121
VERORDENING,
houdende wijziging van de verordening van 4 Maart 1929,
(Gemeenteblad No. 11), regelende het verleenen van wacht
geld en pensioen aan de W ethouders.
Artikel 1.
In de artikelen 2 en 4 van bovengenoemde verordening
wordt in plaats van „art. 26 of art. 89" gelezen „art. 28
of art. 95".
Art. 2.
In artikel 3 wordt in plaats van „volle wedde" gelezen
„jaarwedde".
Art. 3.
Het eerste lid van artikel 5 wordt gelezen als volgt:
„Het pensioen bedraagt voor elke maand of gedeelte van
een maand, gedurende welke de betrekking is bekleed, een
tweehonderd veertigste gedeelte van de jaarwedde, die over
eenkomstig artikel 100 der Gemeentewet wordt genoten,
doch zal het bedrag van de helft van de jaarwedde niet
overschrijden."
Art. 4.
Het tweede lid van artikel 8 wordt gelezen als volgt:
„Behoudens het bepaalde bij artikel 101, laatste lid, der
Gemeentewet, worden zij uitbetaald tot het einde van het
kalenderkwartaal, waarin het door overlijden of om andere
redenen vervalt."
Art. 5.
Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden
op 15 April 1931.
b. de aldus gewijzigde verordening opnieuw vast te stellen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
R°. 204. Leiden, 12 Augustus 1931.
Ons vereenigende met de hieronder afgedrukte voorstellen
van Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en
Electriciteit tot het aangaan van een overeenkomst be
treffende de levering van electrischen stroom met de gemeente
Valkenburg en tot het aangaan van een overeenkomst tot
wijziging van de met die gemeente gesloten gasleverings
overeenkomst, geven wij Uwe Vergadering in overweging:
a. met de gemeente Valkenburg overeenkomsten aan te
gaan betreffende de levering van electrischen stroom en tot
wijziging van de d.d. 9/23 September 1912 gesloten gas
leveringsovereenkomst volgens de in de Leeskamer ter visie
gelegde ontwerpen;
b. goed te keuren, dat het kabelnet der Electriciteits-
fabriek ten behoeve van de onder a bedoelde electriciteits-
levering wordt uitgebreid, waarvan de kosten, geraamd op
13.500.voorshands uit de aanwezige middelen der fabrieken
kunnen worden bestreden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 1 Augustus 1931.
Eenigen tijd geleden werd door het gemeentebestuur van
Valkenburg verzocht een aanbieding te doen voor stroom-
levering in deze gemeente. De daarop met dit gemeente
bestuur gevoerde onderhandelingen hebben tot het resultaat
geleid, dat overeenstemming is verkregen op grond van
bijgaande ontwerp-overeenkomst.
De duur van de overeenkomst is gesteld op 25 jaren
(art. 11); de tarieven, welke uit den aard der zaak hooger
zijn dan die te Leiden, zijn geregeld in art. 9, terwijl art. 5
een garantie voor een minimum-afname per jaar bevat.
Overigens zijn de voorwaarden in hoofdzaak gelijk aan die
van vroeger afgesloten soortgelijke contracten.
De electricificatie van de gemeente Valkenburg brengt
voor de Electriciteitsfabriek geen hooge kosten mede, aan
gezien een hoogspanningsstation aldaar reeds aanwezig is
en de aanleg zich tot het aanbrengen van een laagspanningsnet
kan beperken.
Opgemerkt wordt voorts, dat door het afsluiten van deze
stroomleveringsovereenkomst met de gemeente Valkenburg
thans is bereikt, dat alle gemeenten in het district rondom
Leiden door deze gemeente van stroom worden voorzien.
Ter voldoening aan het verzoek van de gemeente Valken
burg om het bestaande gascontract op hetzelfde tijdstip als
het nieuwe stroomleveringscontract te doen afloopen, is een
wijziging in het gasleveringscontract ontworpen, waarvan
het ontwerp eveneens hierbij is gevoegd.
