204 MAANDAG 6 JUNI 1932. Beschikbaarstelling gelden voor aanleg straten nabij (Wilbrink e.a.) Rijnsburgerweg. door de gemeente wordt aanbesteed, straks bij wijze van werkverschaffing moet worden uitgevoerd. Spreker is het met den heer van Stralen eens, dat practisch door de gemeente het gewone werk, dat in normale tijden voor de geschoolde arbeiders openkwam, in dezen tijd van zeer beperkte werkgelegenheid op deze wijze voor die arbeiders zou gesloten worden. Het werk, waarom het in dit geval gaat, is geen werk, dat zich speciaal voor uitvoering bij wijze van werkverschaffing leent. Burgemeester en Wethouders zeggen echter: het is mogelijk dit werk op die wijze uit te voeren en dus moet het ook zoo gebeuren. Daarom zal spreker zijn stem aan dit voorstel onthouden. Hij zou er wel voor kunnen stemmen, indien werd toegezegd, dat het op de gebruikelijke wijze werd uitgevoerd. De heer Knuttel heeft aan de woorden van den heer van Stralen niet veel toe te voegen. Dit is weer een vrij kras staaltje van Ioondruk door de gemeente. Dit is werk, dat in elk geval uitgevoerd moest worden, van bepaald technischen aard, dat technische eischen stelt; men wil dat nu uitvoeren met den krassen Ioondruk der werkverschaffing; spreker vindt dit een zeer in het oog loopend en ergerlijk staaltje van Ioondruk. Door een ingezonden stuk van het Comité tot behartiging van de belangen van het openbaar onderwijs is sprekers aan dacht erop gevestigd, dat hier voorgesteld wordt een toegangs pad te maken voor kinderen, die een daar in aanbouw zijnde bijzondere school zullen bezoeken. Dit paadje ligt spreker niet in den weg; hij zal niet voorstellen het te schrappen, maar het is volkomen overbodig, want die kinderen behoeven geheel niet van het trottoir af; zij behoeven den gevaarlijken Rijns burgerweg niet over te steken, terwijl de kinderen, om naar de nieuwe opleidingsschool in het centrum der stad te komen, verschillende gevaarlijke kruispunten moeten passeerendaarin wordt geen gevaar gezien, maar als het een christelijke school geldt, is het: zeg maar hoe je het hebben wilt en wij zullen het wel klaar maken. De heer Wilmcr kan de totnutoe geheerscht hebbende een stemmigheid niet verbreken. Bij spreker was reeds eerder de vraag gerezen, waarom dit werk in werkverschaffing moet uitgevoerd worden; daartoe is reden, wanneer het alleen wordt uitgevoerd, omdat er werkloosheid is, om ongeschoolden arbeiders werk te verschaffen. Hier geldt het echter een zeer normaal werk, waarvan spreker vooralsnog niet kan inzien, dat het in werkverschaffing moet gebeuren. Beschouwt men dit werk als werkverschaffing, dan zullen er weinig werken in deze gemeente ter hand genomen worden, die geen werk verschaffing zijn. De heer Schüller zegt, dat in het Ingekomen Stuk wordt gezegd, dat de Commissie van Fabricage overeenkomstig dit voorstel zou hebben geadviseerd. In de Commissie van Fabri cage is wel de aanleg van dezen weg behandeld, maar niet de wijze van uitvoering l Wel heeft de Wethouder mede gedeeld, dat het voornemen was dit in werkverschaffing te doen; spreker heelt zich direct daartegen verklaard. Anders zou de indruk gewekt kunnen worden, dat de commissie daarmede mee zou gaandat is echter niet besproken. De heer Eikerbout kan met dit voorstel niet meegaan, te meer waar dit geen werk is, dat in werkverschaffing dient uitgevoerd te worden. Men zou er even goed toe kunnen overgaan al het andere werk bij wijze van werkverschaffing te laten uitvoeren. Het gaat echter niet aan werken als dit als objecten voor werk verschaffing aan te duiden. Op de vraag, wat er zal gebeuren, wanneer het voorstel niet in dezen vorm wordt aangenomen, hoorde spreker terloops van een lid der Commissie van Fabricage als antwoord dan gebeurt er niets. Spreker zou gaarne willen vernemen, of dit antwoord inderdaad juist is. Wanneer het hierbij inder daad gaat om een belangrijke zaak, mag het niet afstuiten op het bedrag van 4300.dat de gemeente als subsidie van het Rijk zou ontvangen. De heer Bosman is ook van meening, dat dit werk niet kan worden beschouwd als een speciaal object voor werk verschaffing. Alleen wanneer het anders niet mogelijk zou zijn het geld te verkrijgen, dat voor de uitvoering van het werk noodig is, zou spreker zijn stem aan het voorstel in dezen vorm willen verleenen. Hij vindt het minder juist om werken, die men in ieder geval zou moeten uitvoeren, te beschouwen als objecten voor werkverschaffing. Beschikbaarstelling gelden voor aanleg