83
worpen tarief, dat gelijk is aan de te Amsterdam en 's-Graven-
hage geldende tarieven en lager dan die van onderscheidene
andere gemeenten, waar de leges voor bouwvergunningen
ook worden geheven naar rato van de bouwkosten.
Verder komt het ons gewenseht voor de rechten voor
huwelijksvoltrekkingen, welke geschieden op anderen tijd,
dan voor kostelooze voltrekking is bepaald, eenige verhoo
ging te doen ondergaan, evenals het tarief voor nasporingen
bij abonnement, terwijl, omdat de behoefte daaraan is ge
bleken, een tarief is opgenomen voor abonnementen op
dagelijks uit te geven lijsten, vermeldende de in de gemeente
plaats gehad hebbende geboorten, huwelijksaangiften, huwe
lijken en sterfgevallen.
Met het oog op de voorgenomen invoering van een ander
systeem voor contróle op de verantwoording van de ont
vangen leges door middel van op de stukken te bevestigen
zegels, vermeldende het bedrag der verschuldigde leges, ver
dient het voorts aanbeveling de te heffen bedragen voorde
daarvoor in aanmerking komende stukken meer uniform te
maken, om een te groote verscheidenheid van zegels, welke
voorhanden moeten zijn, te voorkomen. De in verband hier
mede voorgestelde verhooging van rechten voor die stukken
is alleszins door de aan de diensten verbonden werkzaam
heden gewettigd.
Onder opmerking, dat de aangebrachte wijzigingen en aan
vullingen, welke naar het ons voorkomt geen nadere toe
lichting behoeven, in den in de Leeskamer ter visie liggen-
den afdruk van de thans geldende heffingsverordening met
rooden inkt zijn aangebracht, geven wij II we Vergadering
alsnu, onder verwijzing naar de adviezen van de Commissiën
van Fabricage en Financiën en naar de verder ter visie
liggende stukken, in overweging tot vaststelling van de
navolgende verordeningen over te gaan:
I. VERORDENING,
houdende wijziging van de verordening van 13 Juni '1918
Gemeenteblad No. f25), regelende de heffing van leges-en
expeditiegelden ter Secretarie, bij het Oud-Archief
en aan het Bureau van den Burgerlijken Stand
te Leiden, laatstelijk gewijzigd bij veror
dening van 9 Maart 1925 (Gemeente
blad No.
Abtikel I.
Het bepaalde onder A van artikel 1 wordt gelezen:
„A. Geschreven stukken.
a. Voor elke akte van aanstelling tot een tijdelijke of vaste
bediening, waaraan eenige belooning is verbonden 0.50
b. Voor elke gunstige, hieronder begrepen een niet geheel
afwijzende, beschikking op een verzoekschrift, met uitzon
dering van de vergunningen bedoeld sub B en C, voor iedere
beschreven bladzijde, gedeelten van bladzijden voor geheele
gerekend,0.50
c. Voor elk afschrift van of uittreksel uit registers, akten
of stukken, niet berustende in het Oud-Archief of uit stukken,
welke volgens de artikelen 79 en 206 van de Gemeentewet
tegen betaling van de kosten verkrijgbaar zijn en behoudens
het bepaalde in artikel 2 der wet van 23 April 1879 (Staats
blad No. 72), gewijzigd bij de wet van 20 Juni 1913 (Staats
blad No. 294), per bladzijde, gedeelten van bladzijden voor
geheele gerekend,0.50
d. Voor elk afschrift van of uittreksel uit registers, akten
of andere stukken, berustende in het Oud-Archief, datee
rend van en na het jaar 1700, per bladzijde, gedeelten van
bladzijden voor geheele gerekend, 0.50 en dateerend vóór
het jaar 1700, per bladzijde, gedeelten van bladzijden voor
geheele gerekend,0.75
e. Voor elke legalisatie van een handteekening of waar
merking van eenig stuk0.50
Voor elk bewijs van Nederlanderschap ten behoeve van
het reizen of het verblijf in het buitenland, anders dan ter
uitoefening van de buitenlandsche zeevaart als beroep, voor
elk buitenland sch paspoort en voor elke verlenging van een
buitenlandsch paspoort1.
Voor elk bewijs van Nederlanderschap, niet bedoeld in de
vorige alinea0.50
g. Voor elke verklaring van gegoedheid, borgtocht, goed
gedrag, certificaat van oorsprong, gezondheidspas, binnen-
landsch paspoort of andere verklaring omtrent personen of
zaken, behoudens het bepaalde sub h, 0.50
h. Voor elke verklaring van goed zedelijk gedrag, welker
overlegging ingevolge wettelijk voorschrift betreffende het
onderwijs of ingevolge eenig ander wettelijk voorschrift wordt
gevorderd,0.25
i. Voor elke afgegeven attestatie de vita, niet bedoeld in
artikel 20.50
j. Voor elk niet onderteekend bewijs van inschrijving in
de registers van den Burgerlijken Stand0.25
k. Voor elk bewijs van inschrijving in het bevolkingsregister,
in het bijzonder belang van den aanvrager verstrekt, 0.50
l. Voor elk duplicaat vaccinatie-bewijs f 0.25
m. Voor ingevolge de Jachtwet 1923 afgegeven jachtakten:
1°. voor een groote jachtakte tot alle geoorloofd jacht
bedrijf 15.
