72 der meubilair, en op 2900.voor zooveel de bijkomende werken aangaat, n.l. het maken van een gedeelte walmuur langs de singelgracht, het plaatsen van een afscheiding langs den tuin, het aanleggen van bestrating, beplanting enz. derhalve in totaal op 11.700. Aangezien de voor uitvoering van het plan benoodigde grond, op de kaart met een roode lijn omgeven, deel uit maakt van het bij akte d.d. 30 November 1866 door de gemeente Leiden kosteloos aan den Staat der Nederlanden gegeven terrein voor den bouw van een Academisch Zieken huis, is aan het Rijk gevraagd het terreingedeelte weder ter beschikking van de gemeente te stellen. De onderhandelingen over teruggave van bedoelden grond door den Staat, hebben in beginsel reeds tot overeenstem ming geleid; slechts hebben de rijksautoriteiten te kennen gegeven het niet wenschelijk te achten, dat het aan den openbaren weg te verhelen straatgedeelte voor parkeerruimte wordt bestemd, zooals aanvankelijk in de bedoeling heeft gelegen. Onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie lig gende stukken geven wij Uwe Vergadering, in overeenstem ming met het advies van de Commissie van Fabricage, derhalve in overweging te besluiten: a. van den Staat der Nederlanden in eigendom terug te nemen het op de overgelegde kaart rood omlijnde gedeelte grond, ter grootte van 300 M2., kadastraal bekend ge meente Leiden, sectie A, No. 883 (gedeeltelijk), deel uit makende van het bij akte d.d. 30 November 1866 door de gemeente Leiden kosteloos aan den Staat der Nederlanden gegeven terrein voor den bouw van een Academisch Zieken huis, zulks op den nader door ons College met den Staat overeen te komen voet; b. door vaststelling van den overgelegden staat, model D, tot wijziging van de gemeentebegrooting, dienst 1932, een bedrag van 11.700.ter beschikking van ons College te stellen voor het bouwen van een nieuw politieposthuis op den sub a vermelden grond en het uitvoeren van bijkomende werken, ter vervanging van het te sloopen posthuis aan de Oostzijde van de Steenstraat. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 125. Leiden, 27 Mei 1932. Tengevolge van de door Uwe Vergadering op den 9den Mei j.l. genomen besluiten tot opheffing van bestaande en stichting van nieuwe openbare scholen voorlager onderwijs, kunnen twee hoofden van scholen en twee onderwijzeressen, benevens het ter voorloopige voorziening van vacatures in dienst 'zijnde tijdelijk onderwijzend personeel worden gemist en is het noodig verschillende overplaatsingen van hoofden en verder onderwijzend personeel tot stand te brengen. Een van de hoofden, aan wien naar onze meening ontslag moet worden verleend, de heer J. C. B. Hüner, thans hoofd van de school op het Schuttersveld A, kan echter de vacature vervullen, die met ingang van 1 Augustus a.s. ontstaat, doordat de heer M. W. Karstens, hoofd van de school aan de Paul Krugerstraat A, op dien dag den dienst, wegens het bereiken van den 65-jarigen leeftijd, zal verlaten. Het ligt in onze bedoeling den heer Hüner voor het tijdvak, liggende tusschen den datum van zijn ontslag als hoofd van de school op het Schuttersveld A en 1 Augustus a.s., te benoemen tot tijdelijk hoofd van de school aan de Paul Krugerstraat Azulks wegens ziekte van den heer Karstens. Te Uwer informatie deelen wij nog mede, dat vervroegd ontslag van den heer Karstens, in verband met diens pen sioenrechten, niet wel mogelijk is. Het andere hoofd eener school, dat voor ontslag in aan merking komt, n.l. Mej. A. M. E. de Leeuw, thans hoofd van de eerlang op te heffen meisjes-opleidingsschool voor U.L.O. aan de Boommarkt, is bereid een benoeming tot onderwijzeres aan de opleidingsschool voor Gymnasium en H.B.S. aan de Aalmarkt te aanvaarden. Het spreekt o. i. wel van zelf, dat voor beide benoemingen, n.l. die van den heer Hüner tot hoofd van de school