110 brochures, prenten, kaartemenz., betrekking hebbende op de Leidsche Universiteit, aan die Universiteit in eigendom af te staan ten behoeve van hare Historische Verzameling. Noch bij de Commissie voor het Oud-Archief, noch bij ons College bestaat tegen inwilliging van het verzoek bezwaar, aangezien het hier slechts doubletten geldt en de enkelen zich ook in het Archief bevinden. In overleg met Curatoren zijn echter van de bij het verzoek overgelegde lijsten eenige nummers geschrapt, aangezien de onder die nummers ver melde doubletten volgens den Archivaris niet in de Histo rische Verzameling behooreu. Verder acht de Commissie het gewenscht en ons College gaat daarmede accoord dat de beide na te noemen voorwaarden aan den eigen domsafstand worden verbonden. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging de op de overgelegde, gewijzigde lijsten vermelde, in het Ge meente-Archief aanwezige, doubletten van boeken, pamfletten, brochures, prenten, kaarten enz., betrekking hebbende op de Leidsche Universiteit, aan die Universiteit ten behoeve van hare Historische Verzameling in eigendom af te staan, onder de navolgende voorwaarden: 1°. dat bij eventueele opheffing van het Academisch Historisch Museum het door de gemeente Leiden afgestane aan haar zal worden teruggegeven; 2°. dat van de afgestane doubletten steeds op eerste aan vrage zullen worden teruggegeven die exemplaren, waarvan de gemeente de in haar bezit zijnde enkelen mocht komen te verliezen. Aaü den Gemeenteraad. Burg. en Weth van Leiden. N°. 174. Leiden, 21 Juli 1931. De heer J. Barendse is voornemens een beneden- en bovenwoning met werkplaats te bouwen aan de Jan van Houtkade, op het perceel, kadastraal bekend gemeente Lei den, sectie E, No. 1246. Ten einde dit gebouw te kunnen optrekken in de ter plaatse geldende rooilijn, heeft hij de beschikking noodig over het op de bijgevoegde kaart in rood aangegeven strookje gemeentegrond, groot 1 M.2, deel uitmakende van den hem in erfpacht uitgegeven voortuin, sectie E, No. 1495, door welken voortuin het perceel No. 1246 van de Jan van Houtkade is gescheiden. De heer Barendse is bereid voor dit gedeelte grond den gevraagden prijs van 10.te betalen. Aangezien deze prijs voldoende kan worden geacht en ook overigens tegen den verkoop naar onze meening geen be zwaren bestaan, geven wij Uwe Vergadering in overweging: a. aan J. Barendse, te Leiden, tegen den prijs van 10. in totaal te verkoopen het op de overgelegde kaart in rood aangegeven gedeelte grond aan de Jan van Houtkade, deel uitmakende van het perceel, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie E, No. 1495, groot 1 M.2; b. de erfpachtsakte d.d. 27 December 1917 dienovereen komstig te wijzigen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden Nü. 175. Leiden, 21 Juli 1931. Bij raadsbesluit van 21 Mei 1928 (Ingek. Stukken NTo. 95) werd aan J. W. Beijneveld als lasthebber van Dr. C. J. van der Klaauw een perceel bouwterrein aan de Kernstraat, groot 535 M2., thans ten kadaster bekend als No. 4484 van Sectie M der kadastrale gemeente Leiden, verkocht tegen den prijs van 9.per M2. Ter verfraaiing van zijn op dat terrein geplaatste woning zou de heer Van der Klaauw den tuin aan de Oostzijde willen uitbreiden. Hij heeft daarom verzocht van de ge meente te mogen koopen het op de overgelegde kaart in rood aangegeven gedeelte grond, groot 120 M2., tegen den prijs van 10.per M2. Aangezien de resteerende bouwgrond aan de Kernstraat behoorlijk te verkavelen zal zijn en de geboden prijs van 10.per M2., overeenkomende met dien, welke wordt betaald voor terrein aan de Westzijde van de Cobetstraat (Ingek. Stukken No. 114 van 1931), voldoende kan worden geacht, bestaan er naar onze meening tegen den verkoop geen bezwaren. De voorwaarden, bedongen voor het in 1928 verkochte perceel, kunnen gelden voor het door bijvoeging van de thans gewenschte strook vergroote terrein. Onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende stukkeu en in overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage, geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan Dr. C. J. van der Klaauw tegen den prijs van 10.per M2. te verkoopen de strook grond aan de Kernstraat, groot 120 M2., op de overgelegde kaart met roode kleur aangegeven, deel uitmakende van het perceel, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie M, No. 4485, zulks onder voorwaarde, dat deze strook grond bij het ingevolge raadsbesluit van 21 Mei 1928 (Ingek. Stukken No. 95) aan den heer Van der Klaauw verkochte terrein wordt gevoegd om daarmede één geheel te vormen en dat de in het aangehaalde raadsbesluit van 21 Mei 1928 opge nomen verkoopconditie's zullen gelden voor het aldus ver groote terrein. