88
MAANDAG 21
MAART 1932.
Bouw recreatiegebouw bij Endegeest.
(Goslinga e.a.)
De heer Goslinga zegt, dat 4.000.— uitgetrokken staat
voor tooneelrequisieten.
De heer Huurman zegt, dat dat niet voor gezelschappen
is. Alle kunst daar wordt gratis gegeven. Dit dient alleen
om de menschen er behoorlijk van te doen genieten. Daarbij
komt, dat dit kerkgebouw voor de protestanten te klein is.
Nu kan men wel zeggen: het is niet noodzakelijk, maar
waar is dan de grens tusschen het noodzakelijke en hetniet-
noodzakelijke? Deze inrichting maakt bovendien nog winst.
Spreker heelt daarover wel eens met den heer Goslinga ge
sproken, die hem zeidedat is winst, die van den eenen broekzak
in den anderen terecht komt, het zijn meest Leidsche patiënten.
Spreker heelt dat eens nagegaan, dit motief zou misschien
eenigszins opgaan, als Endegeest voor Leiden was, wat
Poortugaal voor Rotterdam is, waar n.l. alleen inwoners van
Rotterdam worden verpleegd. In Endegeest en Yoorgeest
werden echter op 31 December j.I. verpleegd 617 patiënten,
waarvan 291 uit Leiden en 326 uit andere gemeenten. De
winst wordt dus voor de helft behaald op de verpleeggelden
van personen buiten Leiden en Leiden is verplicht, tegen
over de gemeentebesturen, die daar hun zieken laten ver
plegen, om dien menschen te geven wat het kan. In andere
krankzinnigengestichten zijn wel dergelijke recreatiezalen,
gelegenheden, om de menschen zich behoorlijk te doen
verpoozen en hun eenige afleiding te verschaffen; indien
Leiden daartoe niet overgaat, zal Endegeest een minder goeden
naam krijgen en heeft men zeer veel kans, patiënten uit
andere gemeenten te verliezen.
De heer Goslinga sprak smalend over de loszinnigheid van
de Commissie, om zoo maar ineens haar begrooting te ver
minderen van 130.000.tot 70.000.—. Spreker zou hier
dingen moeten vertellen, die hij eigenlijk liever niet zegt,
maar als de commissie door den Wethouder in een eigenaardig
daglicht wordt gesteld, is hij verplicht als lid van die com
missie daartegen op te komen.
Het is den heer Goslinga zeer goed bekend, dat de Com
missie van Beheer omtrent verbouwingen of het bouwen van
nieuwe panden van Endegeest volgens de verordening voor
lichting moet vragen aan het bureau van Gemeentewerken.
Toen de Commissie van Beheer de begrooting ontving, heelt
zij haar verbazing te kennen gegeven over het hooge bedrag
van f 135.000.— en op alle mogelijke wijzen getracht het
eindbedrag te verminderen. Dat is haar, in't kort gezegd, niet
mogen gelukken. Burgemeester en Wethouders hebben mede
op verzoek van de commissie ingegrepen en de verlaging
der bouwkosten tot stand weten te brengen. Uit de notulen
van de vergaderingen van de Commissie van Beheer kan
echter blijken, dat zij zich niet luchthartig met het voorstel
vereenigd heeft.
Er zal niet alleen een zaal gebouwd, maar ook een rijwiel
bergplaats gemaakt worden. Toen Endegeest dertig jaar geleden
gebouwd werd, was iemand, die een rijwiel had, een richard.
Thans is het rijwiel een onmisbaar vervoermiddel en de ver
pleegsters en verplegers, voor wie het gesticht eigenlijk hun
huis is, moeten een geschikte bergplaats voor hun rijwiel
hebben. Een loods, die ruimte biedt voor 150 rijwielen en
zoo is ingericht, dat geen diefstal kan plaats hebben, kost
uit den aard der zaak een belangrijk bedrag. Met het bedrag,
dat de Commissie vraagt, kan in de behoefte worden voorzien.
De toegang tot Endegeest zal verbeterd moeten worden.
De portiersloge is te klein. Uit deze opsomming blijkt, dat het
aangevraagde bedrag niet alleen een recreatiezaal betreft.
Een en ander is noodzakelijk om Endegeest in alle opzichten
»op peil" te houden.
Voor de moeite, die de Commissie en de Directeur aan
deze zaak hebben besteed, zou het spreker spijten, indien het
voorstel niet met algemeene stemmen werd aangenomen.
De heer Meijnen had iets willen zeggen naar aanleiding
van de rede van den Wethouder van Financiën, maar kan
dit na het uitstekend betoog van de heeren Wilmer en
Huurman nalaten.
Spreker meent, dat het wellicht verstandiger is in dezen
te spreken van een sontspanningszaal" dan van een «recrea
tiezaal".
De heer Kooistra zegt, dat Endegeest een ziekeninrichting
is, die men niet, zooals de heer Goslinga doet, moet gelijk
stellen met een bedrijf als b.v. de gasfabriek. De gemeente
nu behoeft niet te parasiteeren op de zieken, in een dergelijke
inrichting opgenomen. Vooral door de toepassing van de
arbeidstherapie in de laatste jaren zijn door die menschen
reeds baten in de gemeentekas gevloeid; vooral de genees
heer-directeur haalt daaruit zooveel mogelijk geldelijk voor
deel voor het gesticht. Waar nu de noodzakelijkheid van
Bouw reereatiegcbouw bij Endegeest.
