MAANDAG 11
APRIL 1932.
129
Voorstel aankoop perceelen Nieuwe Rijn 73 en Nachtcgaal-
(Knultel e.a.) laan 10.
komt, komt ineens dit aanbod. Voor een aanlokkelijken prijs?
Neen, die prijs is zeer hoog. Dat een taxateur als de heer
van Weizen, die in woningen handelt en dus zeker geen belang
heeft om die prijzen te drukken, eerder aan den hoogen kant
zal taxeeren, kan men vooruit weten. Dit is dus heelernaal
geen voordeeltje voor de gemeente, maar een heel gewone
prijs. Het meest verwondert spreker in deze de houding van
den heer Gosliriga, die bij zaken, waarbij directe belangen
voor werkverschalfing en voor aroeiders betrokken zijn, zegt:
waar moet ik bet geld vandaan halenwij moeten rekenen
wat het allernoodigste is; de geldmarkt is gesloten. Indien er
nu straks zaken aan de orde komen, die spreker in het belang
van de arbeiders acht, waarvoor geld geleend moet worden,
wil spreker een troef meer in handen hebben. Spreker kan voor-
loopig in deze omstandigheden niet met dit voorstel meegaan,
niet omdat hij tegen dien aankoop op zich zelf is. In andere
omstandigheden zou spreker daarvoor zijn, maar dat zijn nu
zijn crisismaatregelen.
De heer Scliiillcr zegt, dat volgens den Wethouder met den
verschuldigden prijs voor de door de gemeente verkochte
perceelen aan de Korevaarstraat geen rekening zal worden
gehouden en dat deze panden bij aankoop ook zullen worden
betaald. Spreker weet van zeer nabij, dat de gemeente dan
nu een andere tactiek toepast dan eenigen tijd geleden
tegenover een kleintje; die had een vordering op de gemeente
en de gemeente had er een op hem, maar toen weigerde de
gemeente zijn vordering te voldoen, zoolang hij haar vordering
niet had voldaan.
Pas die methode nu ook toe, nu het een groote geldt, en
betaal bij aankoop niet eerder, voordat de gemeente haar
geld heeft. Knijp dan niet een kleintje uit, die het niet heeft,
terwijl men een groote spaart.
Nu komt de Wethouder plotseling met de mededeeling, dat hij
nog een taxatie heeft laten verrichten, maar in de stukken
leest spreker daarvan niets. De heer Knuttel wees er reeds
terecht op, dat dit weer iemand was, die in die branche zit.
De heer Splinter vraagt of hij daarvoor dan een schipper
moet nemen.
De heer Schiiller ontkent dit, ook geen bakker, maar dit
is een belanghebbende.
De gemeente heeft zeker wel ambtenaren in haar dienst,
die behoorlijk kunnen taxeeren.
De heer Splinter heeft het pand Nieuwe Rijn laten taxeeren
door een ambtenaar van de gemeente en deze kwam tot het
bedrag van 7.000.
De heer Schiiller meent, dat de Wethouder van deze taxatie
mededeeling in de stukken had moeten doen. De mondelinge
mededeeling van den Wethouder, die daarmede invloed op
den Raad wil uitoefenen, houdt voor spreker geen steek.
De grond- en bouwspeculanten houden met hun taxaties
voor de gemeente de prijzen van den grond en de woningen
hoog. De gemeente moet uitscheiden met het geven van
douceurtjes aan deze heeren voor hun taxaties.
Indien Burgemeester en Wethouders zelf niet bereid zijn
een zaak als deze spoedeischend te behandelen, zijn er wel
middelen om met degenen, die het aanbod doen, overleg te
plegen over de verlenging van den termijn. Als de laatsten
niet bereid zijn aan het verzoek van het College te voldoen,
laat dit dan een keer wijs worden en zeggen: wij kunnen
op die wijze niet werken met den Raad, die meermalen heeft
te kennen gegeven, dat hij behoorlijk wil worden ingelicht
en daarom hebben wij aan uw aanbod niets, tenzij u een
termijn stelt, waarin alle commissies kunnen gehoord worden,
die in deze zijn te raadplegen.
Het motief, dat de zaak niet langer kan wachten, maakt
op spreker geen indruk. Spreker herhaalt daarom zijn voorstel
tot aanhouding van dit voorstel tot de volgende vergadering.
De heer Manders zegt, dat men natuurlijk een huis often
stuk grond te koop aanbiedt, wanneer men bet graag kwijt
wil zijn. In deze omstandigheid verkeert de L.E.M.V.O.G.
ook. Burgemeester en Wethouders zetten den Raad niet bet
mes op de keel, want bij elk aanbod wordt een termijn bepaald,
dien men nooit lang stelt, omdat men anders de kans loopt
een voordeeliger bod te ontgaan.
De raad van den heer Schiiller om geen taxaties te laten
verrichten door personen, die in de grond- en bouwspeculatie
zitten, is al heel vreemd, want iedere deskundige is er, hoe
weinig dan ook, bij betrokken. Zelfs de S. D. A. P. vraagt aan
een bekenden grondspeculant. een taxatie van de gronden,
die in het bezit van de L.E.M.V.O.G. zijn.
Voorstel aankoop perceelen Nieuwe Rijn 73 en Nachtegaal-
(Splinter e.a.) laan 10.
