71
deel te water c. a. geen belang heeft, bestaat o.i. tegen den
verkoop geen bezwaar.
Onder mededeeling, dat adressant accoord gaat met
den gevraagden prijs van 1300.in totaal, geven wij Uwe
Vergadering, in overeenstemming met het advies van de
Commissie van Fabricage, in overweging aan C. Brandse,
te Leiden, te verkoopen het op de overgelegde kaart met
roode arceering aangegeven gedeelte verdronken rietland en
water, gelegen aan de Haarlemmertrekvaart, kadastraal
bekend gemeente Warmond, sectie C, No. 333 (ged.), groot
4300 M2., tegen den prijs van ƒ1300.in totaal, zulks
ten behoeve van het maken van een gelegenheid tot berging
van bootjes.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 122. Leiden, 23 Mei 1932.
Het perceel aan de Havenkade, kadastraal bekend ge
meente Leiden, sectie C, No. 1897, waarop een pakhuis van
den heer P. J. Fontein is gebouwd, is voor het op de bijge
voegde kaart met groene kleur aangegeven gedeelte, groot
66 M2., eigendom van de gemeente Leiden. Voor het gebruik
van dit gedeelte grond wordt een recognitie van ƒ60.—per
jaar betaald.
Teneinde de onregelmatigheid, dat zijn pakhuis niet geheel
op eigen grond staat, uit den weg te ruimen, is van den
heer Fontein een aanvraag ingekomen om bedoeld strookje
grond van de gemeente te mogen koopen.
Aangezien de gemeente bij het behoud van den grond
geen belang heeft, bestaat tegen inwilliging van het verzoek
noch bij de Commissie van Fabricage, noch bij ons College,
bezwaar. Adressant gaat accoord met den gevraagden piijs
van 15.per M2. en met de aan den verkoop te ver
binden voorwaarde.
Onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende
stukken geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging
te besluiten aan P. J. Fontein, te heiden, tegen den prijs
van ƒ15.per M2. te verkoopen het op de overgelegde
kaart met groene kleur aangegeven gedeelte van het perceel,
kadastraal bekend gemeente Leiden sectie C, No. 1897,
groot 66 M2., gelegen aan de Havenkade, zulks onder voor
waarde, dat de akte zal worden gepasseerd door een door
ons College aan te wijzen notaris.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 123. Leiden, 23 Mei 1932.
In verband met den bouw van eene bijzondere school ten
noordoosten van den Eijnsburgerweg, aan de Adriaan Pauw
straat, is het noodig tot aanleg van deze straat en van een
verbindingsstraat met de Paulus Buijsstraat, evenwijdig met
den Bijnsburgerweg, over te gaan. Op de bij dit voorstel
overgelegde teekening, gemerkt A, is het plan voor dezen
aanleg, omvattende de Adriaan Pauwstraat ter volle breedte
en de bovenbedoelde verbindingsstraat ter halve breedte,
aangegeven. Door dezen aanleg zal, zooals uit die teekening
blijkt, tevens een gedeelte gemeentelijk bouwterrein bouwrijp
worden gemaakt.
Wat de Adriaan Pauwstraat betreft, is ontworpen een
rijweg ter breedte van 7.50 M. met aan weerszijden een
tegeltrottoir van 3 M. en een beplante strook van 2.85 M.
breedte. Het thans aan te leggen gedeelte van de andere
straat zal bestaan uit een gedeelte rijweg, breed 4 M., en
een trottoir van 3 M. breedte.
Overigens omvat het plan in hoofdzaak den aanleg van
rioleeringen, het plaatsen van kolken, het maken van af
scheidingen enz., terwijl tevens zal moeten worden over
gegaan tot vernieuwing van het in gemeentegrond gelegen
riool achter de aan den Eijnsburgerweg, tusschen de Adriaan
Pauwstraat en de Paulus Buijsstraat, gelegen perceelen.
Voorts komt het ons gewenscht voor ten behoeve van de uit
de wijk ten noorden van den Eijnsburgerweg afkomstige kinde
ren, welke de in den aanhef bedoelde school zullen bezoeken,
een voetpad aan te leggen tusschen de Adriaan Pauwstraat
en den van Slingelandtweg, waardoor deze kinderen de school
kunnen bereiken, zonder van den drukken Eijnsburgerweg
te behoeven gebruik te maken. Dit voetpad, tevens open te
stellen voor wielrijders, op de mede overgelegde teekening,
gemerkt B, aangeduid, is ontworpen op een breedte van
2 M. en zal een verharding verkrijgen van sintels op een
zandbed, opgesloten tusschen grondplanken.
