72 MAANDAG 7 MAART 1932. Tariefsherziening Openbaar Slachthuis. (Bergers e.a.) voor de consumenten houden. Hoe minder de slagers betalen, des te minder betalen de consumenten. In het verslag van de conferentie van de drie landelijke Middenstandsbonden, gehouden in het Departement van Arbeid, Handel en Nijverheid (De Maasbode van Zondag 29 November 1931), leest men o.a., dat »vele lasten van economischen en socialen aard verdere prijsdaling tegenhouden, terwijl ook de overheid door hand having van bedrijfstarieven, slacht- en keurloonen, e.d. op hetzelfde peil en het instellen van nieuwe maatregelen (belastingen, invoerrechten) weinig medewerkt. Deze lasten zijn door den middenstand zelve niet te beïnvloeden." In de memorie van antwoord aan de Eerste Kamer nopens de Rijksbegrooting voor 1932 (algemeene beschouwingen) zegt de Regeering o.m.: »De Regeering is van meening, dat, ten einde het bedrijfs leven voor verdere inzinking te behoeden, gestreefd moet worden naar verlaging van productiekosten." en »De Regeering staat op het standpunt, dat loonsverlaging in bepaalde gevallen onvermijdelijk zal zijn, doch dat dit middel slechts in geval van noodzaak en in niet sterkere mate dan noodzakelijk is, mag worden toegepast." Men moet het dus vinden in de verlaging van de produc tiekosten. Daarvoor strijdt spreker thans en daarom zou het hem verschrikkelijk tegenvallen, indien zijn amendementen niet werden aangenomen. De Wethouder kan het zoo mooi vertellen; hij geeft als het ware een bloemlezing: de gemeente kan het niet missen, waar moet ik het geld in vredesnaam vandaan halen. Spreker heeft echter aangetoond, dat in 1931 26000.meer winst is gemaakt, zoodat zijn amendementen thans ƒ26000.meer waard zijn dan drie weken geleden, van welk bedrag alleen moet afgenomen worden 7135.voor de invoerkeurloonen. Spreker heeft bij voorkeur niet gesproken over de adressen van Verhoef, omdat hetgeen deze gezegd heeft niet geheel en al juist is. In de eerste plaats spreekt hij van een winst derving van 14000.en in de tweede plaats heeft hij het over accijnzen, waarmede men in deze echter niets te maken heeft; dat is Rijksgeld. Omdat dit adres niet juist is, heeft spreker er niet over gesproken. Er blijven dus 6000. over. Spreker betaalt zelf nog 2000.a 3000.meer; hoewel geen fabrikant zijnde, betaalt spreker dus nog meer, evenals andere slagers. Al slacht een particuliere slager nog zooveel, hij krijgt geen reductie, een fabrikant wel, omdat die als zoodanig ingeschreven staat. De slagers vragen ook om verlaging, omdat zij dat billijk vinden, nu het dubbel en dwars kan. Spreker is het roerend met den Wethouder eens, dat de gemeente het heelemaal niet missen kanmaar dan ook niet voor de fabrikanten. Spreker zal de laatste zijn om een industrie iets in den weg te leggen. Spreker zal ook niet tegen het voorstel van het College stemmen, hoewel hij dit volgens den Wethouder eigenlijk moest doen. Sprekers amendementen zijn zoo geconstrueerd, dat de firma Tieleman en Dros nooit kan zeggen, dat zij ergens anders goedkooper terecht kan, ook al is het voordeel voor haar 5000.— min der; dan gaat zij toch niet weg. Volgens den Wethouder is de toestand van die firma niet rooskleurig; dat weet spreker niet en daarmede heeft hij niet te maken. De heer Goslinga zegt, dat de heer Bergers als Raadslid daarmede wel degelijk te maken heeft. De heer Bergers zegt, dat de heer Goslinga nu redeneert, alsof spreker tegen die fabriek is, maar spreker heeft tevoren gezegd dat hij de laatste zal zijn om die fabr iek te verjagen. Daarom kan spreker gerust zeggen, dat hem dit onverschillig is. De heer Goslinga heeft een aangeboren vaardigheid in debatteeren; dat prijst spreker in hem, maar de heer Goslinga kan spreker toch niet uit het veld slaan met zijn interruptie. In het belang van de gemeente en in het voordeel vari den consument beveelt spreker zijn amendementen aan, bij aan neming waarvan de firma Tieleman en Dros nooit kan zeggen, dat zij verjaagd is. De heer Costcr kan, evenmin als de heer Wilbrink, be grijpen dat de Wethouder absoluut niet het adres van den heer Verhoef heeft aangeroerd. Komt dit soms, omdat dit niet een grootbedrijf is? Spreker herhaalt zijn vraag, of de mededeeling, dat het bestaan van de firma Tieleman en Dros bedreigd werd, een oppervlakkig gezegde van die firma was, dan wel of de Wethouder inzage van de boeken heeft gehad. De heer Knuttel acht het buitengewoon moeilijk, in deze zijn standpunt te bepalen. Spreker is er ten sterkste voor, Tariefsherziening Openhaar