MAANDAG 25
JANUARI 1932.
33
Aankoop Bouwelouwensteeg 30 e.a.
(Schüller e.a.)
XII. Voorstel tot aankoop van het perceel Bouwelomven
steeg 30 en tot beschikbaarstelling van de voor dien aankoop
benoodigde gelden.
(Zie Ing. St. No. 13.)
De heer Schüller vraagt of de prijs van ƒ5.70 per M®. niet
te hoog moet worden geacht en niet een belemmering zal
vormen voor verdere aankoopen bij de uitvoering van het
saneeringsplan.
De Voorzitter beantwoordt de vraag van den heer Schüller
in ontkennenden zin. In verband met de gegevens, welke
Burgemeester en Wethouders te hunner beschikking hebben,
vinden zij den prijs niet te hoog. Die zijde van de zaak is
wel degelijk onder het oog gezien.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
XIII. Voorstel tot onbewoonbaarverklaring van de pereeelen
Kuipershof 1, 2, 4, 6 en 11.
(Zie Ing. St. No. 14.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XIV. Voorstel om de Commissie voor het Stedelijk Museum
„de Lakenhal" te machtigen tot ruiling van een 2-tal in het
museum aanwezige voorwerpen.
(Zie Ing. St. No. 15.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XV. Voorstel tot het geven van een naam aan de nieuwe
brug over den Rijn naast de spoorbrug in de lijn Leiden
Woerden.
(Zie Ing. St. No. 16.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XVI. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden, ten
behoeve van de oprichting van cursussen voor jeugdige werk-
loozen, die zich in hun vak verder wenschen te bekwamen.
(Zie Ing. St. No. 17.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XVII. Voorstel om een bedrag van f 7000.ter beschikking
te stellen van het Crisis-Comité-Leiden, voor de verschaffing van
steun in natura aan do werkloosheid getroffen arbeiders
gezinnen.
(Zie Ing. St. No. 18.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XVIII. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden, ten
behoeve van den aanleg van een hoofdriool in den Lagen
Morscliweg en van een stamriool in een gedeelte van den
Morsehweg.
(Zie Ing. St. No. 19.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
Daar punt XIX behandeld is bij volgn. 663 der gemeente-
begrooting, is thans aan de orde:
XX. Voorstel in zake het verstrekken van een renteloos
kasvoorschot aan de Vereeniging tot Bestrijding der Tuber
culose.
(Zie Ing. St. No. 21.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
Toelage verpleegster Endegeest e.a.
(Voorzitter e.a.)
XXI. Voorstel om aan Mej. H. J. van der Male een
jaarlijksche toelage te verleenen wegens hare werkzaam
heden aan het Consultatiebureau voor zenuw- en geestes
zieken.
(Zie Ing. St. No. 22.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XXII. Voorstel tot aanstelling van een 4e verpleegster bij
den Gemeentelijken Geneeskundigen- en Gezondheidsdienst.
(Zie Ing. St. No. 23.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XXIIa. Voorstel om aan de N.V. Algemeene Confectiehandel
van C. en A. Brenninkmeyer toestemming te verleenen om
den achtergevel aan de Dwarskorenbrugstecg van het winkel
gebouw Botermarkt Nis. 5, 6 en 7 hoogcr op te trekken
dan de bij de Verordening op het Bouwen en Sloopen toe
gestane hoogte.
(Zie Ing. St. No. 26.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XXIII. Voorstel:
a. om het voorstel van den heer Koole, in zake de aan
stelling van een vol-ambtcnaar-schoolarts naast de 4 in
functie zijnde schoolartsen, niet aan te nemen;
b. om het medisch toezicht op de leerlingen van de buiten
gewone school voor Lager Onderwijs, evenals het vóór-
onderzoek van die leerlingen, op te dragen aan een
psychiater-specialist
c. tot vaststelling van de verordening, regelende het ge
neeskundig toezicht op de openbare en bijzondere lagere
scholen, de openbare en bijzondere bewaarscholen, de
kinderbewaarplaatsen en dergelijke inrichtingen, en den
werkkring van den schoolarts.
(Zie Ing. St. No. 313 van 1931.),
waarbij tevens aan de orde komt het voorstel van den heer
Knuttel, luidende:
»De Gemeenteraad draagt Burgemeester en Wethouders op
een regeling te ontwerpen voor een tandheelkundigen dienst
ten behoeve der leerlingen van de lagere scholen."
De Voorzitter betreurt het, dat de heer Knuttel niet aan
wezig is, maar is zeker, dat deze genoegen zal nemen met
sprekers voorstel, om het voorstel van den heer Knuttel in
handen van Burgemeester en Wethouders te stellen om
praeadvies, hetgeen spreker bij deze doet; dan zijn de belangen
van den heer Knuttel ook behartigd.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming, over
eenkomstig het voorstel van den Voorzitter, besloten.
De algemeene beschouwingen worden geopend.
De heer Koole zegt, dat de Voorzitter in de Raadszitting
van 24 Januari 1930, nadat spreker zijn voorstel tot aan
stelling van een volambtenaar-schoolarts had verdedigd, het
volgende daarop antwoordde:
»De Voorzitter meent, dat men aan de uitvoerige toelichting,
welke de heer Koole bij zijn voorstel heeft gegeven, weinig
recht zou kunnen doen wedervaren in deze vergadering, waar
de tijd beperkt is èn hij zooveel argumenten heeft opgesomd,
dat daartegenover waarschijnlijk verschillende andere zullen
kunnen worden gesteld. Het College stelt daarom voor, het
voorstel van den heer Koole in zijn handen te stellen om
praeadvies, waarvoor te meer reden is, omdat het dan zal
kunnen worden behandeld, wanneer het voorstel van Burge
meester en Wethouders tot wijziging van de verordening,
regelende het geneeskundig schooltoezicht, aan de orde komt.
Burgemeester en Wethouders en de Raadsleden hebben dan
tijd om de zaak op hun gemak te bekijken."
Spreker is daarmede meegegaan in de gedachte, dat zijn
voorstel een serieus onderzoek deelachtig zou worden, maar
hij is door dit praeadvies van het College ontgoocheld. Toen
spreker de stukken werden toegezonden, met het oordeel der
verschillende instanties, die gehoord waren over het voorstel
van Dr. Horst van 1927, lag sprekers voorstel bovenop en