360 MAANDAG 19 OCTOBER 1931. De Voorzitter deelt tenslotte mede, dat door Burgemeester en Wethouders is besloten voortaan in den regel afwijking toe te staan van het bepaalde bij artikel 4, 1ste zinsnede, van de Zondagswet, ten aanzien van tooneeluitvoeringen, bioscoopvoorstellingen en muziekuitvoeringen, welke gehouden worden des Zondags en op den Hemelvaartsdag na des n.m. 2 uur. Op den len Paaschdag, den len Pinksterdag en den len Kerstdag zal ten opzichte van geen enkele openbare ver makelijkheid afwijking van het bepaalde bij artikel 4, eerste zinsnede, van de Zondagswet worden toegestaan. De heer van Eck is natuurlijk Burgemeester en Wethouders erkentelijk, dat zij gevolg hebben gegeven aan den aandrang uit den Raad, om de Zondagswet voortaan wat milder toe te passen. De Voorzitter zegt, dat het niet zijn bedoeling is hierover nu debat toe te staan; het was een zakelijke mededeeling van spreker. De heer van Eck zegt, dat dat zijn bedoeling ook niet was. Natuurlijk is sprekers poging, door den Raad aandrang in die richting te doen oefenen, nu overbodig geworden. Hierdoor is ten deele voldaan aan den wensch, door de sociaal-democraten sinds 12 jaren in den Raad geuit; spreker is dankbaar voor dat gedeeltelijke succes, doch zijn voornaamste doel is nog niet bereikt; de sociaal-democraten wenschen, dat ook in andere opzichten, zooals in andere plaatsen, de Zondagswet milder zal worden toegepast; spreker behoudt zich het recht voor, bij de begrooting te dien aanzien aandrang op Burgemeester en Wethouders uit te oefenen en te trachten, den Raad in die richting een besluit te doen nemen. Spreker trekt zijn motie dus in. De heer Bergers spreekt, mede namens de heeren van Tol en Coster, zijn dankbaarheid en erkentelijkheid uit voor de houding van Burgemeester en Wethouders in deze, waarmede zij zich geheel kunnen vereenigen. Spreker vraagt echter, of ook Goede Vrijdag behoort tot de dagen, waarop muziek toe gestaan zal worden. De Voorzitter zegt, dat de Goede Vrijdag niet onder de Zondagswet valt. De heer Wilbrink spreekt zijn teleurstelling uit over het besluit van het College en over het feit, dat in de viering van den Zondag, zooals die door de gemeentelijke Overheid werd geleid, verandering is gekomen. Spreker had altijd De Voorzitter zegt, dat dit niet aan de orde is. De heer van Eck heeft de intrekking van zijn motie gemotiveerd, de heer Bergers heeft zijn dank betuigd, maar beschouwingen als de heer Wilbrink nu wil gaan houden zou spreker liever uitgesteld zien tot een daartoe speciaal gekozen oogenblik. Wanneer de heer Wilbrink komt met beschouwingen, die misschien tegenspraak vinden bij anderen, vervalt men in een debat hierover, hetgeen niet de bedoeling was. Het is dus beter daarvoor een andere gelegenheid te kiezen. De heer Wilbrink volstaat dan met, tegenover de dank betuiging van den heer van Eck, zijn leedwezen uit te spreken over het besluit van Burgemeester en Wethouders. De heer van Es sluit zich namens de anti-revolutionnaire fractie van harte bij de woorden van teleurstelling van den heer Wilbrink aan. Aan de orde is alsnu: I. Benoeming van een lid der Gemeentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon. (Zie Ing. St. No. 248.) De Voorzitter verzoekt den heeren Kooistra, van Rosmalen, Donders en van Eecke het stembureau te vormen. Wordt benoemd met 21 stemmen de heer P. C. Labrijn; de heer H. Korswagen Nzn. verkreeg 8 stemmen. II. Benoeming van een lid van de Noordercommissie tot wering van schoolverzuim. (Zie Ing. St. No. 249.) Wordt benoemd met algemeene (29) stemmen de heer W. Caro. Ila. Benoeming van een Stads-geneesheer. (Zie Ing. St. No. 264.) Wordt benoemd voor het tijdvak van den dag der infunctie treding tot 1 Januari 1932 met 28 stemmen de heer W. A. Muyzert; de heer S. A. Nieuwzwaag verkreeg 1 stem. 116. Benoeming van een Schoolarts. (Zie Ing. St. No. 265.) Wordt benoemd voor het tijdvak van den dag der infunctie treding tot 1 Januari 1932 met 27 stemmen Mej. Dr. C. Hovens Greve, terwijl 2 stemmen van onwaarde waren. De Voorzitter dankt de leden van het stembureau voor de genomen moeite. (De heer Huurman komt ter vergadering.) III. Praeadvies op het verzoek van M. J. Krop, om eervol ontslag als hoofd bij het openbaar vervolgonderwijs. (Zie Ing. St. No. 250.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten. IV. Praeadvies op het verzoek van M. van Zalingen, om eervol ontslag als onderwijzer aan de opleidingsschool voor Gymnasium en Hoogere Burgerscholen. (Zie Ing. St. No. 251.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten. V. Voorstel: a. tot verhuring van de perceelen Dienderspoort Nis 1 en 2, aan de Vereeniging tot stichting en instandhouding van een Instituut voor Indische Archaeologie, genaamd «In stituut Kern"; b. tot beschikbaarstelling van gelden voor het aanbrengen van eenige voorzieningen aan de sub a genoemde perceelen. (Zie Ing. St. No. 252.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. VI. Voorstel tot verhuring van het winkelhuis aan de Visch- markt No. 5, aan de firma van Zwieten en Co. (Zie Ing. St. No. 253.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. VII. Voorstel: a. tot verhuring van de perceelen weiland in den Bosch- huizerpolder, Sectie O Nis 663, 665, 666 en 667 ged. aan de «Leidsche Football Club"; b. tot verhuring van een gedeelte van het weiland in den Boschhuizerpolder, Sectie O No. 667, aan de R. K. Hoogere Burgerschool. (Zie Ing. St. No. 254.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. VIII. Voorstel tot overneming in eigendom en onderhoud bij de gemeente van een 10-tal strookjes grond, gelegen aan de Cronesteinkade, het Utrechtsche Jaagpad, den Morschweg, de Koolstraat, de Gabriël Metzustraat, den Middelweg, de Waldeck Pyrmontstraat en de Janvossensteeg. (Zie Ing. St. No. 255.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. IX. Praeadvies op het verzoek van de Leidsche Speeltuin- vereeniging «Zuiderkwartier", om het kosteloos gebruik van de Stads-Gehoorzaal, voor het houden van een ontspannings- of St. Nicolaasavond. (Zie Ing. St. No. 256.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1931 | | pagina 2