MAANDAG 11 APRIL 1932.
131
(Voorzitter e.a.)
Tegen stemmen: de heeren Manders, Meijnen, van der
Reijden, Bergers, Wilbrink, Splinter, Romijn, Tepe,Goslinga,
Bosman, van Es, de Reede, Wilmer, Donders, van Eecke en
Coster.
Vóór stemmen: de heeren Vervveij, Schüüer, mevrouw
Braggaar—de Does, de heeren Vos, van Tol, van Stralen,
Kooistra, mevrouw de Clerde Bruijn, de heeren Koole,
Groeneveld, Van Eek, Vallentgoed en Kuipers.
De behandeling van het voorstel wordt mitsdien tot een
volgende vergadering aangehouden.
(Ook de heer Knuttel had inmiddels de vergadering verlaten.)
De Voorzitter zegt, dat de verwerping van dit voorstel van
orde Burgemeester en Wethouders inmiddels niet zal ver
hinderen deze zaak te onderzoeken, gelijk het door Burge
meester en Wethouders is toegezegd.
De heei Koole heeft bij geruchte vernomen, dat geen belasting
meer wordt geheven van de uitzending van de programma's
van de buitenlandsche zendstations voor de radio-distributie
en stelt in verband daarmede de vraag, of Burgemeester en
Wethouders er thans spoedig toe zullen overgaan de pro
gramma's van vier stations te laten uitzenden.
De heer Goslinga zegt, dat deze zaak de commissie voor
het radio-distributiebedrijf nog niet bereikt heeft. De ver
gadering van deze commissie moest door de vergaderingen van
de commissie voor het georganiseerd overleg tweemaal uit-
(Goslinga e.a.)
gesteld worden. De zaak zal echter op de agenda van 19
April van de commissie voor de bedrijven worden geplaatst.
Die zaak komt eerst bij de bedrijfscommissie ter sprake en dan
bij het College; spreker kan zich daarover niet uitlaten. Dat
bericht heeft spreker ook bereikt; het zal met spoed be
handeld worden; als het maar niet te spoedig gaat; daarvoor
moet men hier oppassen.
De heer Groeneveld vraagt in welk stadium de voorbereiding
van den bouw van de openbare bewaarschool in de Kooi
verkeert.
De heer Tepe zegt, dat Gedeputeerde Staten gevraagd
hebben, of daarvoor geld beschikbaar was en of de bouw van
die school noodzakelijk was. Het antwoord op die vragen
wordt dezer dagen verzonden; het College zal dus het ant
woord van Gedeputeerde Staten op zijn brief weer moeten
afwachtenmen kan dus niet doorgaan, vóórdat men zekerheid
heeft over de houding van Gedeputeerde Staten tegenover
dit Raadsbesluit.
De heer Groeneveld vraagt of intusschen toch aan de voor
bereiding van het plan wordt gewerkt, zoodat wanneer Gede
puteerde Staten hun goedkeuring geven dat is het eenige
waarop gewacht wordt onmiddellijk tot aanbesteding en
uitvoering kan worden overgegaan?
De heer Tepe antwoordt bevestigend.
Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter de
vergadering.
Buiten de agenda om werden nog behandeld: een voorstel
tot verhuring van landerijen in den grooten Stadspolder
(blz. 103); een voorstel tot verhuring van het perceel Visch-
markt 4, hoek Kapelstraat (blz. 103) en een voorstel tot onder-
handsche opdracht van het leggen van een wegdek op den
Haarlemmerweg (blz. 103).
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J J. GROEN ZOON.