MAANDAG 21
MAART 1932.
97
Openbare inschrijving gronden Lammenscliansweg
(Wilbrink e.a.) arbeiderswoningbouw, e. a.
De heer Wilbrink zal stemmen tegen het tweede amendement
van den heer Schüller, maar heeft geen bezwaar tegen onder
ling overleg dienaangaande van de bouwvereenigingen met
het College.
De heer Splinter zegt, dat het Collegeer ook zoo tegenoverstaat.
De heer Manders zegt, dat dit ook zijn motief is om tegen
te stemmen.
Het amendement van den heer Schüller, luidende:
«Ondergeteekende stelt voor:
2°. achter het woord «dienen" in sub b te laten volgen
»en deze gronden in erfpacht aan de verschillende vereenigingen
uit te geven".",
wordt verworpen met 18 tegen 13 stemmen.
Tegen stemmen de heeren Manders, van Tol, Bergers, van Es,
Meijnen, Wilbrink, van der Reijden, de Reede, van Rosmalen,
Romijn, Goslinga, Splinter, Tepe, Huurman, Beekenkamp,
Wilmer, Simonis en Coster.
Vóór stemmen de heeren Bosman, van Eecke, Vos, Koole,
Groeneveld, Kuipers, Yallentgoed, mevr. de Clerde Bruijn,
mevr. Braggaar—de Does, de heeren Schüller, Verweij, van Eek
en Kooistra.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
(De heer Knuttel had inmiddels de vergadering verlaten,
terwijl de heer Donders nog niet aanwezig was.)
XVI. Voorstel inzake de toekenning van een subsidie aan
de Onderlinge Verecniging voor Ziekenhuisverpleging en aan
de afdeeling Ziekenhuisverpleging van de Coöperatie „Vooruit".
(Zie Ing. St. No. 68.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
XVII. Praeadvies op het verzoek van het Hoofdbestuur van
de Schippcrsverecniging „Schuttevaer", om verlaging van het
havengeld voor stoom- of motorbooten.
(Zie Ing. St. No. 69.)
De Voorzitter stelt voor, de behandeling van dit praeadvies
aan te houden.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van den Voorzitter tot aanhouding
van dit praeadvies besloten.
(De heer Donders komt ter vergadering.)
De Voorzitter doet thans de volgende mededeelingaan den Raad.
De Leidsche Exploitatie Maatschappij van Onroerende
Goederen heeft aan de gemeente te koop aangeboden een
complex terreinen in den Rodenburgerpolder en den Crone-
steinpolder, ter grootte van 46.35.46 H.A. De vennootschap
verklaarde zich in haar aanbieding bereid de gronden tegen
een zeer billijken prijs af te staan. Bij de met haar gevoerde
besprekingen bleek, dat deze prijs zou moeten bedragen on
geveer 1.27£ per M2 voor een gedeelte ter grootte van
41.90.06 H. Aen 1.74 per M2 voor het restant groot 4.45.40 H.A.
In totaal werd derhalve een koopsom van ƒ611.450.gevraagd,
overeenkomende met de boekwaarde, waarvoor de grond in
de boeken der vennootschap voorkomt.
Over deze aangelegenheid heeft het College het advies in
gewonnen van de Commissiën van Fabricage en van Financiën,
die beide adviseeren om niet tot aankoop over te gaan.
De Commissie van Fabricage heeft in meerderheid tegen
den aankoop o.m. bezwaar, omdat het bezit, van een zoo groot
complex bouwgronden aan de gemeente den eisch zou stellen
dit commercieel te exploiteeren, waarvoor de gemeente op
het oogenblik, wegens het gemis van een commercieel ingesteld
grondbedrijf, geenszins is geoutilleerd.
De Commissie van Financiën ontraadt den aankoop wegens
financieringsmoeilijkheden. Weliswaar werden aan de gemeente
een tweetal aanbiedingen gedaan tot het aangaan van een
geldleening, doch de voorwaarden waren van dien aard, dat
de grondexploitatie door de rente veel te zwaar zou worden
belast.
Na rijp beraad zijn Burgemeester en Wethouders met ge
noemde Commissies tot de conclusie gekomen, dat op de
aanbieding niet moet worden ingegaan. Daargelaten nog de
Aanbod van de L.E.M.V.O.G.
(Voorzitter e.a.)
gevraagde prijs en de meerdere of mindere geoutilleerdheid
der gemeente als grondexploitante in 't groot, moet aankoop
reeds afstuiten op de financieringsbezwaren. Door de tegen
woordige tijdsomstandigheden is de positie van den kapitaal-
dienst immers zeer beperkt, tengevolge waarvan nieuwe kapi
taalsuitgaven alleen kunnen worden gevoteerd, indien daar
voor gelijktijdig kapitaalsinkomsten als dekking kunnen worden
aangewezen; zooals echter bleek kunnen geldleeningen thans
slechts op zeer onvoordeelige voorwaarden worden gesloten.
