnen. De heer Knuttel heeft vanmiddag een lans gebroken \oor het behoud van natuurschoon in Warmond, maar het aanzien van de stad is hem toch ook wel wat waard en dat zal hierdoor zeer worden verfraaid. Wanneer de heer Knuttel daar een gebouw liet neerzetten, zou hij er ook niet zoo happig op zijn om zelf een nieuw posthuis te betalen. Bovendien weet spreker niet. of door de gemeente verplichtingen zijn aangegaan om het te verwijderen, wanneer het nieuwe sociëteitsgebouw daar gezet werd. De heer Splinter wijst erop, dat het politieposthuis daar wel degelijk in den weg staat. In het voorstel van het College van 14 Augustus 1931 (Ingekomen Stukken bl. 123) betref fende de overeenkomst met nAmicitia" leest spreker: «Voorts moet het politieposthuis aan de Steenstraat ver dwijnen. In afwachting vari het vinden van een andere ge schikte plaats kan dit posthuis voorloopig nog blijven staan, totdat het nieuwe sociëteitsgebouw in gebruik wordt ge nomen.1' Dit nu zal over enkele maanden gebeuren. De gemeente heeft de verplichting, dit posthuis af te breken. Men kan dus niet, zooals de heer Groeneveld, zeggen, dat het daar niet in den weg staat; dit is wel zoo, ook uit verkeersoogpunthet steekt een heel eind de straat in en moet, los vari den bouw van de nieuwe sociëteit, toch verdwijnen. Ook zooals het plan nu is vastgesteld, komt het posthuis nu in den goeden hoek te staan; het heeft met den nieuwen verkeersweg niels te maken, want die komt juist aan den anderen kant te liggen. De heer Knuttel zegt: er is geen gemeentebelang bij be trokken; waarom onderhandelt men niet met het sociëteits- bestuur. Spreker heeft al gewezen op hetgeen door den Raad besloten is, n.l. dat het posthuis verdwijnen zal; er valt met het sociëteitsbestuur dus niet verder te onderhandelen. In antwoord op de desbetreffende vraag van den heer Wil brink deelt spreker mede, dat de commisssaris van politie er prijs op stelt, dat het posthuis wordt gebouwd aan de Steen straat op de aangeduide plaats. Burgemeester en Wethouders hebben zich naar het verzoek van den commissaris willen richten, omdat hij de man is, die tiet beste weet, waar een posthuis noodig is. Spreker is hel met den heer Wilbrink niet eens, dat de kosten tot de helft zouden kunnen worden terug gebracht. Burgemeester en Wethouders hebben nagegaan, of het mogelijk was met een kleiner posthuis te volstaan, maar de commissaris heeft verklaard, dat het posthuis niet kleiner kon zijn. Werd het aan de Binnenveslgracht gebouwd, dan zou het dezelfde grootte moeten behouden, maar zou alleen de afwerking minder aesthetisch behoeven te zijn. Het vt-rschil in prijs zou dan ongeveer 3000.bedragen. De bouwsom is n.l. 8.800.— en de rest van het bedrag is noodig de gemeente zal het terrein terugkrijgen van het Academisch Ziekenhuis voor het maken van een nieuwen wal- en tuinmuur. Aangezien deze bouw een geheel zal vormen met den bouw van het nieuwe Sociëteitsgebouw, waardoor een aantrekkelijk geheel zal worden verkregen, dat het stadsbeeld zal verfraaien, adviseert spreker den Raad het voorstel van Burgemeester en Wethouders aan te nemen. De heer Knuttel kan niet sterk geponeerd zijn voor het besluit van den l4en Augustus. Toen is, voor zoover het besluit tot iets bindt, op een buitengewoon roekelooze wijze met de gemeentefinanciën omgesprongen. Men had toen moeten voorzien, dat de verplaatsing van het politieposthuis de gemeente eenige duizenden guldens zou kosten, terwijl het alleen zou geschieden in het belang van het bestuur der Sociëteit. Immers: het gebouwtje staat reeds jaren op dezen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1932 | | pagina 27