MAANDAG 11 APRIL 1932.
109
Verhuren gemeente-eigendommen voor reclame-doeleinden.
(Groenevcld e.a
de grenzen van Leiden zou willen sluiten, maar heeft juist
gezegd, dat niet te willen; hij is geen voorstander van pro
tectionisme, maar hij acht het toch zeer onpractisch om voor
deze eenvoudige betrekking iemand uit Utrecht te gaan
halen, terwijl men in Leiden zoo'n groote massa werkloozen
bij de hand heeft, waaronder er toch stellig zijn, die dit
werk wel kunnen doen. Dit is eenvoudig een zaak van
practische uitvoering; het is absoluut niet noodig om ver weg
te halen wat men dichtbij heeft; de heer Knuttel kan daar
bezwaar tegen hebben, maar spreker vindt dat een onzinnige
handelwijze.
Volgens den heer Bosman was dit een buitengewoon moei
lijke betrekking, waarvoor buitengewone bekwaamheden
noodig waren.
De heer Bosman heeft de woorden sbuitengewone bekwaam
heid" niet in zijn mond gehad, maar gezegd: het is een vak
zoo goed als alle andere.
De heer Groenevcld zegt, dat het dan toch een zoodanig
vak was, dat men in Leiden niemand kon vinden, daarvoor
bekwaam genoeg; dat is toch de opvatting van den heer
Bosman. Het is echter jammer dat, wanneer de heer Bosman
loonen gaat betalen, hij dan maar weinig rekening houdt
met de vakbekwaamheid, die bijna steeds van de werkers
wordt geëischt. Laat de heer Bosman dan ook in andere
omstandigheden, bij het betalen van loon de bekwaamheden
van de werkers meer waardeeren.
Het is best mogelijk, dat de heer Schaap in Utrecht zoo
goed voldaan heeft, zooals de heeren Wilbrink en Splinter
zeiden, maar het staat lang niet vast, dat hij net hier ook
goed zal kunnen doen, want daarvoor moet men Leiden en
de Leidsche toestanden en de zakenmenschen, die reclame willen
maken, door en door kennen. Dat de heer Schaap dit in
Utrecht heel goed gedaan heeft, waarborgt niet, dat hij het
hier ook goed zal doen; wanneer men de Leidsche toestanden
niet goed kent, zal men op dit terrein ook heel weinig kunnen
bereiken. Daarom prefereert spreker in elk geval iemand, die
hier woont en Leiden kent boven iemand uit een andere
plaats.
Hoe de Wethouder zal waarborgen, dat het schilderwerk
in Leiden zal blijven, weet spreker ook niet, maar wel heeft
spreker vernomen, dat de reclame, indertijd op de schutting
om het afgebrande stadhuis aangebracht, geheel of grooten-
deels door Haagsche schilders is gemaakt. Er zijn te Leiden
genoeg decoratie-schilders van voldoende bekwaamheid; men
behoeft die niet elders te zoeken.
Spreker blijft er bij, dat het gewenscht is voor deze vrij
ondergeschikte betrekking een geschikt persoon te Leiden
te zoeken.
De heer Knuttel wijst er den heer Groeneveld op, dat
menschen, die protectie bepleiten, dit bijna altijd doen door
te zeggen, dat zij niet voor protectie zijn.
De heer Splinter doet opmerken, dat het hier naar het oor
deel van Burgemeester en Wethouders niet een zoo eenvoudige
betrekking geldt als de heer Groeneveld het doet voorkomen.
Dat er genoeg werkloozen zijn, die dit vak verstaan, kan het
College niet toegeven. Voor dit werk moet men een deskundig
persoon van voldoende bekwaamheid hebben.
Wat de reclame op de stadhuisschutting betreft, waarover de
heer Groeneveld sprak, daaraan konden Burgemeester en
Wethouders niets doen, omdat die verpacht was aan de firma
van Vriesland te 's-Gravenhage; zoodra deze het geld betaald
had, was zij vrij in de uitvoering van de reclame-objecten.
Spreker wil gaarne toezeggen, dat nagegaan zal worden
er zullen verschillende decoraties moeten worden gemaakt,
waarvoor men de geschikte krachten te Leiden niet kan
vinden of in de te sluiten contracten niet kan worden op
genomen de bepaling, dat voor het aanbrengen der opschriften
van Leidsche krachten gebruik gemaakt moet worden.
De Voorzitter doet opmerken, dat de te benoemen persoon
is een acquisiteur, met wien de gegadigden afspreken, dat zij
een contract willen afsluiten, terwijl de gemeente zelve direct
dat contract dan aangaat. Die acquisiteur krijgt als verdienste
een zeker percentage van de opbrengst.
