GEMEENTERAAD YAN LEIDEN.
9
INOSKOHEII STUKKEN.
N°. 26. Leiden, 20 Januari 1932.
De heeren L. van der Laan en Ir. Jan A. van der Laan,
architecten te Leiden, deelden ons College mede, dat de
N.V. Algemeene Confectiehandel van C. en A. Brennink-
meijer te Amsterdam voornemens is het winkelgebouw aan
de Botermarkt Nis. 5, 6 en 7 en Dwarskorenbrugsteeg te
verbouwen en verzochten ons College om toestemming tot
overschrijding van de maximum-hoogte ingevolge artikel 19
der verordening op het bouwen en sloopen ten aanzien van
den achtergevel van het te verbouwen perceel in de Dwars
korenbrugsteeg overeenkomstig de overgelegde teekeningen.
Aangezien het verzoek niet kan worden gerangschikt
onder een van de in de 7e alinea van het vorenvermelde
artikel bedoelde gevallen, waarin door ons College vergun
ning kan worden verleend, is in casu ingevolge de 8e alinea
van dat artikel de toestemming van Uwe Vergadering
vereischt.
De Dwarskorenbrugsteeg heeft ter plaatse slechts een
breedte van 2.75 M., terwijl de hoogte van gebouwen
ingevolge artikel 19 van de verordening op het bouwen en
sloopen niet meer mag bedragen dan anderhalf maal de
breedte van den weg tot ten hoogste 15 M.
De bestaande achtergevel van het te verbouwen perceel,
die ongeveer 19 M. lang is, heeft over een lengte van
7 M. tot halverwege den topgevel een hoogte van 13 M.
en over een lengte van 12 M. een hoogte vair 7 M.
De ontworpen, nieuwe achtergevel zal over de geheale
lengte een hoogte verkrijgen van 14 M.. hetgeen der
halve een verhooging deels met 1 M., deels met 7 M.
beteekent.
Hierdoor wordt de toetreding van lucht tot de aan de
overzijde gelegen perceelen niet verminderd, terwijl adressante
met belanghebbenden een regeling heeft getroffen, tengevolge
waarvan o.rn. door het aanbrengen van een lichtgekleurden
gevel aan de bezwaren tegen vermindering van de toe
treding van licht tot die perceelen zal worden tegemoet
gekomen.
Op grond van het bovenstaande geven wij Uwe Ver
gadering alsnu, in overeenstemming met de Commissie van
Fabricage, in overweging aan de N.V. Algemeene Confectie
handel van G. en A Brenninkineyer te Amsterdam, toe
stemming te verleenen den achtergevel aan de Dwarskoren
brugsteeg van het winkelgebouw aan de Botermarkt Nis 5,
6 en 7 over de volle lengte van 19 M. tot een maximum vau
14.25 M. boven de kruin van den weg te doen optrekken,
onder voorwaarde, dat de gevellijst aan de Dwarskoren
brugsteeg niet meer dan 10 cM. buiten den gevel uitsteekt.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 27. Leiden, 30 Januari 1932.
In hare beide in de Leeskamer voor U ter inzage neerge
legde rapporten stelt de Commissie voor den Markt- en
Havendienst voor een aantal voorzieningen te treffen met
betrekking tot verschillende markten.
Hare voorstellen betreffen allereerst de groente- en oojt-
markten. Artikel 1 van de verordening, houdende aanwijzing
van de dagen, uren en plaatsen voor het houden van de
verschillende markten en van veilingen van ooft, somt onder
1° sub a, b, c en e een viertal groente- en ooftmarkten op,
waarvan de sub b, c en e genoemde echter niet meer afzon
derlijk en voor een deel ook niet meer op de daarvoor in de
verordening aangewezen plaatsen worden gehouden; feitelijk
wordt er thans alleen nog maar één groente- en ooftmarkt
op één plaats, de Bloemmarkt, gehouden, waar dan tevens
de veilingen van groente en ooft plaats hebben. Het verdient
daarom aanbeveling de verordening met den gewijzigden
feitelijken toestand in overeenstemming te brengen. (Zie
ontwerp-verordening A, artikel II, sub 1°«.)
Voorts komt het ons met de Commissie niet noodig voor,
dat de op de markten betrekking hebbende verordeningen
nog langer de woorden „ooft" en „fruit" naast elkaar ge
bruiken. In het gewone spraakgebruik toch worden deze
woorden als synoniemen door elkaar gebruikt en de termi
nologie van de verordeningen kan zich naar onze meening
daarbij gevoegelijk aansluiten door öf alleen het eene of
alleen het andere woord te-bezigen. Mede gelet op de termi
nologie van de verordeningen van andere gemeenten geven
wij aan het gebruik van het woord „fruit" de voorkeur. In
de U hierbij ter vaststelling aangeboden concept-verorde
ningen is dan ook overal het woord „ooft" door het woord
„fruit" vervangen, terwijl wij de Commissie voor de Straf
verordeningen hebben verzocht een soortgelijke wijziging van
de verordening op de Markten, welke trouwens ook nog op
een ander punt wijziging behoeft, te ontwerpen en die bij
Uwe Vergadering aanhangig te maken.
