MAANDAG 21
MAART 1932,
83
Aanleg weg tusschen Rijnsburgerweg en Maredijk.
(Mandeis e.a.)
houden. Spreker begrijpt niet goed, hoe de heer Schüller dan
aan de misstanden, die daar zouden bestaan, meent een einde
te kunnen maken, door schrapping van de laatste regels van
dit voorstel. Het ligt toch wel op zijn weg om met dit voor
stel van het College mee te gaan.
De heer Wilmer geeft volkomen toe, dat deze loonen zeer
laag, eigenlijk, te laag zijn, maar ook is volkomen juist, dat
dit werk niet strikt noodig kan worden geoordeeld en dat
de gemeente het zeker niet zou mogen doen, als het Rijk
niet een deel betaalde; anders zou deze weg voor de gemeente,
gezien haar linancieelen toestand, veel te duur gekocht zijn;
de consequentie van het voorstel-Schüller zou zijn, gezien de
nuttigheid en de financieele omstandigheden, dat dit werk
niet uitgevoerd werd, daar de uitgave te groot zou zijn. Zouden
nu zij, die nu voor lage loonen daar gaan werken, ander werk
krijgen voor hooger loon, dan zou spreker onmiddellijk voor
het voorstel-Schüller zijn, maar het resultaat zou zijn, dat zij,
als dit werk niet werd uitgevoerd, zouden blijven steuntrekken,
waardoor zij in elk geval minder zullen hebben dan zij ver
dienen bij dit werk. Spreker keurt dit loon nog niet goed,
maar constateert alleen, dat men door dit voorstel niet aan
te nemen den menschen werkelijk geen genoegen doet; anders
zouden zij hier kunnen gaan werken. Men moet op dien weg
niet verder gaanspreker zou er ook niet voor zijn, de demping
van het Levendaal in werkverschalïing te doen uitvoeren,
maar dit is nu eens een werk voor werkverschaffing, waar
voor men geld kan krijgen van het Rijk, omdat het niet
noodig is en voor Leiden, gezien zijn nut, feitelijk veel te duur;
dit wordt dan alleen uitgevoerd, omdat men voor zulk soort
werk subsidie van het Rijk kan krijgen. Spreker vereenigt
zich met dit voorstel, omdat het van twee kwaden het minst
slechte is, n.l. om de menschen steun te laten trekken of hen
voor een laag loon te laten werkenspreker acht het nog
slechter, hen steun te laten trekken. Men pleegt demagogie
en men trekt alleen de domme menschen, die niet kunnen
redeneeren, tot zich door te zeggen: wanneer dit niet uit
gevoerd wordt, krijg je wel ander werk. Dat is niet waar,
want dan blijven zij steun trekken. Spreker is er ten sterkste
voor om zooveel mogelijk andere werken ook te doen uit
voeren, zooals de demping van het Levendaal, evenwel niet
als werkverschaffing; daarom heeft spreker ook straks met
veel sympathie zijn stem gegeven aan het voorstel tot ver
betering van den Zijlsingel. Dit werk kan in de gegeven
omstandigheden echter moeilijk anders dan in werkverschaffing
worden gedaan en dan is het beter, het te aanvaarden, dan
niets te doen.
Den heer Knuttel is het opgevallen, dat de heer Groeneveld,
en ook eenigszins de heer Schüller al een aardig eindje in
de richting van den heer Bosman zijn gegaan, want beiden
hebben dit werk min of meer in tegenstelling gebracht met
andere uit te voeren werken, m.a. w.of het een of het
ander, en hebben dus al tevoren een zekere beperking van
uit te voeren werken aangenomen, al trekken zij de grens
iets ruimer dan de heer Bosman; door te zeggen: demp in
plaats hiervan liever het Levendaal of neem liever een anderen
weg, hebben zij zich al op dit terrein begeven. Spreker zegt:
die andere werken, maar, als het tenminste kan, ook dit
werk; daarmede bedoelt spreker echter niet de financieele
mogelijkheden van de gemeentekas, of den wil van de geld
bezitters, om geld voor te schieten, maar of aannemelijke
voorwaarden gesteld kunnen worden. De voorwaarden, waar
onder dit werk uitgevoerd zal kunnen worden, zijn echter
volmaakt onaannemelijk.
De heer Schüller zegt daarom: niet uitvoeren.
De heer Knuttel is dat met den heer Schüller eens. Doch
de heer Schüller zegt: demp liever het Levendaal. Dat is
gevaarlijk; die lijn wordt b.v. ook door den sociaal-democra-
tischen wethouder van Amsterdam getrokken. Blijkens de
ter lezing gelegen hebbende stukken is zelfs in het voor
uitzicht gesteld, dat dit werk zal worden uitgevoerd door
personen, althans geroutineerd in grondwerk, wien een loon
uitbetaald wordt, dat niet hooger zal zijn dan misschien
0.42 per uur, misschien n.b. zelfs nog minder, daar het in
tarief is, maar in geen geval meer, terwijl het tariefloon
voor een grondwerker 0.62 per uur is. Dit is een aller
schandelijkste aanslag op de arbeidersloonen en spreker zou
zich er nooit mee kunnen vereenigen, dat met medewerking
der gemeente, een dergelijke aanslag op het algemeene loonpeil,
die natuurlijk niet kan nalaten verderen invloed te laten
gelden op de particuliere loonen, doorgezet zal worden.