Het gaat dus over afspraken, welke men maakt met dien
acquisiteur.
De heer Groeneveld weet niet, of de Voorzitter met die niet
volkomen juiste woordspeling zijn voorstel wil verzwakken,
maar voor hem komt het er op aan, dat men menschen, die
men bij de hand heeft, aan dit werk iets zal laten verdienen
en het niet zoo ver weg zal zoeken.
Verhuren gemeente-eigendommen voor reclame-doeleinden
(Bergers e.a.) e.a.
De heer Bergers zal na de uitlegging van den Wethouder
zijn stem tegen het voorstel van den heer Groeneveld uit
brengen.
De motie van den heer Groeneveld wordt verworpen met
21 tegen 12 stemmen.
Tegen stemmende heeren Schüller, Manders, Vos, van Tol,
Meijnen, van der Reijden, Bergers, Wilbrink, Splinter, Romijn,
Tepe, Bosman, van Rosmalen, Knuttel, de Reede, Wilmer,
Donders, Beekenkamp, Huurman, van Eecke en Simonis.
Vóór stemmen: de heer Verweij, mevrouw Braggaarde
Does, de heeren van Stralen, Kooistra, mevrouw de Clerde
Bruyn, de heeren van Es, Koole, Groeneveld, van Eek, Vallent-
goed, Kuipers en Coster.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
(De heeren Koole, Knuttel, de Reede, Wilmer, Donders,
Beekenkamp, Huurman en Groeneveld waren inmiddels ter
vergadering gekomen, terwijl de heer Goslinga de vergadering
inmiddels had verlaten).
XII. Voorstel om, overeenkomstig art. 3G, 4de lid, der
Woningwet, te bepalen, dat de vaststelling van een plan van
uitbreiding voor de gemeente Leiden wordt voorbereid.
(Zie lng. St. No. 86.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XIII. Praeadvies op de verschillende adressen in zake winkel
sluiting.
(Zie lng. St. No. 74.)
Hierbij komt tevens aan de orde het voorstel van den heer
van Eek, luidende:
»Ondergeteekende stelt het volgende voor:
De Raad besluit de Commissie voor de Strafverordeningen
te verzoeken een wijziging te ontwerpen van de Verordening
op de Winkelsluiting waarbij het verboden is:
le. een winkel voor het publiek geopend te hebben:
a. vóór des morgens 5 uur en na des avonds 7 uur op alle
werkdagen, behalve den Zaterdag en den dag bedoeld bij sub c;
b. op Zaterdag vóór des morgens 5 uur en na des avonds
9 uur;
c. op een door den Raad vast te stellen dag per week
vóór des morgens 5 uur en na des middags 1 uur.
2e. barbiers- of kapperssalons voor het publiek geopend
te hebben
a. des Maandags, Dinsdags, Woensdags en Vrijdags vóór
des morgens 9 uur en van 13 uur 's middags;
b. des Donderdags vóór 8 uur 's morgens en na 1 uur
's middags;
c. des Zaterdags vóór des ochtends 8 uur."
De heer van Eek zegt, dat door de Winkelsluitingswet en
de Arbeidswet in combinatie geprobeerd wordt om den arbeid
van de winkeliers en de winkelbedienden te rationaliseeren,
d. w. z. zoodanig te regelen, dat die arbeid niet langer behoeft
te zijn dan in verband met de te verrichten werkzaamheden
noodig is. Op zich zelf een voortreffelijke bedoeling.
Er zijn verschillende adressen ingekomen, waaruit blijkt,
dat de winkelbedienden die regeling niet voldoende vinden,
maar Burgemeester en Wethouders zijn van een tegenover
gestelde meening en stellen voor, op die adressen afwijzend
te beschikken.
In de eerste plaats heeft spreker voorgesteld om het sluitings
uur, dat volgens de wet 8 uur 's avonds is en dat Burge
meester en Wethouders willen handhaven, te brengen op 7 uur.
Hij acht dat zeer gewenscht. Wanneer iemand den ganschen
dag heeft gewerkt, heeft hij er recht op, den avond vrij te
hebben. Alleen wanneer de aard van de werkzaamheden het
dringend eischt, is het gewenscht ook op de avonduren beslag
te leggen.
Nu is men er te Leiden aan gewoon geraakt, dat de winkels
te 8 uur sluiten, maar spreker wil in overeenstemming met
hetgeen in de adressen wordt gevraagd het sluitingsuur op 7
bepaald zien, omdat, als men tot 8 uur moet arbeiden, er
van den avond bitter weinig meer overblijft. Op het platteland
vindt men het misschien minder erg om lang te moeten ar
beiden, maar in de groote plaatsen als Leiden is het lang
zamerhand voor velen een levensgewoonte geworden om