192 MAANDAG 6 JUNI 1932. (van Eek e.a.) aanwezig, in den persoon van iemand, die volkomen op de hoogte is en dat ook wel naar den eisch kan. Dat niet alle Raadsleden dit adres geheel kennen, kan geen bezwaar zijn tegen behandeling; de hoofdzaken zijn bekend; hoofdzaak is wat hier in den Raad behandeld is. Bovendien, al wacht men 14 dagen, dan zijn de Raadsleden niet beter ingelicht dan nu. Tegen spoedeischende behandeling kunnen dus geen ernstige bezwaren aangevoerd worden. Een tweede reden, voor spreker de hoofdreden, is dat hij in deze zaak gevoelt een stuk klassenstrijd; wanneer het een zaak gold, ten aanzien waarvan de bourgeoisie prijs stelde op onmiddellijke behandeling, dan zou de Raad niet zoovele bezwaren maken en zoeken. Het gaat hier echter om de behandeling van de belangen van een reeks van de meest beklagenswaardige ingezetenenspreker wenscht zich zelf en geen der Raadsleden toe, dat zij ook het slachtoffer zullen moeten worden van Maatschappelijk Hulpbetoon. Nu is bij velen, niet alleen bij de sociaal-democraten, de indruk gewekt, dat de verzorging van hun belangen door Maatschappelijk Hulpbetoon niet voldoende geschiedde. Spreker zegt niet, dat de beraadslaging over dit adres tot verbetering zal leiden, maar het is tenminste een ernstige poging, die wordt voort gezet; men was hier in den Raad uitgepraat. Mevr. Braggaar de Does kwam herhaaldelijk in de sociaal-democratische fractie met de woorden: wat moet ik er toch aan doen; al mijn ernstige pogingen tot verbetering worden verworpen. Spreker heeft toen gezegd: breng het dan in publieke Raadszitting en win het oordeel van de publieke opinie erover in. De discussie leidde er toe, dat men de juistheid van de woorden van mevrouw Braggaarde Does in twijfel trok; de sociaal democraten konden dat ook niet precies beoordeelen. Toen was de Raad zoo buitengewoon zwak om een onpartijdig onderzoek, dat de sociaal-democraten als onpartijdig aan vaardden, terwijl zij wisten, dat die commissie grootendeels zou bestaan uit personen, die waarschijnlijk ten aanzien van Maatschappelijk Hulpbetoon andere denkbeelden zouden hebben dan zij, af te wijzen! Daarmede waren de sociaal-democraten machteloos. Nu komt dit adres, door de sociaal-democraten niet uitgelokt, maar door Maatschappelijk Hulpbetoon zelf op de publieke markt geworpen. Er is dus alle reden om die zaak niet uit te stellen, maar om haar onmiddellijk te bespre ken, om ten minste te zien wat er aan te doen is. De Raad kan dan een indruk krijgen omtrent de vraag wie gelijk heeft. Het is mogelyk, dat de Raad terugkeert van de dwalingen zijns weegs en de wenschelijkheid uitspreekt, dat in het belang van de hulpbehoevenden en ter gerust stelling van de openbare meening de zaak nog eens wordt onderzocht. Waarom moet er 14 dagen worden gewacht? De Raadsleden, die zooveel bezwaar hadden tegen dadelijke be handeling, hadden in plaats van naar de koffiekamer te gaan even kennis kunnen nemen van den inhoud van het adres, dan waren zij op de hoogte geweest. Spreker gevoelt dit als een stuk klassenstrijd en nu zoeken spreker en de zijnen dien niet, maar als hij woedt, zullen zij hem aanvaarden. Door de houding van den Raad worden hier achtergesteld hooge belangen van een zeer belangrijk deel van de ingezetenen, waarvoor naastenliefde en solidari teitsgevoel de Raadsleden voortdurend op de bres moeten doen staan en terwille waarvan zij al het mogelijke moeten doen om zoo spoedig mogelijk verbetering in den toestand te brengen. En dan vindt spreker de bezwaren, welke tegen dadelijke behandeling worden aangevoerd, onbeteekenerid. Hij verklaart, dat Burgemeester en Wethouders om een prestige kwestie de zaak niet direct willen behandelen. Sprekers fractie heeft laten zien, dat zij, als zij wil, de zaken kan ophouden zij zou dat nog langer kunnen doen om in het licht te stellen, dat het niet aangaat dat, wanneer een groote fractie onmiddellijke behandeling verlangt van een zaak, waarbij de belangen van vele ingezetenen zijn betrokken, Burgemeester en Wethouders en de meerderheid van den Raad zeggen, dat er geen haast bij is en de behandeling nog wel '14 dagen kan wachten. Dat is een afkeurenswaardige tactiek. Sprekers fractie heeft zich er thans tegen verzet en zal dat blijven doen, ook al wordt haar verweten, dat zij partijpolitiek van het minste allooi voert. Spreker en zijn partijgenooten zijn overtuigd, dat wat zij doen en zeggen in het algemeen belang is. De heer Knuttel voegt spreker toe: in het arbeidersbelang Onder het algemeen belang verstaat spreker in het bijzonder bet arbeidersbelang. Dat wordt door sprekers fractie in den Raad steeds gediend. Mevrouw Braggaarde Does heeft er zich eenigszins over verwonderd, dat de Voorzitter zeide er