MAANDAG 21
MAART 1932.
89
Bouw recrcatiegebouw bij Endegeest.
(Goslinga e.a.)
worden; het moet ergens vandaan komen; dit kan eenvoudig
niet doorgaan; men moet zich beperken en de meest urgente
werken eruit zoeken; als de gemeente het zelf niet doet, zal
het wel van bovenaf, vanuit Den Haag, gedaan worden. De
heer Groeneveld heeft vanmiddag nog gezegd, dat hij niet
door den Minister wil laten uitmaken, hoe hij stemmen zal,
maar als het zoo doorgaat, komt er vandaag of morgen
iemand namens den Minister. Men moet zich beperken tot
die uitgaven, waarvan het onontkoombare is aangetoond en
waar nu Endegeest het al die jaren zonder deze zaal gedaan
heeft, is het nu onoverkoombaar om deze uitgave een paar
jaar uit te stellen, tot betere tijden, wanneer de gemeente
het weer gemakkelijker kan doen?
Üe heer Knuttel vraagt of de heer Goslinga dan denkt,
dat het beter zal worden.
De heer Goslinga zegt, dat of het kapitalisme het op zal
halen en dan wordt het beter, of de heer Knuttel wordt de
baas en dan wordt het ook beter; het wordt dus altijd beter.
De heer Knuttel moet niet zoo sceptisch zijn, want dat
bewijst, dat hij absoluut geen geloof heeft in zijn eigen
principes.
Het doet spreker genoegen, dat de begrooting aanzienlijk
verminderd is; dat hebben de heeren Wilmer en Huurman
toch niet kunnen ontkennen. Spreker begrijpt niet, dat de
leden van de commissie zelf niet geschrokken zijn van het
cijfer van 135.000.en niet tegen Gemeentewerken
hebben gezegd: het moet naar beneden, anders dienen wij het
niet bij het College in.
De heer Wilmer zegt, dat dat is gedaan. Gemeentewerken
antwoordde evenwel, het niet voor minder te kunnen maken
en toen heeft de commissie gezegd: het moet en het zal
lager.
De heer Goslinga zegt, dat in elk geval die uitgave aan
zienlijk verlaagd is.
De heer Huurman verzoekt den Wethouder daarop niet
nader in te gaan; anders zou spreker namen moeten noemen
en dat zou minder aangenaam zijn.
Den heer Goslinga kan het niet schelen, welke namen de
heer Huurman wil noemen, maar spreker constateert, dat de
oorspronkelijke begrooting sterk verlaagd is. Met het radio
distributiebedrijf kan men dit niet vergelijken; daar wist men
absoluut niets van. Oorspronkelijk was de begrooting/135.000.
nu 88.000.
De heer Kooistra zegt, dat het daardoor niet beter is ge
worden. Zoo kan men alles wel omlaag brengen.
De heer Goslinga zegt, dat dat ook wel kan. Men moet ook
bij uitgaven uit de publieke kas buitengewoon zuinig zijn.
De heer Kooistra zegt, dat die menschen het zelf betalen.
Blijf eraf!
De heer Goslinga zegt, dat de heer Kooistra hem nu wel
toesnauwt: blijf eraf, maar waarom heeft hij, die 10 jaar lid
Commissaris van die inrichting is geweest, dit dan zelf in
betere tijden niet voorgesteld? Welk verschil maakt het, of
men het nu doet of over een paar jiar? Het gaat er niet
om, of het wenschelijk is, maar of men nu voor een dergelijk
doel geld mag uitgeven. Spreker wil dien menschen niet ont
houden wat hun redelijkerwijs toekomt. Het wil er bij spreker
niet in, dat de verpleging der patiënten te Endegeest tot nu toe
te wenschen heeft overgelaten. Wanneer de commissie dit wil
beweren, zou zij zichzelf een klap in het gezicht gevenDe
verpleging was heel behoorlijk; die kan misschien nog beter;
men streeft altijd naar het volmaakte, maar is het nu de tijd
hiervoor? Spreker beantwoordt die vraag ontkennend. Spreker
weet wel, dat hij hiervoor in den Raad geen meerderheid zal
vinden, maar hij heeft toch van zijn gevoelen blijk willen
geven, omdat hij tenslotte toch ook aansprakelijk is voor den
goeden gang van zaken.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt aan
genomen met 30 tegen 2 stemmen.
Vóór stemmen de heeren Manders, van Tol, Bergers, van
Es, Meijnen, Wilbrink, van der Reijden, de Reede, van Ros
malen, van Eecke, Vos, Koole, Romijn, Splinter, Tepe, Don
ders, Groeneveld, Knuttel, Huurman, Beekenkamp, Wilmer,
Kuipers, Vallentgoed, mevrouw de Clerde Bruijn, mevrouw
Bouw recreatiegebouw bij Endegeest, e.a.