In elk geval zal spreker vóór het voorstel van den heer
Schüller stemmen; wanneer dit wordt verworpen, zal hij
Aanleg weg tusschen Rijnsburgerweg en Maredijk.
(Knuttel e.a.)
niet kunnen stemmen voor het voorstel van het College om
dit in werkverschaffing te doen uitvoeren, onder de voor
waarden, in de stukken nedergelegd.
De heer Wilbrink zegt, dat het zijn aandacht getroffen
heeft, dat wordt voorgesteld, een gewalste puinfundeering
aan te brengen, dus nog geen bestrating of asfalteering, terwijl
de rioleering in het midden van den weg is geprojecteerd.
Spreker acht het niet juist daaraan vast te houden. Waar
men maar aan één zijde van den weg bebouwing krijgt, is
het juister, om de rioleering ook aan die zijde van den weg
te leggen, zoo mogelijk in het trottoir; immers, heeft men
eenmaal een gewalste puinfundeering, dan kan men veel
voordeeliger er een asfaltdek op brengen dan een bestrating;
een asfaltdek zou echter weer af te keuren zijn, als de rioleering
in het midden van den weg bleef.
Spreker geeft daarom in overweging de rioleering onder
het trottoir aan te leggen, waardoor ten slotte het wegdek
goedkooper kan worden gemaakt.
De weg zal voornamelijk bedoeld zijn als een wandelweg
naar den Leidschen Hout en daarom zal het ruiterpad er
naast een stofplaag veroorzaken. Spreker heeft dan ook bezwaar
tegen den aanleg van dat pad, hetwelk men niet kan ver
gelijken met het pad langs het Nieuwe Kanaal, aangezien het
laatste op zwaren grond is aangelegd en men hier te doen
heeft met een zandbaan. Wel is waar wordt de ruitersport
in Leiden niet druk beoefend, maar toch kan de wandelweg
voor de wandelaars onbegaanbaar worden, wanneer de ruiters
dit pad als oefenterrein gebruiken.
Het heeft spreker gefrappeerd, dat de heer Groeneveld
wel bezwaar had tegen deze uitgave van 80.000.maar
er geen bezwaar tegen zou hebben gehad, indien door de
verwerping van voorstel X (Ingekomen Stuk No. 67) de
gemeente jaarlijks een bedrag van ongeveer 80.000.— aan
subsidie zou moeten derven, terwijl het in het laatste geval
ging om een korting van 4% op de salarissen van ambtenaren,
die zeiden te kunnen begrijpen, dat het gemeentebestuur tot
deze verlaging moest overgaan.
Of redeneeren de sociaal-democraten aldus: de anderen
zullen het voorstel wel aanvaarden en daarom kunnen wij
veilig tegen stemmen om daarmede aan ,te toonen, dat wij
tegen elke salarisverlaging zijn? Dan volgen zij ten aanzien
van de gemeentelinanciën, waarmede de verzorging van de
werkloozen in verband staat, een wanhoopspolitiek. Spreker
hoopt, dat de Raad hen daarin nooit of te nimmer zal volgen.
Aan den eenen kant is het onaangenaam, dat de arbeiders
voor deze lage loonen moeten werken en moeite hebben er
mede rond te komen, maar aan de andere zijde is het werk
niet van zoodanig belang voor de gemeente, dat zij zich deze
uitgave kan veroorloven, indien zij daarbij geen steun ontvangt
van het Rijk.
Aangezien de ongeschoolde arbeiders veel meer en veel
langer met werkloosheid hebben te kampen dan de geschoolde,
en ook omdat dit werk geschikt is voor ongeschoolde arbei
ders, acht spreker het gewenscht, dat daarbij zooveel mogelijk
ongeschoolde werklieden worden aangesteld.
Wat het werk aan de Middelstegracht betreft; de aannemers
de Geer en Stuifzand hebben een klein gedeelte van dat werk.
Het is spreker niet bekend of bij het andere gedeelte, waar
over de heer Schüller niet sprak, ongeschoolde arbeiders zijn
te werk gesteld. In elk geval werken daar geen arbeiders,
die 's morgens en 's avonds koeien moeten melken. De aan
nemers de Geer en Stuitzand hebben op het oogenblik 25
arbeiders in hun dienst, van wie wellicht drie 's morgens en
's avonds moeten melken. Voor 24 koeien heelt men niet
meer dan drie melkers noodig.
De heer Coster heeft reeds in September, toen het plan
voor den wegaanleg aan de Kagerstraat gereed was, den
Wethouder van Fabricage gevraagd in verband met de werk
loosheid zoo spoedig mogelijk met de werkzaamheden een
aanvang te maken, waarop hij van den Wethouder ten ant
woord heeft gekregen, dat eerst de gronden, die grenzen aan
de Mariënpoelstraat en Oegstgeesterlaan, in het bezit van
de gemeente moesten zijn.
Thans komt men pas met het voorstel tot het aanleggen
van een verbindingsweg. Dat voorstel had reeds in September
aan den Raad gedaan kunnen worden.
De heer Romijn is den heer Schüller erkentelijk voor het
overnemen van de taak van den heer Van Stralen en nog
meer voor het achterwege laten van een voorstel tot aanhou
ding van dit agendapunt, tegen welk voorstel van orde spreker
zich zou hebben moeten verzetten, aangezien het met het
oog op den voortgang van het werk noodig is hedenmiddag
een beslissing te nemen.