niet tegen te zijn, dat er iets gebeurde, een onderzoek of zoo iets. Immers, na de beleediging, haar aangedaan, heeft zij haar bekende voorstel ingediend en toen heeft de Voorzitter haar verzocht het in te (Braggaarde Does e.a.) trekken, terwijl hij, toen zij dit weigerde, de aanneming er van heeft ontraden. Spreekster begrijpt die verandering in de houding van den Voorzitter niet; deze is blijkbaar niet meer tegen de benoeming van een commissie van onderzoek. Spreekster handhaaft haar meening, dat uitstel noodlottig zou zijn met het oog op den toestand in de gemeente. Men moet niet van de gedachte uitgaan dat, als men het zelf niet ziet, het niet zoo erg is. De toestand is critiek en mede door de behandeling van dit adres kan er verbetering in gebracht worden. Alles wat spreekster zeide was onjuist en onwaar. De behandeling van dit adres kan uitgesteld worden, maar afge steld wordt die niet; dit komt toch aan de orde. Wanneer nu werkelijk alles wat spreekster zeide onjuist en onwaar was, dan is het spreekster een raadsel dat in de eerstvolgende vergadering van Maatschappelijk Hulpbetoon besluiten geno men zijn als toen genomen zijn; spreekster heeft daarvan eenige aanteekeningen gemaakt, die onderzoek door een com missie kunnen velen; daarover kunnen inlichtingen ingewon nen worden. Spreekster kan daarop nu niet uitvoerig ingaan; in een enkel blad is spreekster onvolledigheid verweten; spreekster zal op dit punt het volle pond geven en alles zooveel mogelijk toelichten; zij zal ook geen geloof op gezag eischen, maar is nog bereid haar voorstel van toen tot instel ling van een commissie van onderzoek te handhaven; spreek ster hoopt, dat het aangenomen zal worden; dan kan alles wat zij gezegd heeft, onderzocht worden. Nu werpt het toch wel een eigenaardig licht op deze zaak, wanneer men kennis neemt van de besluiten, door Maatschappelijk Hulpbetoon genomen in zijn eerste vergadering na de behandeling der begrooting, op 15 December 1931. De Voorzitter verzoekt mevr. Braggaarde Does daarop nu niet in te gaan. Mevrouw Braggaarde Does gaat heelemaal niet op dit adres in; zij spreekt juist over de wijze van behandeling van deze zaak; de aangeklaagde mag zich toch verdedigen. Dit adres houdt niet alleen in een beleediging van spreekster, maar zegt ook, dat de toestand voor de arbeiders niet zoo slecht is als spreekster geschilderd heeft, dus dat verbetering niet zoo dringend noodzakelijk is. Het is van zeer veel belang om vandaag nog over te gaan tot behandeling van deze zaak. De besluiten, in de vergadering van Maatschappelijk Hulp betoon na de behandeling der begrooting genomen, De Voorzitter zegt, dat het nu alleen gaat over de wijze van behandeling van dit adres. De quaestie van de behande ling der zaken in Maatschappelijk Hulpbetoon is nu niet aan de orde. Mevrouw Braggaarde Does begrijpt dat volkomen en begint daaraan niet, maar achtte het noodzakelijk te bewijzen, dat de woorden, door den Voorzitter en den Wethouder tot haar gericht, als zou alles wat zij zeide onjuist zijn, niet verdiend zijn. Dit blijkt uit hetgeen op de eerste vergadering van Maatschappelijk Hulpbetoon na de begrooting besloten is; dit gaat dus buiten het adres om. Spreekster wil er alleen op wijzen dat, als zij dan op onware en onwaardige wijze den Raad heeft ingelicht en zulke ernstige verdachtmakingen heeft geuit, het eigenaardig aandoet, dat in de vergadering van Maatschappelijk Hulpbetoon van 15 December is besloten aan een gezin van vier personen, dat vroeger 5.of 7.50 uitkeering kreeg, 12.50 toe te kennen en aan een ander gezin, dat vroeger alleen brood, melk en huishuur kreeg, 2.50 daarbij te geven. Verder is in die vergadering besloten een tweede loket te laten maken, opdat de menschen, die komen stempelen, niet zoo lang behoeven te wachten. Iedereen kan weten hoe vaak menschen, die bij Maatschap pelijk Hulpbetoon om hulp komen vragen, worden afgewezen. Op 6 December werkloos geworden, had een gezin van 3 per sonen steun gevraagd en die aanvrage werd in de vergadering van 15 December behandeld; er werd een uitkeering toege wezen van 10.per week. Aan een handelaar werd in diezelfde vergadering toegekend een uitkeering van 10.per week en een borgstelling van 25.-. Alle aanvragen om versterkende middelen werden ingewil ligd in die vergadering, en in elke vergadering, welke spreekster bijwoonde, werden tot nu toe alle gevraagde versterkende mid delen nog steeds verstrekt. Nu moge alles wat spreekster heeft aangevoerd onjuist zijn, dit heeft zij althans met haar optreden bereikt. De Voorzitter geeft mevrouw Braggaar in overweging niet voort te gaan met het geven van voorbeelden. Wanneer het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1932 | | pagina 12