MAANDAG 18 MEI 1931. 247 Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XVJ. Praeadvies op de verzoeken van het bestuur der Vereeniging »de Ambachtsschool", om medewerking te ver- leenen tot de uitbreiding van het aantal avondcursussen aan die school met een cursus voor auto- en motorherstellen en een cursus voor opleiding van stucadoors. (Zie Ing. St. No. 123.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten. XVc. Voorstel tot overneming in eigendom en onderhoud bij de gemeente van gedeelten van de perceelen aan den Haarlemmerweg, Sectie K, nis 3801 en 4018, zulks met. wijzi ging van het Raadsbesluit van 10 November 1930. (Zie Ing. St. No. 124.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XVd. Voorstel om, met intrekking van het Raadsbesluit van 16 Februari 1931, aan W. C. van Oosterom te verkoopen de aan de Oost- en Westzijde van de Bloemstraat gelegen perceelen bouwterrein, Sectie K. No. 3930 ged. (Zie Ing. St. No. 125.) De heer Kooistra vraagt, of de bouwvergunning voor die garage met woning reeds verleend was. De heer Splinter zegt, dat de bouwvergunning was verleend aan den heer van Oosterom, maar dat in overleg met de «Eensgezindheid" deze oplossing is gevonden tot tevredenheid van beide partijen. De heer Kooistra vraagt, of de Wethouder het niet eigen aardig vindt, dat Bouw- en Woningtoezicht, dat toestemming moest geven tot dezen bouw, tevoren niet heeft gezien, dat door dezen bouw absoluut het licht zou worden ontnomen aan de in de omgeving wonende menschen. Het is toch de taak van dien dienst te zorgen, dat de woningen voldoende licht en lucht hebben 1 Door de activiteit van de woningbouw vereniging is het gemeentebestuur er attent op gemaakt, dat Bouw- en Woningtoezicht de zaak verkeerd had gezien. Spreker kan zich voorstellen, dat een vergissing wordt begaan, maar deze is hem toch al te kras. De heer Splinter zegt, dat de «Eensgezindheid" er bang voor was, dat door den door van Oosterom voorgenomen bouw de toevoer van licht en lucht in haar woningen zou worden onderschept, maar spreker persoonlijk niet. Als men 3$ M. heeft en er wordt een huis gebouwd, dan is het slechts de vraag hoe het licht en de lucht binnenkomen. De «Eensge zindheid" vond het minder aangenaam daar een woning met bovenwoning te hebben en daarom heeft spreker getracht, in overleg met den heer van Oosterom en de «Eensgezindheid", de zaak in der minne op te lossen. De heer Manders vraagt, of er dan in de.bouwverordening de gelegenheid is geschapen om, als aan een achtergevel licht en lucht worden weggenomen, dit te beletten. De heer Splinter: Neen. De heer Manders merkt op, dat er in feite dus niets aan te doen was. Bouw- en Woningtoezicht heeft terdege goed gehandeld. Dat die minnelijke schikking is getroffen, is voor die huizen een voordeel geworden en spreker verheugt er zich over, dat het zoo is geloopen, maar hij beveelt toch aan te gelegener tijd in de bouwverordening een bepaling op te nemen om te beletten, dat dergelijke toestanden kunnen ontstaan. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XVe. Voorstel inzake den aankoop, in het belang van de Volkshuisvesting, van een perceel weiland, gelegen in den Stadspolder nabij de Stinksloot, Sectie N, No 180 en tot beschikbaarstelling van de voor dien aankoop benoodigde gelden. (Zie Ing. St. No. 126). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XV/. Voorstel tot onderhandsche opdracht van het maken van de gewapend-betonwerken voor den onderbouw van de te bouwen nieuwe brug over het Galgewater, aan de N. V. Wernink's Beton Maatschappij te Leiden. (Zie Ing. St. No. 127.) De heer Zitman vraagt, waarom bij deze brug het gewapend betonwerk niet is opgenomen in het bestek van den onderbouw, zooals bij de Zijlsingelbrug, de Verwerstraatbrug en de groote Havenbrug is geschied. Dat was veel economischer en misschien veel voordeeliger geweest voor de gemeente. Het zijn van beide