MAANDAG 18 MEI 1931.
245
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
VIII. Voorstel tot aankoop van het huis en erf aan de Drie
Octoberstraat Nis 2727a en tot beschikbaarsttlling van de
voor dien aankoop benoodigde gelden.
(Zie Ing. St. No. 115.)
De heer Kooistra vraagt, waarom niet een ander perceel
wordt gekocht, dichter bij het hoekhuis gelegen en direct
verbinding hebbend met het schoolgebouw als zoodanig.
Daarvoor moet natuurlijk een reden bestaan, maar die heelt
spreker niet in de stukken kunnen vinden.
lie heer Splinter antwoordt, dat het hoekhuis niet geschikt
was met het oog op den te maken ingang van de school.
Dit was één van de voornaamste punten. De keuze is ge
vallen op het vierde huis vanaf het hoekhuis, omdat het op
de speelplaats uitkomt en gemakkelijk toegang geeft tot de
school.
De heer Kooistra kan zich niet voorstellen waarom het
derde huis is genomen, dat op de speelplaats uitkomt, terwijl
het eerste en het tweede huis grenzen aan den muur van de
school, zoodat men een directe verbinding met de school had
kunnen maken. Daaromtrent is in de stukken geen uiteen
zetting gegeven. Het gekozen perceel komt op de binnen
plaats uit en men moet door een stuk tuin heen, waardoor
het maken van een verbinding meer kosten met zich zal
brengen dan anders het geval zou zijn.
De heer Splinter merkt op, dat de kosten minder zullen
bedragen, omdat de bestaande ingang van de benedenschool
op de speelplaats is. Had men het eerste of het tweede huis
gekozen, dan was men bij het maken van een verbiuding
terecht gekomen in een schoollokaal en had zulk een lokaal
aan de verbouwing opgeofferd moeten worden. In het tweede
geval was men uitgekomen in de hoofdonderwijzerskamer,
zoodat een nieuwe kamer voor het hoofd der school gemaakt
had moeten worden. De zaak is overlegd met Gemeente
werken en met de afdeeling Onderwijs; beiden vonden het
de beste oplossing om het vierde huis te nemen.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
IX. Voorstel tot wijziging van het Raadsbesluit van 7 Juli
1930 in dien zin dat het bouw-en grond voorschot ten behoeve
van het plan tot den bouw van 39 woningen door de woning-
bouwvereeniging. «de Goede Woning", wordt verhoogd met
resp. ƒ7403.en ƒ1900.en tot vaststelling van den des-
betreffenden begrootingsstaat.
(Zie Ing. St. No. 116.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
X. Vaststelling van het aan Gedeputeerde Staten uit te
brengen verslag aangaande de wijze, waarop het op de be
grooting voor 1930 voor schoolkindervoeding en -kleeding
toegestaan bedrag, is besteed.
(Zie Ing. St. No. 108.)
Mevrouw Braggaarde Does zegt, dat op de begrooting
voor 1930 hiervoor uitgetrokken is 27.475.—, terwijl slechts
uitgegeven is 19.584.14, dus 7.890.86 minder. Is het zoo
voordeelig geweest? Waren er zoo weinig kinderen? Misschien
kan de gedelegeerde hierop antwoorden.
Volgens het verslag zijn 227 jongenshemden verstrekt, maar
van jongensonderbroeken wordt niet gesproken; er staat wel,
dat 441 jongensbroeken en blouses zijn verstrekt, maar
spreekster mag aannemen dat dit bovenbroeken en blouses
zijn. Worden aan de jongens geen onderbroeken verstrekt?
Verder acht spreekster eenige afwisseling in de menu's
wel gewenscht. Hier wordt elke week verstrekt: 2X stamp
pot, 2 X PaP (zonder meer), vruchtengruel en rijstesoep,
terwijl het in Den Haag niet elke week hetzelfde is; daar
was het menu van 2 tot 7 Maart: capucijners met spek,
vleeschsoep, roode kool met haché, zuurkool, gort met karne
melk en erwtensoep; ook van 9 tot 14 Maart vertoont het
menu groote verscheidenheid. Spreekster geeft in overweging
ook hier bij de voeding wat meer variatie toe te passen, wat
ook voor de gezondheid der kinderen beter is.
De heer Tepe kan niet anders doen dan beloven, dat
hij deze menu-aangelegenheid eens bespreken zal en de wen-
schen van mevrouw Braggaarde Does ter kennis zal brengen
van het bestuur van Schoolkindervoeding; spreker kan niet
spontaan antwoorden, of hierin wijziging noodig is en hoe het
met de jongenskleeding is. Spreker is echter gaarne bereid
deze wenschen aan het bestuur over te brengen en eens te be
spreken, of en in hoeverre het mogelijk en wenschelijk is
wijziging te brengen, zoowel in het menu als in de kleeding.