2°. voor een groote jachtakte als boven met uitzondering
van de valkenjacht7.50
3°. voor een logeerakte5.
4°. voor een kleine jachtakte tot het vangen van water
wild met netten, waarvan het gebruik geoorloofd is 2.50
n. Voor elk huwelijks- of familieboekje, tenzij afgegeven
bij de huwelijksvoltrekking,0.50"
Abt. II.
Na het bepaalde sub A van artikel 1 wordt ingevoegd:
„B. Bouwvergunningen.
a. Voor elke vergunning als bedoeld in artikel 6, eerste
lid, sub a, van de Woningwet, indien de begrooting der
bouwkosten beloopt:
20.000.— of minder, twee en half per mille, berekend
over elk geheel bedrag van 100.met een minimum
van 1.
meer dan 20.000.doch niet meer dan 200.000.
ƒ50.benevens twee per mille voor elk geheel bedrag van
ƒ1.000.boven f 20.000.
meer dan ƒ200.000.-, doch niet meer dan ƒ500.000.
410.benevens anderhalf per mille voor elk geheel bedrag
van ƒ1.000.boven ƒ200.000.
meer dan ƒ500.000.860.alsmede één per mille voor
elk geheel bedrag van ƒ1.000.boven 500.000.
Voorzoover de begrooting van de bouwkosten betrekking
heeft op meer dan vijf woningen van eenzelfde type, wordt
het verschuldigde berekend over de gemiddelde bouwkosten
van vijf woningen.
Strekt eene vergunning ter vervanging van eene vroeger
verleende vergunning of tot afwijking van het bouwplan,
overeenkomstig hetwelk zoodanige vergunning is verleend,
dan is verschuldigd 5.tenzij:
1°. de leges voor de oorspronkelijke vergunning minder
hebben bedragen, in welk geval hetzelfde bedrag verschuldigd
is als voor de oorspronkelijke vergunning;
2°. door de afwijking van het oorspronkelijke bouwplan
de bouwkosten stijgen, in welk geval het verschuldigde
wordt berekend over de nieuwe begrooting van de bouw
kosten, doch met aftrek van de reeds betaalde leges, met
dien verstande evenweldat als minimum ƒ5.— verschuldigd is
3°. de vergunning zoodanig afwijkt van de vroeger ver
leende vergunning of door de afwijking het bouwplan zoo
danig gewijzigd wordt, dat dit redelijkerwijze als een nieuw
plan moet worden aangemerkt.
Strekt eene vergunning ter vervanging van eene vroeger
verleende vergunning en hebben Burgemeester en Wethouders
toegestaan, dat van de bescheiden en teekeningen, belioorende
bij de vroegere vergunning, wordt gebruik gemaakt, dan is
verschuldigd 1.tenzij:
1°. wijzigingen in de boscheiden en teekeningen zijn aan
gebracht, tengevolge waarvan de bouwkosten stijgen, in welk
geval het verschuldigde wordt berekend over de nieuwe be-
grooting der bouwkosten, doch met aftrek van de reeds
betaalde leges;
2°. de bescheiden en teekeningen zoodanig zijn gewijzigd,
dat redelijkerwijze het plan als een nieuw moet worden aan
gemerkt.
Onder bouwkosten worden verstaan de kosten van bouwen,
vernieuwen, veranderen of uitbreiden, geheele afwerking
inbegrepen.
Het bedrag der verschuldigde leges wordt afgeleid uit
eene bij de aanvrage van de vergunning over te leggen raming
van de bouwkosten. Indien deze raming onjuist wordt geacht,
of indien zij niet wordt overgelegd, geschiedt de heffing naar
de getaxeerde bouwkosten.
b. Voor elke vergunning als bedoeld in artikel 6, eerste
lid, sub b, van de Woningwet1.
c. Voor elke vergunning als bedoeld in artikel 73, tweede
lid, van de Woningwet of in het Ketenbesluit 1924, een
bedrag berekend overeenkomstig het tarief vervat sub a,
tenzij geen bouwen, vernieuwen, veranderen of uitbreiden
plaats heeft, in welk geval 1.verschuldigd is.
O. Hinderwetvergunningen.
Voor elke vergunning, als bedoeld in de artikelen 1 of 14
van de Hinderwet,5.