gedeelten in één hand is voor de uitvoering minder kostbaar; één uitvoerder is dan maar noodig. De betonverhouding van 12 op 3 ligt vast in de voorwaarden, alsmede dat het bewapeningsplan door de Directie moet worden goedgekeurd. Met alle waardeering voor de betonfabrikanten die goed vereenigd zijn durf ik zeggen, dat men geen specialist behoeft te zijn om betonwerk van eenvoudige con structie, zooals hier wordt bedoeld, te maken, daar toch iedere aannemer ingericht is op het verrichten van der gelijk. werk. De aanbieding van de firma Wernink is 10.900.voor de in het bestek uitgetrokken verrekenbare hoeveelheid van 150 M8. beton voor overbrugging en 6 M8. voor keldervloeren, met een totale hoeveelheid betonijzer van 18500 K.G.die firma zegt echter in het inschrijvingsbiljet, dat er veel te weinig ijzer is uitgetrokken; de gemeente moet dus later voor meerdere levering bijbetalen en begint dus al met meerder werk. De firma van Waning biedt aan dit werk voor ƒ10.800. te maken, maar zegt in het inschrijvingsbiljet fe hebben ge rekend op 9000 K.G. rondijzer en 18600 K.G. profielijzer, samen dus 27600 K.G. ijzer en verwerkt dus in deze brug voor 100.minder 9100 K.G. bewapeningsijzer meer. Nu begrijpt spreker niet, dat de Directeur van Gemeente werken in zijn voordracht zegt, dat de firma van Waning op te weinig draagvermogen heeft gerekend, terwijl dit per M2. toch in het bestek is aangegeven en zij toch zonder bij betaling 9100 K.G. ijzer meer verwerkt dan in het bestek staat aangegeven en de betonmenging voor alle aannemers is 1 cement, 2 zand en 3 grint. Als de prijzen der betonfirma's en de inschrijving voor den onderbouw nog niet bekend waren, zou spreker voorstellen de aannemers voor den onderbouw nog in de gelegenheid te stellen een opgave voor het geheel te doen. Vóórdat spreker dus zijn stem aan dit voorstel geeft, verlangt hij gaarne eenige inlichtingen. De heer Manders gelooft, dat dit toch wel een beetje ver keerd gezien is door den heer Zitman. Het is zeer goed, dat een betonfirma den betononderbouw van een brug maakt, en niet een gewoon aannemer, omdat de werken dan over het algemeen beter tot hun recht komen. Nu zou van Waning 9100 K.G. ijzer meer verwerken voor 100.minder. Wat den prijs betreft, maakt echter een verschil van f 300.cf 400.welke deze 9100 K.G. ijzer kosten, op de geheele zaak niets uit. Maar bovendien, wanneer men 9100 K.G. ijzer meer verwerkt, maar op de verkeerde plaats, dan heeft de bouw daarvan hoegenaamd geen profijt; daar wordt hij niet sterker van; dat moet men niet uit het oog verliezen. Men weet, dat men hier een stuk werk krijgt, dat aan de eischen voldoet; spreker begrijpt niet, dat de heer Zitman, het belang van Leiden en vooral dat der Leidsche werkloozen voor oogen houdende, het dan niet op hoogen prijs stelt, dat een Leidsche firma dit werk uitvoert. De heer Splinter is op de technische vragen van den heer Zitman niet gepraepareerd, en hij kan daarop dus niet ant woorden; spreker weet niet precies hoeveel ijzer verwerkt wordt volgens de opgave van elk der firma's; wanneer spreker in het rapport van den Directeur van Gemeentewerken leest, dat het, ondanks 100.verschil in aanneemsom, beter is, het werk op te dragen aan de firma Wernink, dan meent spreker zich aan dat deskundig voorstel te moeten houden; dan kan hij niet ingaan op beweringen, die rauwelings in den Raad worden geworpen. De heer Zitman vraagt, waarom in het bestek van den onderbouw het gewapend betonwerk niet opgenomen is. Spreker heeft steeds op spoedige aanbesteding aangedrongen, omdat de zaak reeds lang had geloopen en het in verband met de werkloosheid wenschelijk was, dat die aanbesteding spoedig plaats had. Het betonwerk is er uitgenomen, omdat bekend was wie de aannemer zou zijn en voor stagnatie in het verdere verloop van het werk niet behoefde te worden gevreesd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1931 | | pagina 5