Nu de veilingloods van de Bloemmarkt verwijderd is,
biedt dit terrein, althans voor het oogenblik, voldoende
ruimte voor het houden van de markt en van de veilingen
van groente en fruit. Niettemin blijft het met het oog op even-
tueele uitbreiding gewenscht zoo noodig ook over de andere
in artikel 1, 1° sub a van bovenbedoelde verordening ge
noemde plaatsen te kunnen beschikken. Met het feit echter,
dat de Bloemmarkt thans voldoende ruimte biedt, is bij
de nieuw voorgestelde redactie in zooverre rekening gehouden,
dat nu ook de Apothekersdijk alleen subsidiair voor het
houden van deze markt en van deze veilingen wordt aan
gewezen.
Aangezien het voorts wenschelijk gebleken is de grossiers
in groente en fruit in staat te stellen hunne voor deze
markt bestemde koopwaren eenigen tijd, b.v. ten hoogste
IV2 uur, vóór markttijd op de markt aan te voeren, hebben
wi j de Commissie voor de Strafverordeningen mede verzocht
de daartoe noodige aanvulling van artikel 3 van de ver
ordening op de Markten te willen ontwerpen en U ter
vaststelling aan te bieden.
Ten slotte geeft de Commissie voor den Markt- en Haven
dienst in overweging om, evenals voor de Zaterdagsche
markten, ook voor deze markt voor het hebben van een
vaste jaarplaats betaling van het marktgeld bij wijze van
abonnement mogelijk te maken en het tarief te bepalen op ƒ5.—
per M2. per jaar. Zoowel het een als het ander heeft de instem
ming van de Commissie van Financiën en van ons College.
Verwacht mag toch worden, dat betaling bij wijze van abonne
ment een einde zal maken aan de bezwaren, welke thans dik
wijls bij de inning van het per dag verschuldigde marktgeld
worden ondervonden. Ook met het voorgestelde taiief van
5.per M2. per jaar, dat voor de gemeente niet tot
vermindering van inkomsten zal leiden en dat bovendien
ook de instemming van de grossiers heeft verkregen, kunnen
wij ons vereenigen. (Zie ontwerp-verordening B artikel III).
In de tweede plaats is het noodig de plaatsaanduiding
voor de aardappclmarkt met den veranderden toestand ter
plaatse de Volmolengracht is gedempt, de Laken brug
afgebroken en de Janvossenbrug verlegd in overeen
stemming te brengen. (Zie ontwerp-verordening A, artikel II
sub 1 onder b).
Teneinde de paardenmarkt weder tot grooteren bloei te
brengen, heeft de Commissie voor den Markt- en Haven
dienst voorgesteld deze markt niet meer op den eersten
Dinsdag den dag van de Botterdamsche veemarkt, waar
ook vele paarden worden aangevoerd doch voortaan op
den eersten Woensdag van de maanden Juni en September
te doen houden. Ons met dit denkbeeld vereenigende, hebben
wij de Oommissie voor de Strafverordeningen verzocht de
daartoe noodige wijziging van de verordening op de Vee
markt te willen ontwerpen en Uwen Baad ter vaststelling
aan te bieden.
Intusschen is het gewenscht met betrekking tot deze markt
nog een andere voorziening te treffen. Zooals de Commissie
voor den Markt- en Havendienst toch terecht in herinne
ring brengt, heeft het bij de instelling van deze markt bij
Uw besluit van 5 October 1911 (Ingek. Stukken No. 249) in het
voornemen gelegen haar alleen gedurende de eerste jaren
van haar bestaan vrij te laten, daarbij uitgaande van de
overweging, dat het geen aanbeveling verdient een markt
kunstmatig in het leven te houden, die uit zich zelf geen
levensvatbaarheid blijkt te bezitten. In strijd met dat voor
nemen is (chter tot dusver niet tot de heffing van een
marktgeld overgegaan. Met de Commissie zijn wij van oordeel,
dat het geen zin heeft dezen uitzonderingstoestand nog langer
te bestendigen en dat aan het reeds bij de instelling van de
markt gekoesterde voornemen thans uitvoering behoort te
worden gegeven. Wij stellen U mitsdien voor. méde over
eenkomstig het advies van de Commissie van Financiën, ook
voor deze markt tot heffing van een marktgeld 0.50
voor een paard of hit, ƒ0.30 voor een muilezel of ezel
over te gaan. (Zie ontwerp-verordening B artikel I).
Aangezien ook de poelierswarenmarkt sedert enkele jaren
een kwijnend bestaan leidt, verdient het aanbeveling eenige
maatregelen te nemen, die beoogeu ook deze markt weder
tot nieuw leven te wekken. De Commissie voor den Markt
en Havendienst verwacht dit doel te bereiken door deze
markt op een anderen dag en op een andere plaats te houden,
alsmede door een verlaging van het tarief.