GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
109
üieEEOHEIl STUKKEN.
N°. 166. Leiden, 1 Juli 1931.
Met September a.s. zal bet noodig zijn bet onderwijzend
personeel van de Centrale School voor bet 7e en 8e leerjaar
met een leerkracht uit te breiden.
Op giond van betgeen bet hoofd der school in zijn be
trekkelijk, bij de stukken gevoegd schrijven, mededeelt,
kunnen wij U voor deze benoeming geen voordracht van
drie personen aanbieden.
Met verwijzing naar het hierbij gevoegde advies van den
Inspecteur van het lager onderwijs in deze inspectie stellen
wij Uwe Vergadering mitsdien voor, met ingang van een
nader door ons College te bepalen datum te benoemen tot
onderwijzer aan de Centrale School voor het 7e en 8e leerjaar
den heer L. M. van der Bijl, onderwijzer aan eene school
voor uitgebreid lager onderwijs te Steenbergen.
'Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
£T0. 167. Leiden, 1 Juli 1931.
Aan de Centrale School voor het 7e en 8e leerjaar moet
worden voorzien in een vacature van onderwijzer. Met den
Inspecteur van het lager onderwijs in deze inspectie zijn
wij van meening, dat voorziening mogelijk is door over
plaatsing van den heer G. Marijt, onderwijzer aan de open
bare lagere school aan de Medusastraat A.
Mitsdien stellen wij U voor den heer G. Marijt, ouder
wijzer aan de openbare lagere school aan de Medusastraat A,
met ingang van een nader door ons College te bepalen
datum, over te plaatsen naar de Centrale School voor het
7e en 8e leerjaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
V.
N°. 168. Leiden, 1 Juli 1931.
Op 17 October 1927 besloot Uwe Vergadering overeen
komstig ons praeadvies van 10 October 1927 (Ingek. Stuk
ken No. 235), medewerking te verleenen aan het bestuur
van de Vereeniging voor Christelijk Onderwijs, alhier, tot
de stichting van een school voor gewoon lager onderwijs
in het Morschkwartier.
De kosten van den bouw en de inrichting dier school
zullen, de waarde van den grond buiten beschouwing gelaten,
naar raming ongeveer 108.900.bedragen.
Voor de stichting van bedoelde school zou het school
bestuur wel de beschikking wenschen te hebben over een
gedeelte van het aan de gemeente in eigendom toebehoorend
terrein, het z.g. „Galgeveld", gelegen aan den Hooge Morsch-
weg, ter grootte van 1433 Ma, tegen overdracht van welk
terrein noch bij de Commissie van Fabricage, noch bij ons
College bezwaar bestaat.
In verband met een en ander geven wij U in overweging
te besluiten:
a. tot vaststelling van den overgelegden begrootingsstaat,
model D, groot ƒ108.900.—, teneinde ons College in staat
te stellen de benoodigde gelden te zijner tijd aan het school
bestuur te kunnen afdragen;
b. op den voet van artikel 80, 3e lid, der Lager Onder
wijswet 1920, aan de Vereeniging voor Christelijk Onderwijs,
alhier, voor den bouw van eene school voor gewoon lager
onderwijs in eigendom over te dragen het op bijgaande
kaart met roode kleur aangegeven terrein met opstallen,
ter grootte van 1433 M2., gelegen aan den Hooge Morsch-
weg, kadastraal bekend gemeente Leiden, Sectie P, nis 325,
687, 327, 329, en 330, alle gedeeltelijk en 328 geheel.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 169. Leiden, 21 Juli 1931.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te
deelen, dat zij tegen de navolgende in hare handen gestelde
stukken, geene bedenkingen heeft:
1°. suppletoire begrooting, dienst 1930, van het Gerefor
meerde Minne of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis;
2°. rekening, dienst 1930, van die instelling.
Zij stelt U derhalve voor tot goedkeuring van die stukken
te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 170. Leiden, 21 Juli 1931.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering hierbij aan te bieden
de begrooting van den Keuringsdienst van Waren voor het
district Leiden, voor den dienst 1932, vergezeld van een
toelichtende memorie.
Onder mededeeling dat d Commissie voor den Genees
kundigen- en Gezondheidsdif .st en den Keuringsdienst van
Waren tegen deze begrootinj. geen bezwaar heeft, geven wij
U in overweging tot hare vi stelling over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 171. Leiden, 21 Juli 1931.
De Commissie voor het Stedelijk Museum „de Lakenhal"
deelt in haar in de Leeskamer liggend schrijven mede, dat
door wijlen Mr. Menno Rijke aan het museum zijn lega-
teerd twee medaillons, voorstellende Petrus Camper en
Adriaan Gilles Camper, een tabakspot van Jacob Geel en
een buste, gemaakt door Ridder de Stuers.
Overeenkomstig het advies der Commissie geven wij Uwe
Vergadering in overweging deze voorwerpen met gevoelens
van erkentelijkheid voor de belangstelling van den erflater
in ons museum, voor de gemeente te aanvaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 172. Leiden, 21 Juli 1931.
Ingevolge raadsbesluit van 9 Juli 1928 (Ingek. Stukken
No. 125) werd aan Dr. G. J. Sala en vier anderen voor
den tijd van drie jaren, ingaande met den dag, waarop de
jacht op waterwild in 1928 werd geopend en eindigende
met de sluiting van de jacht in 1931, verpacht het jacht-
recht op de Vroonwateren voor de som van 575.—per jaar.
De pacht is derhalve met de sluiting van de jacht in
dit ju ar geëindigd.
De heer Sala is bereid het genot van de jacht in genoemde
wateren voor zich en ten hoogste vier andere personen
weder voor den tijd van drie jaren te huren tegen denzelfden
pachtprijs.
De verpachting kan ook overigens op den bestaanden
voet plaats hebben, zoodat ons College, met gebruikmaking
van heb bepaalde in artikel 3 van het concept-pachtcontract,
ook thans weer op verzoek vergunningen tot onderverhuring
zal uitreiken, onder bepaling, dat aan de gemeente zooveel
maal f 25.per jachtseizoen zal worden betaald, als het
aantal onderhuurders meer dan drie bedraagt.
Aangezien niet te verwachten is, dat bij een openbare
verpachting een hoogere opbrengst zal worden verkregen,
geven wij Uwe Vergadering, in overeenstemming met het
advies van de Commissie van Fabricage, in overweging, het
genot van de jacht op de Vroonwateren voor den tijd van
drie jaren, ingaande met den dag, waarop de jacht op
waterwild in 1931 wordt geopend en eindigende met de
sluiting van de jacht in 1934, te verpachten aan Dr. G. J.
Sala, te 's-Gravenhage, en ten hoogste vier andere personen,
voor de som van ƒ575.per jaar en voorts onder de in
de Leeskamer ter visie liggende voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
K°. 173. Leiden, 21 Juli 1931.
Door Curatoren der Rijks-Universiteit alhier is tot ons
College het verzoek gericht een collectie in het Gemeente-
Archief aanwezige doubletten van boeken, pamfletten,
'♦h