aan de Paul Krugerstraat A en van Mej de Leeuw tot onder wijzeres aan de school aan de Aalmarkt, in de gegeven omstandigheden, geen voordracht van drie personen kan worden aangeboden. Verder kan, wegens opheffing van hare betrekking, ont slag worden verleend aan de dames G. Zindel en A. G. Pitlo, thans beide onderwijzeres aan de op te heffen meisjes school aan de Boommarkt. Onder opmerking, dat wij ons geheel kunnen vereenigen met het op al deze personeelszaken betrekking hebbende advies van den Inspecteur van het lager onderwijs in deze inspectie, geven wij U, met verwijzing naar dat advies, in overweging, met ingang van een nader door ons College te bepalen dag I. wegens opheffing van hunne betrekking eervol ontslag te verleenen aan a. den heer J. C. B. HÜNER, als hoofd van de o. 1. school op het Schuttersveld -\, b. Mej. A. M. E. DE LEEUW, als hoofd van de meisjes opleidingsschool voor U. L. O. aan de Boommarkt, c. Mej. G. ZINDEL, als onderwijzeres aan de meisjes opleidingsschool voor U. L. O. aan de Boommarkt en d. Mej. A. G. PITLO, als onderwijzeres aan de meisjes opleidingsschool voor U. L. O. aan de Boommarkt II. den heer J. C. B. HÜNER alhier te benoemen tot hoofd van de o. 1. school aan de Paul Krugerstraat A; III. Mej. A. M. E. DE LEEUW alhier te benoemen tot onderwijzeres aan de opleidingsschool voor Gymnasium en H. B. S. aan de Aalmarkt IV. a. den heer M. VAN RIJSWIJK, thans hoofd van de o. 1. school aan de Medusastraat B, te stellen aan het hoofd van de nieuwe opleidingsschool voor Gymnasium en H. B. S. aan de Boommarkt, b. den heer J. C. VAN SCHAIK, thans hoofd van de o. 1. school aan de Duivenbodestraat B, te stellen aan het hoofd van de o. 1. school aan de Medusastraat B, c. den heer F. W. ZEELENBERG, thans hoofd van de o. 1. school op het Schutterveld B, te stellen aan het hoofd van de nieuwe o. 1. school op het Schuttersveld en d. den heer J. BROEZE, thans hoofd van de o. 1. school aan de Haverstraat B, te stellen aan het hoofd van de nieuwe o. 1. school aan de Duivenbodestraat; V. over te plaatsen naar: a. de nieuwe opleidingsschool voor Gymnasium en H.B.S. aan de Boommarkt: 1°. den heer H. VAN LIENDEN, thans onderwijzer aan de opleidingsschool voor Gymnasium en H.B.S. aan de Aalmarkt, 2°. den heer M. J. v. d. E NDE, thans onderwijzer aan de opleidingsschool voor Gymnasium en H.B.S. aan de Aalmarkt, 3°. Mej. J. J. DE BRUIN, thans onderwijzeres aan de opleidingsschool voor Gymnasium en H.B.S. aan de Aalmarkt, 4°. Mej. J. C. EGGINK, thans onderwijzeres aan de op leidingsschool voor Gymnasium en H.B.S. aan de Aalmarkt, en 5°. Mej. M. SLOTHOUWER, thans onderwijzeres aan de meisjes-opleidingsschool voor U.L.O. aan de Boommarkt; b. de nieuwe o.l. school aan de Duivenbodestraat: 1°. den heer J. TJALSMA, thans onderwijzer aan de o. 1. school aan de Duivenbodestraat B, 2°. Mej. F. D. OOSTDIJK, thans onderwijzeres aan de o. 1. school aan de Duivenbodestraat B, 3°. Mej. A. M. DE HAAN, thans onderwijzeres aan de o.l. school aan de Duivenbodestraat B, 4°. Mej. G. L. MOUWEN, thans ondeiwijzeres aan de o. 1. school aan de Haverstraat B en 5°. Mej. V. E. DIETRICH, thans onderwijzeres aan de o.l. school aan de Haverstraat B; c. de o. I. school aan de Paul Krugerstraat A Mej. S. C. W. BADER, thans onderwijzeres aan de o. 1. school op het Schuttersveld A; d. de o. I. school aan de Paul Krugerstraat B: Mej. A. C. VAN HOUWELINGEN, thans onderwijzeres aan de meisjes-opleidingsschool voor Ü.L.O. aan de Boom markt e. de o. I. school aan den Zuidsingel B: Mej. J. M. HILARIUS, thans onderwijzeres aan de op leidingsschool voor Gymnasium en H.B.S. aan de Aalmarkt de o. I. school aan de Medusastraat A Mej. G. J. J. ANTONY, thans onderwijzeres aan de meisjes-opleidingsschool voor U.L.O. aan de Boommarkt;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1932 | | pagina 8