(Kooistra e.a.)
zoo'n recreatiezaal bewezen is, is het dan niet onhebbelijk en
droevig, dat men daarop nog zoo lang moet zitten te tim
meren en dat de menschen dergelijke dingen, die zij zelf
verdienen, niet krijgen? De brutowinst van deze inrichtingen
over de laatste 10 jaar heelt bedragen 1.059.298.19J; in het
vernieuwingsfonds is gestort 370.789.24^, zoodat in de
gemeentekas in die jaren gestort is 688.508.95. De gemeen
schap heeft toch niet te parasiteeren op die zieken I Wat die
personen daar verdienen, moet voor hen zelf worden gebruikt;
daarvan moet de gemeenschap niet profiteeren. Spreker heeft
het nog nooit zoover kunnen brengen, dat die verdiensten in
de kas van de gestichten zelf konden blijven; daarom vindt
spreker de wijze, waarop de Wethouder van Financiën deze
mededeeling deed, stootend; hij wil maar halen uit deze
inrichting wat er mogelijk maar in zit en spreker moet zich
daartegen verklaren.
De heer Van Es is wel een oogenblik van deze uitgave
van 80.000 geschrokken; wanneer men zich even indenkt
wat bij zoo'n recreatiezaal behoort, maar er zijn allerlei
uitgaven voorgesteld, die hiermede in verband staan. De
verpleging van de krankzinnigen is de laatste jaren een
gezonde richting ingegaan, die geheel verschilt met die van
vroeger; de Roomsch-Katholieke en Christelijke krankzinni
genverpleging hebben hier voor een groot deel den weg
gewezen en zijn hier voorgegaan. In Endegeest zal men dien
weg ook zeker moeten volgen. Toen spreker nog studeerde,
werd college gegeven in het kerkzaaltje, dat toen ook als
ontspanningszaal gebruikt werd, dat werkelijk onvoldoende
is. De oorspronkelijke begrooting van 130.000.is heel
wat ingekrompen; volgens den heer Wilmer was dit mogelijk,
doordat de commissie nog een oogenblik gewacht heeft en
zich nog eens bezonnen heeft; dit is misschien een aanwijzing
om nog eens een oogenblik te wachten en zich te bezinnen;
misschien kan er dan nog wat van die f 80.000.af. Deze
zaak is echter van zoo groot belang, dat spreker niet den
moed zal hebben om tegen te stemmen, waaraan hij oorspron
kelijk echter wel gedacht heeft.
Spreker is het met den heer Huurman eens, dat deze zaal voor
Endegeest absoluut noodig is en dat de tegenwoordige zaal
totaal onvoldoende moet geacht worden.
Men ziet in het algemeen bij inrichtingen, vooral wanneer
het de ziekenverpleging betreft, dat de eene de andere wil
overvleugelen en daarom zou spreker er bij de Commissie
van Beheer van Endegeest met klem op willen aandringen,
vooral toe te zien, dat het bedrag van deze begrooting niet
wordt overschreden. Laat men tevreden zijn met hetgeen
voor dit bedrag gemaakt kan worden. Op het oogenblik dalen
de arbeidsloonen en de prijzen van de materialen. Het is dus
misschien toch mogelijk, dat ten slotte ook op het bedrag
van 80.000.nog iets bezuinigd kan worden.
De heer Romijn ziet van de verdediging van het voorstel
van Burgemeester en Wethouders af, niet alleen met het
oog op den 'tijd, maar ook in verband met de warme ver
dediging, die door de heeren Wilmer, Huurman, Meijnen en
Kooistra is geleverd, welke leden zoo overtuigend hebben
gesproken, dat zelfs de Wethouder van Financiën misschien
van opinie is veranderd. Spreker hoopt, dat het voorstel met
algemeene stemmen zal worden aangenomen.
De heer Goslinga kan den heer Romijn niet die illusie
laten behouden.
Toen verleden jaar werd voorgesteld de salarissen van de
verpleegsters van Endegeest te verhoogen, hetgeen de ge
meente 24000.per jaar zou kosten, heeft spreker daar
tegen geen woord van protest doen hooren. De verhooging
was noodzakelijk voor het behouden van een goed verplegend
personeel. Spreker herinnert hieraan om aan te toonen, dat
de opmerking van den heer Kooistra, als zou spreker »er
alles willen uithalen, wat er in zit", niet juist is.
Het gaat hierbij echter om den bouw van een zaal, die
men 30 jaren ontbeerd heeft.
Als men zich tegen dezen bouw verzet, wil het niet zeggen,
dat men bezuinigen wil op de ziekenverpleging, hetgeen wel
het geval zou zijn, wanneer men op de voeding of verzorging
van de patiënten een korting wilde toepassen. Hier is geen
sprake van bezuinigen, dat alleen op bestaande uitgaven kan
plaats hebben, maar wel van uitstellen van een uitgave, die
men nog doen moet en waarvan de strikte noodzakelijkheid
nog niet gebleken is, waarom spreker er dan ook tegen is.
Het gaat niet om de vraag, of spreker deze zaal gewerischt
vindt. Het is verbazend gemakkelijk een voorstel als dit te
verdedigen, maar het is moeilijk, het te bestrijden.
Spreker geeft de noodzakelijkheid en wenschelijkheid hier
van natuurlijk direct toe, maar het moet allemaal betaald