De heer Splinter zegt, dat dat nog wel een partijgenoot is.
De heer Manders meent, dat men zich niet moet storen aan
de woorden van den heer Schiiller, maar wel aan het goede
voorbeeld, dat de S. D. A. P. hierin gegeven heeft.
De heer van Es verklaart zich niet a priori tegen het voor
stel van het College, maar vraagt zich af, of men deze uitgave
in dezen tijd riu mag doen. De reden, door den Wethouder
opgegeven, onderschrijft spreker. Het huis in de Nachtegaal
laan is zeker een sta-in-den-weg voor het verkeer daar; dat
aan den Nieuwen Rijn is zeker van belang met het oog op
de demping van de Middelstegracht daardoor zal de toegang
verbreed kunnen worden. Nu heeft spreker van den Wet
houder begrepen, dat het niet de bedoeling is om aanstonds
na den aankoop die panden af te breken. Met het denkbeeld,
om den dan vrijkomenden grond aan de Nachtegaallaan te
verkoopen voor den bouw van een ander huis, gaat spreker
volkomen mee; van dat perceel heeft men dan nog niet zoo'n
slecht rendement, ook in verband met de huuropbrengst. Het
pand aan den Nieuwen Rijn verkeert volgens de heeren Knuttel
en Wilbrink beiden echter in een vrij slechten staat; nu is
het toch ook de bedoeling niet, om dat dadelijk af te breken,
maar om het tijdelijk nog te verhuren. Wordt het dan niet
een kwade post voor de gemeente, want dan zal zij dat huis
niet in een deigelijken staat kunnen laten en het voor dien
prijs verhuren, maar zal men toch verbeteringen moeten laten
aanbrengen? Die kosten vallen niet mee; spreker heeft dat
zelf ondervonden met een pand, dat hij gekocht heeft en straks
gaat bewonen; als er nu groote onkosten op komen, is het
dan niet te gewaagd van de gemeente om op het oogenblik
direct op dien koop in te gaan? Spreker verzoekt daarover
zoo mogelijk inlichtingen.
De Voorzitter deelt mede, dat is ingekomen een voorstel
van orde van den heer Schiiller, luidende:
«Ondergeteekende stelt voor, de aankoop van de panden
Nachtegaallaan en Nieuwe Rijn tot een volgende Raadszitting
aan te houden en den Raad in dien tijd volledig in te lichten."
Dit voorstel wordt voldoende ondersteund en maakt derhalve
een onderwerp van beraadslaging uit.
De heer Wilbrink zegt, dat de sociaal-democraten, en vooral
de heer Schiiller, het iemand, die het over een bepaalde zaak
met hen eens is, buitengewoon moeilijk maken om met hen
mee te gaan, want diens opmerking, dat elke taxatie alleen
maar is ter bevordering van de grondspeculatie en van parti
culiere belangen, is buitengewoon grievend; spreker kan in
geen enkel opzicht toegeven, dat het College dit verwijt heeft
verdiend. Dat taxatie door een ambtenaar, zooals de heer
Schiiller wilde, niet de juiste weg was, blijkt wel hieruit, dat
een ambtenaar, wien de heer Splinter het heeft laten schatten,
het op 7.000.taxeerde. Eerst daagt men den Wethouder
uit om te zeggen, dat het getaxeerd is, en dan zegt men: dat
gooi je er nu maar uit om den Raad te beïnvloeden. Die
manier van debatteeren kan niet door den beugel. Daarom is
het voor spreker moeilijk in deze zaak te spreken, want hij
kan het voorstel van het College ook nog niet aanvaarden,
tot zijn spijt, wegens het pand Nieuwe Rijn; schijnbaar geeft
dat een goed rendement, maar dat perceel wordt bewoond door
3 of 4 gezinnen en zal de gemeente straks dus direct moeilijk
heden veroorzaken. En dan kijkt spreker tegen dat rendement
een beetje scheef aan. Die woning lijkt spreker erg uitgewoond,
daar er verschillende personen in gewoond hebben. Spreker
werkt gaarne mede aan stadsverbeterïng, maar in de gegeven
omstandigheden en in den tegenwoordigen tijd moeten geen
grootere offers worden gebracht dan hoogst noodzakelijk is.
Het zou een verbetering zijn voor den toegang tot de Middelste
gracht, maar hoe mooi het verdere gedeelte van de Middelste
gracht ook is, een belangrijke verkeersweg wordt het nooit.
Volgens spreker is het pand op het oogenblik met 5.000.
betaald en s; reker kan, tenzij men hem tot een ander inzicht
brengt hij heeft dezen morgen voor het eerst de stukken
gezien zich er niet mede vereenigen, dat in deze verder
wordt gegaan.
De heer Wilmer herhaalt, dat hij er nooit voor is, zaken
als deze spoedeischend te behandelen, indien het niet strikt
noodzakelijk is. De strikte noodzakelijkheid is in dit geval
niet gebleken.
Wat het voorstel zelf betreft: spreker heeft voor zich geen
uitstel van behandeling noodig. Volgens de informaties, die
hij van een onpartijdige en deskundige zijde heeft ingewonnen,
is de voorgestelde prijs niet te boog, terwijl het voor de
gemeente van belang is, deze panden in haar bezit te hebben.