Indien Uw College zich met de bijgaande ontwerp-over-
eenkomsten kan vereenigen, geven wij U in overweging den
Baad voor te stellen volgens deze ontwerpen overeenkom
sten met de gemeente Valkenburg aan te gaan, alsmede
machtiging te verleenen voor uitbreiding van het kabelnet
der Electriciteitsfabriek tot een bedrag van rond 13.500.
De uitgaven kunnen voorloopig uit de beschikbare middelen
der fabrieken worden bestreden, zoodat voorshands geen
nieuw kapitaal voor deze onderneming behoeft te worden
verstrekt.
Commissarissen der Stedelijke Fabrieken
van Gas en Electriciteit,
T. S. Goslinga, Voorzitter.
J. A. v. d. Stok, Secretaris.
Aan Burgemeester en Wethouders
der Gemeente Leiden.
.N°. 205 Leiden, 12 Augustus 1931.
Uit een van onzentwege ingesteld onderzoek naar den
toestand van de perceelen aan de le Huigdwarsstraat is
gebleken, dat deze woningen in een vergevorderden staat
van bouwvalligheid verkeeren en niet meer door het aan
brengen van verbeteringen in bewoonbaren toestand zijn te
brengen, zoodat, ook naar het oordeel van de Commissie
van Fabricage en de Gezondheidscommissie, onbewoonbaar-
verklaring dient plaats te hebben.
De termijn van ontruiming ware op 6 maanden te bepalen.
Onder verwijzing naar de ter visie liggende stukken, geven
wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging:
a. de woningen aan de le Huigdwarsstraat nis 1 t/m 20
onbewoonbaar te verklaren wegens vervallen toestand, vocht,
onvoldoende gelegenheid tot luchtverversching en tot toe
treding van daglicht;
b. te gelasten, dat de woningen moeten zijn ontruimd
binnen zes maanden, te rekenen van den dag, waarop de
tijd tot voorzienig is verstreken of het besluit tot onbewoon
baar-verklaring is gehandhaafd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 206. Leiden, 12 Augustus 1931.
De Restauratie-Commissie van de Groote Kerk te Edam,
deelde ons mede, dat zij, nu de herstelling van het kerk
gebouw met steun van Rijk, Provincie, Gemeente en parti
culieren hare voltooiing nadert, gelden tracht bijeen te
brengen om ook de gebrandschilderde glasramen, welke juist
het schoonste sieraad van dit zoowel uit architectonisch als
historisch oogpunt merkwaardig kerkgebouw vormen, te
restaureeren. De verschillende glasramen, 34 in totaal, werden
voor het grootste deel door bevriende Hollandsche steden,
waaronder Leiden, geschonken.
Het venster, waarmede de Kerk door onze stad in 1608
werd begiftigd, is, schrijft de Commissie verder, een bijzonder
fraai exemplaar, hetwelk in den loop der jaren echter ernstig
heeft geleden. De kosten van eene complete herstelling worden
door een deskundige geraamd op ruim 2500.De Commissie
verzocht ons College nu te bevorderen, dat door de gemeente
Leiden in de kosten van het herstel voor de helft, derhalve
voor 1250.worde bijgedragen.
De kosten voor alle ramen te zamen worden op ruim
60.000.geschat. De kostenraming voor het gebouw zelf
bedroeg ƒ240.000.
Met inachtneming van meevallers zullen de totale her-
stellings-kosten inclusief de vensters globaal 260.000.
beloopen.
De Commissie heeft gegronde redenen om aan te nemen,
dat het Rijk en de Provincie bereid zijn hun subsidies
naar evenredigheid te verhoogen, doch zelfs dan zal nog
met een tekort van een kleine ƒ20.000.rekening moeten
worden gehouden.
Aangezien de Commissie het betreurenswaardig zou achten,
dat door dit tekort de restauratie onvoltooid zou blijven
het fraaie gebrandschilderde glas, dat uit de vensters moest
worden genomen, zou in kisten moeten blijven bewaard en