(Voorzitter e.a.)
Braggaarde Does, de heeren Schiïller, Verweij, van Eek,
Kooistra en Coster.
Tegen stemmen de heeren Bosman en Goslinga.
De Voorzitter schorst vervolgens de vergadering tot des
avonds te fej uur.
Voortzetting van de geschorste openbare vergadering
des avonds te 8J uur.
Thans zijn afwezig de heeren Eikerbout en van Stralen.
XIV. Voorstel:
a. tot onbewoonbaarverklaring van verschillende woningen
gelegen in de Lange Paradijssteeg en de Lange Bouwe-
louwensteeg
b. tot voorloopige goedkeuring van een plan tot onteigening
van perceelen gelegen aan en tussehen de sub a bedoelde
stegen.
(Zie Ing. St. No. 57.)
De heer Kooistra zegt, dat Burgemeester en Wethouders
blijkens hun voorstel erkennen, dat de bestaande toestand
van de volkshuisvesting verbetering behoeft. In dit voorstel
wordt de grondslag van die verbetering gelegd.
De sociaal-democratische fractie is nu wel dankbaar, maar
niet voldaan.
Spreker hoopt, dat de Wethouder dit voorstel straks in
zijn geheel met spoed zal laten uitwerken en uitvoeren.
De 87 gezinnen, die straks hun woning zullen moeten ver
laten, worden verwezen naar de 75 woningen aan de Medusa
straat en de 56 woningen, welke aan de Lusthoflaan worden
gebouwd. De woningen aan de Lusthoflaan zijn gebracht
onder het beheer van de woningbouwvereeniging Werkmans
Woningen" en aangezien spreker op dit punt eenige ervaring
heeft opgedaan, is hij niet geheel en al gerust omtrent de
aanwijzing van de gezinnen voor die woningen.
Ten behoeve van twee gezinnen, die in het »menschen-
pakhuis" wonen en gaarne een andere woning zouden willen
hebben, heeft spreker zich gewend tot den Directeur van
Bouw- en Woningtoezicht, ten einde voor die gezinnen twee
van de 75 woningen te kunnen verkrijgen. De Directeur
verwees hem naar mejuffrouw Roem, die aan den Directeur
had medegedeeld, dat de 75 woningen reeds bezet waren en
dat zij over de toewijzing niets te zeggen had (wat hij zeer
betreurde). Op advies van den Directeur van Bouw- en Woning
toezicht heeft spreker zich gewend tot Dr. Horst, die lid is
van het bestuur der Gemeentelijke Woningstichting, maar
volgens diens verklaring er ook niets aan doen kon, omdat
de menschen, die nu in het »menschenpakhuis" wonen, wegens
huurschuld uit hun woning zijn gezet en de Gemeentelijke
Woningstichting aangesloten is bij den Leidschen 'Verhuur-
dersbond; waardoor die menschen geen woning kunnen krijgen.
Wanneer die nieuwe woningen dus reeds toegewezen zijn,
zijn de door het College in deze genomen maatregelen
niet voldoende. Nu wordt ook verwezen naar de 56 nieuwe
woningen, die aan de Lusthoflaan zullen komen; de bouw
daarvan wordt reeds vanaf 1930 voorbereid; er is brief
wisseling met de Regeering, enz. Het was beter geweest,
wanneer het College direct een plan had voorgesteld, waardoor
de bewoners, die uit deze afgekeurde en onteigende woningen
komen, onderdak kunnen worden gebracht. Dit voorstel van het
College is niet volledig; het is een begin, maar meer ook
niet. Spreker hoopt toch, dat men verder zal gaan en spoedig
met plannen zal komen.
Nu vindt spreker nog een ding niet aangenaam; in Inge
komen Stuk No. 57 leest hij:
Mocht onverhoopt de financieele medewerking van het
Rijk niet of niet ten volle kunnen worden verkregen, dan zal
uiteraard nader moeten worden overwogen, of de financieele
toestand der gemeente gedoogt het onteigeningsplan uit te
voeren en of dus in dat geval het definitieve onteigenings-
besluit tenslotte niet achterwege moet blijven."
Dergelijke voorwaarden moet men hieraan niet verbinden!
Het College erkent in dit stuk, dat verbetering van de woning
toestanden zeer noodzakelijk is, maar dan moet men die niet
laten afhangen van den steun van het Rijk; maar indien het
Rijk geen steun geeft, zelf tot den bouw van arbeiders
woningen overgaan en moet men hieraan direct een tweede
plan verbinden spreker hoopt, dat dit door meerdere plannen
gevolgd zal worden. Spreker is er niet zoo gerust op dat,
wanneer de onbewoonbaarverklaring doorgaat, men deze
menschen binnen 6 maanden uit die woningen heeft kunnen
halen en dat er dan nieuwe woningen voor in de plaats
gekomen zijn.