straten nabij (Manders e.a.) Rijnsburgerweg. De heer Manders had aanvankelijk niet de bedoeling zich in deze discussie te mengen, maar acht het toch gewenscht als lid van de Commissie van Fabricage te verklaren, dat hij dit geen werk acht, hetwelk voor uitvoering bij wijze van werkverschaffing in aanmerking komt. Deze vraag is in de Commissie van Fabricage even ter sprake gekomen en toen heeft de heer Schüller zich er onmiddellijk tegen verklaard, doch de overige leden van de Commissie hebben haar opzet telijk uit de debatten gehouden, omdat de Commissie alleen stond voor de vraag, of dit werk al of niet diende uitgevoerd te worden. De Voorzitter heeft zeer onlangs van iemand, die het weten kon, de opmerking vernomen, dat de korte duur van de vergaderingen van den Raad van 's-Gravenhage een gevolg is van de omstandigheid, dat de zaken daar in de commissies worden behandeld. De heer Splinter acht het gewenscht de drie leden van de Commissie van Fabricage, die thans aan de discussie hebben deelgenomen, er aan te herinneren, dat de Commissie in de eerste plaats heeft behandeld het voorstel om dit werk op de gewone wijze uit te voeren, maar in een volgende vergadering, waarin de heer Schüller niet aanwezig was, de vraag onder de oogen heeft gezien, of het inderdaad, overeenkomstig het denkbeeld van Burgemeester en Wethouders, die na de eerste vergadering van de Commissie op deze gedachte waren ge komen, mogelijk zou zijn, dit werk als een object voor werk verschaffing te beschouwen. De Commissie bracht op 29 April het volgende advies aan Burgemeester en Wethouders uit: »Wij kunnen ons met uitvoering van den wegaanleg, bedoeld in het hierbij weder teruggaande rapport van den Directeur der Gemeentewerken, bij wijze van werkverschaffing en met inachtneming van de aangegeven wijzigingen vereenigen. Ook de aanleg van een pad naar den Van Slingelandtweg heeft onze instemming. Slechts komt het ons voor, dat dit pad vooralsnog ook opengesteld dient te worden voor rijwielen; anders heeft het o. i. voor de schoolkinderen veel minder be- teekenis. Mocht blijken, dat daaraan bezwaren zijn verbonden, dan kan het pad altijd nog voor fietsers worden afgesloten. Wij geven Uw College derhalve in overweging de voor dezen wegaanleg noodige gelden bij den Raad aan te vragen." De heer Bosman is in de tweede vergadering der Commissie wel aanwezig geweest. De heer Bosman heeft in de Commissie van Fabricage gezegd, zich wet met deze wijze van uitvoeren te kunnen vereenigen, in de meening dat geen andere weg mogelijk was. De heer Splinter stelt vast, dat de heer Bosman en de andere leden der Commissie, die de tweede vergadering hebben bijgewoond, zich hebben vereenigd met het advies om het werk bij wijze van werkverschaffing te doen uitvoeren en vermoedt, dat de heeren zich dit nu weer zullen herinneren. De heer Manders herinnert het zich niet. De heer Splinter zegt, dat het toch inderdaad zoo is. Wat de werkverschaffing zelf betreft, deze zaak laat spreker ter behandeling over aan den heer Romijn, die zich altijd met deze zaak belast. Spreker stemt toe, dat dit een normaal werk en een gewone uitvoering is, maar juist omdat Gede puteerde Staten nog niet het Raadsbesluit inzake het werk aan de Houtlaan hebben goedgekeurd, doet het College dit voorstel, om alvast dit werk in werkverschaffing te kunnen uitvoeren. Spreker erkent, dat op die manier alle werken in werk verschaffing kunnen worden uitgevoerd, maar dat is de be doeling niet van het College; dat ziet men ook wel uit de geregelde aanvragen om geld voor verschillende werken, die nooit in werkverschaffing worden uitgevoerd. Den heer Knuttel antwoordt spreker dat, al kwam daar een openbare school, bet College toch met dit voorstel om een toegangspaadje te maken gekomen was; de meeste kinderen voor die school komen uit de daarachter liggende wijk. Het schoolbestuur had eerst de school willen hebben op het voor villabouw bestemde terrein aan den Leidschen Hout; daar tegen heeft het gemeentebestuur zich verzet, maar spreker heeft toen als compensatie, waar men er prijs op stelde, dat de kinderen niet langs den drukken Rijnsburgerweg behoef den te gaan, beloofd een toegangspaadje te laten maken naar de school; dit was dus niets anders dan een concessie om aldus de school niet te krijgen op het villaterrein, maar op de tegenwoordige plaats. De heer Romijn zegt, dat het voor hem niet prettig is

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1932 | | pagina 24