Slachthuis. (Knuttel e.a.) de kosten, op de verschillende noodzakelijke levensmiddelen vallende, zooveel mogelijk omlaag te drukken, maar aan den anderen kant heeft hij niet den minsten waarborg, dat een ver laging van de tarieven, ook voor de particuliere slagers, inderdaad den consumenten ten goede zal komen. Het is eenigszins een slag in de lucht; men moet dat afwachten; tevoren kan daarvan niets gezegd worden; spreker wil waar borgen hebben daarvoor, vóórdat hij zijn stem daaraan kan geven. Daartegenover staat de kwestie van de firma Tieleman en Dros. Spreker gelooft ook, dat men er niet aan ontkomen kan om rekening te houden met de concurrentie van andere plaatsen. Het staat echter ook voor spreker nog lang niet vast, dat deze verlaging doorslaggevend zou zijn voor dit bedrijf en dat men niet eenvoudig uit de gemeentekas een verkapte subsidie aan dit bedrijf toekent. Spreker is na alles, wat hij thans gehoord heeft, eenigszins huiverig om met een verlaging op deze manier voor de firma Tieleman en Dros in zee te gaan. Het is mogelijk, dat de allerlaatste woorden, die hierover gesproken zullen worden, sprekers stem in de eene of in de andere richting bepaalt. Intusschen stelde spreker er prijs op zijn standpunt ten aan zien van dit voorstel in het algemeen te motiveeren. De heer van Stralen zegt, dat de sociaal-democratische fractie deze zaak uiteraard ampel heeft besproken en door het uitstel van de behandeling van de amendementen in de gelegenheid is geweest haar nog eens rustig te bezien. Het gevolg daarvan is, dat zijn fractie thans het voornemen heeft, zich met het voorstel van Burgemeester en Wethouders te vereenigen en zich te verklaren tegen de amendementen van den heer Bergers. Het belang van de consumenten kan in deze wel worden uitgeschakeld, want zij zullen van het een en ander weinig profijt hebben. Het is van belang er op te wijzen, dat de firma Tieleman en Dros ondanks de belangrijke verlaging van tarieven, welke haar in uitzicht is gesteld, het personeel een loonsverlaging van 10% heeft aangekondigd en ver schillende personen heeft ontslagen. Sprekers fractie heelt de zaak ook niet in dit verband bezien. Toch gelooft spreker evenmin, dat de consumenten belang zouden hebben bij de aanneming van de amendementen- Bergers, want wel zijn de vleeschprijzen op het oogenblik laag, maar dit is niet te danken aan de billijkheid van de slagers, doch aan de lage veeprijzen, waardoor de slagers, bij een veel lageren prijs van het vleesch, toch nog behoorlijke winsten kunnen maken, hetgeen trouwens door den Wet houder reeds is betoogd en door den heer Bergers niet is tegengesproken. Spreker vermoedt, dat ondanks een eventueele verlaging van de tarieven voor de slagers, een stijging van de vleesch prijzen kan worden tegemoet gezien, aangezien de veeprijzen thans reeds volgens de mededeeling van den heer Bergers omhoog gaan. Sprekers fractie heeft deze zaak bezien in het licht, waarin zij door Burgemeester en Wethouders is geplaatst. Men kan niet ontkennen, dat voor de vleeschwarenfabrïeken de tarieven hier in ongunstigen zin beduidend verschillen van die in andere gemeenten, hetgeen op zichzelf niet goed te praten is. De tarieven dienen in Leiden, voor wie dan ook, niet hooger te zijn dan elders. De heer Bergers kan echter niet ontkennen dat de tarieven voor de slagers, ook al zijn ze hier viermaal zoo hoog als voor de fabrieken, niet hooger zijn dan elders. De heer Bergers wijst op Rotterdam, waar het tarief 50% lager is. De heer van Stralen zegt, dat de Raad een lijst ontvangen heeft van verschillende plaatsen, waaruit blijkt, dat de tarieven voor de slagers hier niet hoog zijn. Dan had het toch op den weg van den heer Bergers gelegen om hier met andere cijfers te komen. De heer Bergers heeft in eerste instantie cijfers van allerlei andere plaatsen gegeven, o.a. Den Haag 4.Leiden 4.75, ter wijl de slager hier met hun portemonnaie in hun hand kunnen blijven loopen en voor alles nog apart moeten betalen. De heer van Stralen ziet deze zaak zoo, dat noodgedwongen in tariefsverlaging voor de exportslagerijen moet worden toegestemd, alleen om te voorkomen, dat die elders zullen laten slachten. Spreker zou echter gaarne zien, dat tegenover deze tariefsverlaging deze fabriek zich toch in elk geval zou ver binden, niet in andere plaatsen te laten slachten; volstaat men alleen met deze tariefsverlaging, dan blijft het altijd mogelijk, vooral bij de concurrentie van den laatsten tijd,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1932 | | pagina 14