418 MAANDAG 30 NOVEMBER 193!. Aan de orde is alsnu: 1. Praeadvies op het verzoek van J. J. Vallentgoed, om ontslag als lid van de Gemeentelijke Commissie voor Maat schappelijk Hulpbetoon. (Zie Ing. St. No. 282.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten. De Voorzitter stelt de agendapunten 2 tot en met 8 ge lijktijdig aan de orde en opent thans de beraadslagingen over die agendapunten. III. Benoeming van een Regent van het Gerei. Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. (Zie Irig. St. No. 279.) De heer Wilbrink wil even zijn dankbaarheid uitspreken aan het adres van het College van Regenten van het Gere formeerde Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis voor het plaatsen van den heer Verburgt op de voordracht, omdat die candidaat spreker en de zijnen kan bevredigen. Zij hebben niets tegen den persoon van Prof. Krom, maar het is een kwestie van principe. Zij bevelen den heer Verburgt aan. IV. Benoeming van een lid der Commissie voor de Bewaar scholen. (Zie Ing. St. No. 283.) De heer Groeneveld heeft geen bezwaar tegen de beide voorgedragen dames persoonlijk; die zullen daarvoor wel bekwaam zijn, maar op 3 Juni 1929, bij de benoeming van een lid van de commissie voor de bewaarscholen, heeft de heer Verweij opgemerkt, dat nooit sociaal-democraten hiervoor werden voorgedragen. De Voorzitter antwoordde toen, dat bij een volgende vacature daarmede rekening gehouden zou worden. Nu blijkt echter, dat met dien wensch geen rekening gehouden is. Spreker heeft er dus bezwaar tegen om aldus voort te gaan en stelt daarom voor, die voordracht terug te zenden aan de commissie, ter verkrijging van een nieuwe voordracht. De heer Bergers zegt, dat, terwijl bij deze commissie er nu juist een Katholiek uitgevallen is, er evenmin een Katho liek voor in de plaats benoemd zal worden; dat komt dus op hetzelfde neer. Als men dien weg opgaat, zou men 5 personen van verschillende richting moeten hebben. Spreker wil ook zooveel mogelijk evenredige vertegenwoordiging. De heer Tepe zegt, dat in verband met de genomen be sluiten omtrent het bewaarschoolonderwijs in het algemeen ook de geheele verordening omtrent de samenstelling dezer commissie zal moeten worden gewijzigd. Indertijd heeft de heer Spendel een voorstel in dezen geest gedaandat is toen uitgesteld tot de behandeling van het geheele bewaarschool- onderwijs en daarbij is toegezegd, dat tegelijk een wijzigings voorstel zou komen betreffende de verordening op de samen stelling van de commissie voor de Bewaarscholen; dan zal de geheele vraag onder de oogen gezien moeten worden en dan zal ook de samenstelling van die commissie meer qualiteiten vorderen dan tot nu toe. Het ligt dus ongetwijfeld in de bedoeling van het College, zoo spoedig mogelijk een dergelijk voorstel aan de orde te stellen. Bij de behandeling van dit onderwerp in het College heelt spreker er ook de aandacht op gevestigd, dat het hier om zoo te zeggen een Katholieke vacature was, terwijl er niet een Katholiek voor in de plaats is gesteld, zoodat dan in die Commissie ook geen Katholiek meer zitting zal hebben. Juist met het vooruitzicht, dat deze verordening binnenkort zal worden herzien en overwegende, dat mej. Voltman bij uitstek deskundig is, en dat ook het College haar gaarne in die Commissie opgenomen zag, beveelt spreker dit ook aan den Raad aanspreker geeft den heer Groeneveld in overweging daaromtrent nu geen voorstel te doen, maar er genoegen mee te nemen, dat onmiddellijk na de behandeling van de voorstellen inzake het bewaarschool- vraagstuk ook door het College voorstellen zullen worden gedaan tot wijziging van deze verordening, waarbij met zijn wenschen rekening gehouden zal worden. De heer Groeneveld kan tot zijn spijt niet voldoen aan den wensch van den Wethouder om het voorstel, dat hij voornemens was in te dienen, terug te houden. De commissie voor de bewaarscholen bestaat reeds jaren en nooit is het den sociaal-democraten gelukt iemand van hun richting in die commissie benoemd te krijgen, hetgeen te vreemder aan doet, wanneer men bedenkt, dat de ouders van de kinderen der bewaarscholen, waarover deze commissie te zeggen heeft, grootendeels van sprekers richting zijn. Nu zegt de Wethouder wel, dat er een andere regeling komt, waarbij zal worden aangestuurd op