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 176. Leiden, 21 Juli 1931. In Ingekomen Stukken No. 12 van 1931 deelden wij Uwe Vergadering mede, dat een smal strookje grond, noodig voor den aanleg over de volle breedte van de Cobetstraat, nog niet eigendom van de gemeente was. Het betrof de op de overgelegde kaarten I en II respectievelijk in rood en groen aangegeven gedeelten grond en inmiddels gedempte sloot. Onderwijl hebben echter de met de betrokken eige naren gevoerde onderhandelingen tot overeenstemming geleid. Mevr. A. M. van UldenMenken c.s. werd n.l. bereid be vonden tot verkoop van den op kaart I rood gekleurden grond, groot ±50 M2., tegen den prijs van 10.per M2. en tot kostelooze overdracht van het in groen aangeduide strookje sloot, terwijl de heer W. Daamen accoord ging met koste- loozen afstand aan de gemeente van het op kaart II in groen aangegeven gedeelte sloot, een en ander onder de bijgevoegde voorwaarden. De aanleg van de Cobetstraat over de volle breedte was daardoor ook hier mogelijk geworden. De meerdere aanleg- kosten hebben 2400.bedragen, waarbij komt een bedrag van ƒ600.wegens koopsom van grond en eenige verdere kosten, zoodat de desbetreffende post dient te worden ver-, hoogd met ƒ3000. In verband met den voorgenomen bouw van een garage c.a. op een gedeelte van de perceelen sectie M, Nis 3683, 1059, 4150, 4151 en 4183, gelegen aan den Hoogen Bijndijk, heeft de N.V. „het Motorhuis" zich verbonden het op kaart III groen gekleurde gedeelte grond aan de gemeente kosteloos in eigendom over te dragen en de bestratingskosten ter plaatse te betalen. Wij geven U in overweging met deze eigendomsoverdracht accoord te gaan. I n dit verband deelen wij U nog mede, dat met den heer Dr. V. C. M. Leesberg overeenstemming is bereikt in zake de overneming van het perceel grond en sloot, sectie M, No. 4184, met uitzondering van een gedeelte, groot 20 M2., gelegen naast zijn woonhuis, en wel om niet, voor zoo veel de sloot betreft, en overigens tegen ƒ10.per M2., zulks onder de overgelegde voorwaarden. Dit perceel maakt deel uit van den grond, waarover de westelijk van de Cobetstraat loopende straat is geprojecteerd. Aangezien de aanleg van deze straat thans nog niet urgent is en de beschikking over den grond c.a. voorloopig uitsluitend van belang is voor het onderstation der Licht fabrieken aan de Cobetstraat, achten wij het billijk, dat de kosten, uit laatstbedoelde transactie voortvloeiende, voors hands ten laste van het bedrijf der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit worden gebracht. Wanneer te zijner tijd tot aanleg van de geprojecteerde straat en exploitatie van de daaraan gelegen gronden wordt overgegaan, zullen die kosten uiteraard door het Grond bedrijf aan de Lichtfabrieken worden terugbetaald. In overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage, geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging a. van Mevr. A. M. van UldenMenken c.s. tegen den prijs van f 10.— per M2. te koopen het strookje grond, groot 50 M2., deel uitmakende van het perceel, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie M, No. 4190, op de over gelegde kaart I in roode kleur aangegeven, gelegen aan de Cobetstraat, en kosteloos in eigendom over te nemen het strookje inmiddels gedempte sloot, groot 50 M2., deel uitmakende van hetzelfde kadastrale perceel, op de voren bedoelde kaart in groene kleur aangeduid, een en ander onder de overgelegde voorwaarden; b. van W. Daamen kosteloos in eigendom over te nemen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1931 | | pagina 2