De heer Bergers zegt, dat met het oog op de strenge koude
in den vorigen winter als voorzichtigheidsmaatregel een hoog
subsidie is aangevraagd door Schoolkindervoeding; dan be
hoefde men in elk geval slechts één keer aan te kloppen.
Daardoor zijn de uitgaven zooveel minder dan de raming
geweest. Dit is dus een bewijs van het zuinig beheer van
Schoolkindervoeding. Wat de menu's betreft, er zijn 4 of 5
verschillende, waarvan de meeste goed gegeten worden; des
zomers vervallen echter sommige spijzen, zooals zuurkool met
spek. Het bestuur zal echter met de opmerking van mevrouw
Braggaarde Does wel rekening houden.
Wordt zonder hoofdelijke stemming het verslag overeen
komstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders vast
gesteld.
XI. Voorstel tot het instellen van een rechtsvordering tegen
J. Vaartjes, tot vergoeding aan de gemeente van de schade,
veroorzaakt door aanrijding van de lier van de Gepekte brug.
(Zie Ing. St. 117.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XII. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden wegens
bijdrage in de kosten van een door de vereeniging voor
Vreemdelingenverkeer «Centrum Zuid-Holland", te voeren
propaganda tijdens de groote Koloniale Tentoonstelling te Parijs.
(Zie Ing. St. No. 109.)
De heer Bosman kan uit de toelichting tot dit voorstel niet
direct het groote nut van de voorgestelde uitgave zien. Er
zal wel flink reclame door gemaakt worden, maar spreker
kan niet begrijpen wat voor nut het eigenlijk heeft, dat
Leiden te Parijs bekend wordt. Dit laatste zou wel het geval
zijn, indien Leiden iets speciaals had aan te bieden. Was
b.v. de Leidsche Hout tien jaren verder en waren er daardoor
mooie bouwterreinen beschikbaar, dan kon men reclame
maken voor Leiden als woonstad. Waren er mooie industrie
terreinen aangelegd, dan kon spreker zich voorstellen, dat
men den industrieelen aanried zich te Leiden te vestigen,
maar spreker ziet nu niet in welk nut het kan hebben voor
Leiden reclame te maken te Parijs. Dat Leiden musea en
andere belangrijke instellingen bezit, is niet van belang voor
het publiek, dat te Parijs de tentoonstelling bezoekt. In
wetenschappelijke kringen is Leiden wel bekend, zoodat uit
dat oogpunt reclame overbodig moet worden geacht.
De Voorzitter zegt den heer Bosman, die thans zoo'n
somberen toon laat hooren en die meent, dat Leiden niets
heeft aan te bieden, bij de behandeling van andere voor
stellen weieens anders te hebben hooren spreken. De heer
Bosman zeide dan, dat Leiden veel aantrekkelijks had en men
moeite moest doen om de menschen hierheen te lokken.
Het gaat niet zoozeer over de industrietei reinen als wel
over het vreemdelingenverkeer. Te Parijs zijn in het bijzonder
in den loop van dit voorjaar veel meer vreemdelingen te
verwachten dan anders, vooral vreemdelingen, die door
Europa trekken en niet altijd weten waar zij heen zullen
gaan. De ervaring, opgedaan door vereenigingen voor het
vreemdelingenverkeer, door reisbureaux en door personen,
die zich op dit gebied bewegen, heeft geleerd dat, wil men
menschen tot zich trekken, het noodig is voortdurend reclame
te maken.
Nu hebben eenige gemeenten zich vereenigd en besloten
een bescheiden uitgave te doen teneinde de aandacht van de
vele vreemdelingen, die zoeken naar plaatsen, waar zij heen
zullen gaan, te vestigen op Leiden, den Haag, Gouda, het
zeestrand enz. Spreker is overtuigd, dat men hier met een
nuttige uitgave te doen heeft. Het is niet altijd met zekerheid
aan te wijzen, dat men met deze uitgave een daarmede over
stemmend voordeel zal behalen, maar wel is met zekerheid
te zeggen, dat, als men geen reclame maakt voor zijn land,
zijn omgeving en voor zijn steden, men in het vergeetboek
geraakt en achterkomt bij streken, die dat wel doen. Het
komt herhaaldelijk voor, dat streken, welke vrijwel onbekend
waren, ineens druk bereisd worden tengevolge van de reclame,
die er voor gemaakt wordt. Als voorbeeld noemt spreker de
Dalmatische kust, welke drie of vier jaren geleden bij weinig