een evenredige vertegenwoordiging, maar daarmede heelt spreker op dit moment niets te maken. Het feit, dat dat plan bij het College bestaat, ontslaat de commissie geenszins van de verplichting om iemand van sprekers richting in haar midden op te nemen, nu er een vacature is. Spreker begrijpt niet, hoe de Wethouder die zaken aan elkander kan knoopen. De sociaal democraten hadden er op gerekend, dat vandaag de indertijd gedane toezegging, dat in deze met hun wenschen rekening zou worden gehouden, zou zijn ingelost. Waar dit niet is gebeurd, zal spreker een voorstel indienen, dat hij op het bureau van den Voorzitter zal deponeeren. De Voorzitter deelt mede, dat door de heeren Groeneveld en van Eek het volgende voorstel is ingediend: DÜndergeteekenden stellen voor de voordracht voor de benoeming van een lid der Commissie voor de Bewaarscholen terug te zenden1'. Het voorstel van de heeren Groeneveld en van Eek wordt voldoende ondersteund en kan derhalve een onderwerp van beraadslaging uitmaken. De heer van Eck ziet in de oppositie tegen den aandrang van de sociaal-democraten om hun een ot meer plaatsen toe te wijzen in de commissies, waarin zij recht hebben zitting te nemen, een poging om te verdoezelen, «lat nu eenmaal een belangrijk deel, zoo niet het grootste deel der arbeidersklasse, tot de sociaal-democratische richting behoort. Hij kan zich voorstellen, dat dit tot de commissie voor de Bewaarscholen niet is doorgedrongen, maar Burgemeester en Wethouders en de Raad weten het wel en de billijkheid brengt mee, dat bij de samenstelling der commissies, waarin de lichting beslist over de wijze, waarop men zijn functie vervult, daarmede rekening wordt gehouden. De heer Bergers pleitte voor de opneming van een Katholiek in deze commissie, maar spreker kan zich niet voorstellen, dat vele Katholieke kinderen de openbare bewaarscholen bezoeken. Als er in een commissie een vacature is en de Katholieken bij de samenstelling dier commissie zijn achter gesteld, terwijl de wijze, waarop de leden dier commissie hun functie vervullen, ook samenhangt met de politieke over tuiging der Katholieken, zal spreker zich er niet tegen ver zetten, dat vertegenwoordigers van die richting in die com missie worden opgenomen, maar hier staat men voor een ander geval. De openbare bewaarscholen worden misschien door enkele Katholieke kinderen bezocht, wanneer er in de buurt geen Katholieke bewaarschool is gevestigd, maar naar sprekers overtuiging behooren de ouders der kinderen der gemeentelijke bewaarscholen voor de overgroote meerderheid tot de sociaal-democratische richting. Het is ook onbillijk, een commissie zonder hen samen te stellen. Men kan daarmede niet in alle opzichten rekening houden; er kunnen commissies zijn, waarin allereerst deskundigen moeten worden benoemd, maar hier is dit niet allereerst noodig; bij deze commissie wordt geen rekening met de billijkheid gehouden en dan ligt het op den weg van den Raad om dat te veranderen. De Wethouder kan niet volstaan met een verwijzing naar de toekomst; wanneer die aan zal breken, weet spieker niet. Spreker wil niet een lid uit de commissie stooten, maar er is hier een vacature; de Raad is vrij en nu brengt de billijkheid mede, dat in die commissie ook een socialist wordt benoemd. De Voorzitter zegt, dat dit beginsel van evenredige ver tegenwoordiging hier nog niet algemeen doorgevoerd is, doch in verscheidene gevallen wel, maar dan in Raadscommissies. Hier heeft men te doen met een commissie van deskundigen op dit gebied en niemand zal kunnen tegenspreken, dat mej. Voltman zeer deskundig is op dit gebied. Volgens den heer Groeneveld had het College moeten inlossen een zekere toe zegging. Een belofte kan men inlossen, maar spreker gelooft niet, dat een belofte is afgelegd. Spreker heeft evenwel ge zegd, hij weet de woorden niet precies meer, want het is lang geleden, dat rekening gehouden zou worden met dien wensch en misschien, dat men dien aan de commissie zou overbrengen. De heer Groeneveld zegt, dat de Voorzitter heeft gezegd: »De Voorzitter ziet geen bezwaar met de opmerking van den heer Verweij rekening te houden bij' een volgende vacature." De Voorzitter zegt, dat het dus geen belofte van spreker is geweest.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1931 | | pagina 4