Wij achten het wenschelijk den onderhavigen straataanleg
te doen geschieden bij wijze van werkverschaffing met
Eijkssubsidie, op overeenkomstige wijze als is besloten ten
aanzien van den aanleg van de Houtlaan (zie Eaadsbesluit
van 21 Maart 1932, Ingek. Stukken No. 56Ten einde het
aan loonen uit te geven gedeelte der kosten van het werk
nog eenigszins te verhoogen, ware in plaats van het oor
spronkelijk gedachte klinkerdek op de rijwegen aan te bren
gen een gewalste puinfundeering, welke dan te zijner tijd van
een gesloten deklaag kan worden voorzien.
De kosten van den ontworpen straataanleg worden ge
raamd op 17.200.die van het maken van het
bovengenoemde voetpad op f 1.000.in totaal zal
derhalve een bedrag van 18.200.noodig zijn. In dit
bedrag is, naar raming, een gedeelte, groot 8.650.
aan arbeidsloonen begrepen, waarvan, indien de Minister van
Binnenlandsche Zaken tot het verstrekken van een Eijksbij-
drage besluit, een bedrag van 4.325.door het Eijk
zal worden gedragen. Een aanvrage daartoe is reeds tot
genoemden bewindsman gericht.
In afwachting van de beslissing van den minister ter zake,
kan genoemd bedrag van 8.650.voorloopig geheel worden
afgeschreven van den post voor Onvoorziene Uitgaven als
bijdrage aan Hoofdstuk VI van den Kapitaaldienst, op welk
hoofdstuk een post voor de uitvoering van het werk moet
worden uitgetrokken. Te zijner tijd kan de post voor
Onvoorziene Uitgaven weer met het bedrag der Eijksbijdrage
worden versterkt. Op dezen post is nog een bedrag van
16.180.beschikbaar.
Op grond van het bovenstaande geven wij, met verwijzing
overigens naar de in de Leeskamer ter inzage gelegde
stukken en in overeenstemming met de Commissie van
Fabricage, Uwe Vergadering in overweging door vaststelling
van den overgelegden begrootingsstaat een bedrag van
18.200.ter beschikking te stellen ten behoeve van den
aanleg van straten e.a ten noorden van den Bijnsburgerweg,
nabij de in aanbouw zijnde bijzondere school aan de Adriaan
Pauwstraat, voor zoover mogelijk uit te voeren bij wijze
van werkverschaffing met Ilijkssubsidie, zulks op de door
den Minister van Binnenlandsche Zaken te stellen voor
waarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 124. Leiden, 23 Mei 1932.
In ons voorstel d.d. 14 Augustus 1931 (Ingek. Stukken
No. 211) tot wijziging van de tusschen de gemeente Leiden
en de Sociëteit „Amicitia" bij akte van 4 Mei 1918 aange
gane overeenkomst, in zake de uitgifte in erfpacht van een
gedeelte grond nabij de Eijnsburgerbrug, merkten wij op,
dat het politieposthuis aan de Oostzijde van de Steenstraat
dient te verdwijnen. In afwachting van het vinden van een
andere geschikte plaats kan schreven wij het post
huis voorloopig nog blijven staan, totdat het nieuwe sociëteits
gebouw in gebruik wordt genomen.
Dit pand nadert zijn voltooiing, zoodat de verplaatsing
van het bestaande politieposthuis thans urgent is. Als
terrein voor den bouw van een nieuw posthuis komt ons
College zeer geschikt voor een gedeelte van den tuin, be-
hoorende bij het voormalig Academisch Ziekenhuis, aan de
andere (West-)zijde van de Steenstraat, naast en in aanslui
ting aan de Eijnsburgerbrug, zooals op de bijgevoegde kaart
in zwarte kleur is aangeduid. Het ontworpen nieuwe post
huis voldoet, wat grootte en inrichting betreft, aan voor een
goede functionneering van den politiedienst noodzakelijk te
stellen eischen, terwijl het een aesthetisch goed verzorgd
aanzien zal verkrijgen, passend in de omgeving ter plaatse.
Het plan omvat tevens het sloopen van den bestaanden
tuinmuur langs de Steenstraat, die den tuin van het oude
Academisch Ziekenhuis van d-en weg afscheidt, en het maken
van een nieuwen tuinmuur met hek in het verlengde van
den Oostelijken gevel van dat gebouw tot den Westelijken
gevel van het te bouwen posthuis en daarop aansluitend.
Voorts is in het plan begrepen het maken van een wal-
muur in het verlengde van den Noordelijken gevel van het
posthuis tot de Eijnsburgerbrug en het bestraten van het
aan den openbaren weg te verhelen terreingedeelte, gelegen
ten Oosten van de nieuwe tuinafscheiding.
De met de uitvoering gemoeide kosten worden geraamd
op 8800.—, voor zooveel betreft het te stichten politie
posthuis met inbegrip van verwarmings- en verlichtings
installatie, lampen, gordijnen en vloerbedekking, doch zon-