Het belang der gemeente bij het bezit van dit gronden-
complex is naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders
niet zoo groot, dat het gewettigd zou zijn over de financie
ringsmoeilijkheden heen te stappen en aan den aankoop zelfs
voorrang te geven boven alle andere zaken, die op totstand
koming wachten.
Spreker stelt aan den Raad voor, deze aangelegenheid spoed-
eischend in behandeling te nemen.
De heer Schüller moet er bezwaar tegen maken, dat het
College zoo'n belangrijke zaak op den laten avond spoed-
eischend aan de orde stelt, zonder dat de Raadsleden van de
verschillende aanbiedingen en ook van het voorstel van het
College behoorlijk kennis hebben kunnen nemen. Spreker
stelt daarom voor, dit voorstel aan te houden tot een volgende
vergadering en het dan op de agenda te plaatsen ter be
handeling.
De Voorzitter zegt, dat dit geen voorstel van Burgemeester
en Wethouders is, maar een mededeeling aan den Raad.
De heer Wilmer zegt, dat het tot nu toe gebruikelijk was
dergelijke aanbiedingen bekend te maken in een vergadering
met gesloten deuren. Nu de Voorzitter de aanbieding van de
Leidsche Exploitatie-Maatschappij van Onroerende Goederen
heeft voorgelezen, is zij openbaar geworden en in deze om
standigheid bestaat er geen enkel bezwaar om het stuk, dat
voorgelezen is, in druk te doen verschijnen en aan de Raads
leden op de gebruikelijke wijze te doen toekomen.
Spreker vereenigt zich met het bezwaar van den heer
Schüller om op het late avonduur, nadat het stuk even is voor
gelezen en de leden niet a tête reposée daarvan hebben kunnen
kennisnemen, tot een besluit te komen, zoodat spreker zich
gevoeglijk er mede kan vereenigen, dat geen besluit wordt
genomen alvorens het stuk in druk is verschenen.
De heer Wilbrink zegt, dat de Raad eigenlijk niet onvoor
bereid voor het voorstel komt te staan, want het was den
leden reeds eenige weken geleden bekend, dat het voorstel
den Raad zou bereiken en uit de courantenberichten was het
zeer duidelijk geworden, dat de Raad daarover een beslissing
zou hebben te nemen.
Er komen tal van voorstellen in den Raad, waarover men
niet zoo vroegtijdig is ingelicht als over dit voorstel.
Indien de onbekendheid met het voorstel een argument zou
moeten zijn om de zaak niet te bespreken, weet spreker niet,
wanneer de Raad wel in staat zou zijn een voorstel te be
handelen.
De heer Huurman vindt hetgeen de Voorzitter heeft voor
gelezen zeer belangrijk en niet geschikt om oogenblikkelijk
behandeld te worden. Nu de Voorzitter deze zaak eenmaal
openbaar heeft gemaakt, dient zij ook van alle kanten be
keken te worden. De een laat zijn licht er over schijnen in
de courant, maar de ander doet het liever op de plaats, waar
het behoort te geschieden n.l. in den Raad. Wellicht zou het
wenschelijker geweest zijn, indien het stuk was voorgelezen in
een zitting met gesloten deuren. Nu dat niet is geschied,
dient het ook in het openbaar behandeld te worden. De Raads
leden zijn echter niet voldoende ingelicht om thans reeds hun
stem over dit voorstel te kunnen uitbrengen.
De Voorzitter merkt op, dat men spreekt van een voorstel
van Burgemeester en Wethouders, terwijl het geen voorstel is.
Burgemeester en Wethouders hebben een suggestie ont
vangen van de Leidsche Exploitatie-Maatschappij van Onroe
rende Goederen. Zij hebben de zaak ernstig besproken en
onderzocht, waarbij zij tot de conclusie zijn gekomen, dat
men op de aanbieding niet moet ingaan.
Er is voor Burgemeester en Wethouders geen aanleiding
een voorstel hieromtrent in te dienen, maar zij kunnen den
Raad niet onkundig laten van de voorstellen, die het College
hebben bereikt en van zoodanigen aard zijn, dat zij inderdaad
voor den Raad van belang geacht moeten worden.
Burgemeester en Wethouders hebben dus niets anders
gedaan dan tot den Raad gezegd: dit is gebeurd, het daarbij