488
DINSDAG 8 DECEMBER 1931.
het geld als die op den voet gevolgd wordt door allerlei
andere verminderingen Men blijft daardoor in den vieieusen
cirkel ronddwarrelen, waardoor mogelijk een tijdelijke, zeer
korte en plaatselijke verbetering verkregen kan worden.
Behalve dat tijdelijk een kleine, oogenschijnlijke vooruitgang
ten koste van de werknemers wordt bereikt, helpt dit niets.
Het eene land volgt toch in dezen het andere en het getuigt
van een zeer beperkten gezichtskring in dezen, wanneer men
daarvan eenig heil denkt te verwachten. Een gezonde oplos
sing is in dezen alleen te zoeken door eerst den factor „geld"
geheel uit te schakelen, dan te zien, wat in het algemeen
belang verricht zou moeten worden, en daarna dezen factor
„geld", waaraan toch vooreerst niet te ontkomen is, weer in
te voeren.
Hoewel, naar spreker meent, in Leiden in de meeste op
zichten een goede werkwijze gevolgd wordt, beveelt spreker
toch deze overwegingen ten zeerste in de aandacht van het
College van Burgemeester en Wethouders aan, om daarmede
rekening houdend zooveel mogelijk mede te helpen, dat deze
tijden van overvloed geen oorzaak worden van het gebrek van
velen, maar zooveel mogelijk aan de welvaart van allen ten
goede komen.
Spreker is het met den heer Knuttel eens, dat het kapi
talisme uit deze crisis geen uitweg wijzen zal, maar ook
Burgemeester en Wethouders en dé heer Knuttel weten
dat niet.
De heer Vallentgoed verwijt den heer van Es, dat hij geen
rekening houdt met wat de socialistische arbeiders bezielt en
dat hij hen daardoor vaak in de ziel treft. Maar wat doet de
heer Vallentgoed ten opzichte van de Katholiekenook hij
begrijpt hen niet, hij heeft eerbied voor hun onderworpenheid,
maar hij beseft niet, dat hun gevoelens voortkomen uit hun
leer en dat het goede, dat in het socialisme kan zijn, nog
slechts een flauw aftreksel is van hetgeen Christelijke naasten
liefde voorschrijft, maar waaraan het hoogere ontnomen is.
Hun streven zal tot niets leiden, omdat bij hen het materialis
me den boventoon voert.
Spreker doet tenslotte nog een beroep op Burgemeester en
Wethouders en den Raad om geen kosten en opofferingen te
ontzien om, voorzoover dit mogelijk is, aan de nooden van
velen in dezen vreemden, abnormalen tijd tegemoet te
komen.
De heer Tepe zal den tegenaanval van het College van
Burgemeester en Wethouders openen met een heel kort voor
postengevecht. In het rapport van de sectievergaderingen
heeft spreker onder de algemeene beschouwingen geenerlei
opmerking gevonden over het onderwijs, maar de bezwaren
tegen het onderwijs worden behandeld bij de artikelen. Deze
wijziging van den frontaanval ontheft spreker van de taak
om bij de algemeene beschouwingen iets in het midden te
brengen over het onderwijs en morgen zal hij gelegenheid
vinden over enkele personeelszaken te spreken, en hij Verzoekt
thans zijn rede te mogen onderbreken.
De Voorzitter heeft daartegen geen bezwaar en schorst de
vergadering tot Woensdag 9 December 1931, des namiddgs
te 2 uur.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J J. GROEN ZOON.