236 MAANDAG 20 APRIL 1931. meene beschouwingen te beperken; dit kan hij straks bij de behandeling van artikel 13 ter sprake brengen. De heer Roole meende dit hier te kunnen inlasschen, doch heeft er geen bezwaar tegen dit straks bij het artikel te bespreken. De heer Komijn was indertijd afwezig bij de behandeling van het voorstel tot instelling van gemeentelijke radio-distri butie; anders had hij zich daarvan tegenstander verklaard. Ter gelegenheid van de behandeling der uitvoeringsverordening wil hij thans verklaren, geen voorstander van gemeentelijke radio-distributie te zijn; waar het principe echter eenmaal is aanvaard, zal hij zich bij deze verordening nederleggen. De algemeene beschouwingen worden gesloten. Artikel 1 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stem ming aangenomen. Beraadslaging over artikel 2, luidende Aanvraag tot aansluiting. De aanvraag tot aansluiting aan het radio-distributienet geschiedt door invulling en inlevering ten kantore van het bedrijf van een aldaar verkrijgbaar formulier door den hoofd bewoner van een perceel, die geacht wordt de aanvrage hierdoor voor zijn rekening te hebben gedaan. Dit formulier wordt vastgesteld door Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit en bevat onder meer de toestemming van den eigenaar van het perceel om, tot ten minste 6 maanden na afloop van het abonnement, de voor de aansluiting benoodigde leidingen en toestellen, con- tröletoestellen daaronder begrepen, alsook leidingen en toe stellen ten dienste van andere aansluitingen aan te brengen, te hebben en weg te nemen, alsmede een verklaring van den aanvrager, dat hij de aansluiting niet zal gebruiken op een met de in art. 1 bedoelde machtiging strijdige wijze en dat hij zich onderwerpt aan de hieronder volgende voorwaarden en de wijzigingen, welke daarin mochten worden gebracht. Onder perceel wordt verstaan dat gedeelte van een woning, dat een samenhangend geheel vormt en door één gezin wordt bewoond." De heer Schüller vraagt of deze bepaling beteekent, dat een abonné maar zonder meer moet toestaan, dat alle toe stellen bij hem in huis geplaatst worden. Wat voor toestellen worden daarmede bedoeld? Wordt daarmede zijn huis niet ontsierd? Spreker verzoekt een nadere definitie van toestellen en controle-toestellen. De heer Goslinga zegt, dat die toestellen aangebracht zullen worden, niet in, maar buiten aan het perceel. Sommige perceelen zijn zoodanig gelegen dat zij moeten dienen als distributie-punt voor andere perceelen. Een aanvrage voor radio-distributie voor een hoekperceel van een bouwblok wordt b.v. toegestaan onder voorwaarde, dat een kastje wordt aangebracht om daarvan af te takken voor verdere perceelen. Het is niet de bedoeling de menschen op te knappen met toestellen, waar voortdurend menschen van de Lichtfabrieken bij moeten komen, maar om aansluitkastjes aan te brengen voor aftakkingen naar andere perceelen, om zoodoende geschikte aansluitingen te krijgen. Het is niet de bedoeling die kastjes in de woningen onder te brengen. Artikel 2 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De artikelen 3 tot en met 5 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over artikel 6, luidende: d Luidsprekers. De door den geabonneerde op het distributie-net aan te sluiten of te bezigen luidsprekers behoeven de voorafgaande goedkeuring van het hoofd van het bedrijf. Slechts die luidsprekers worden toegelaten, welke een gelijk stroomweerstand hebben grooter dan 1500 Ohm en bij 800 perioden per secunde een wisselstroomweerstand grooter dan 5000 Ohm. In bijzondere gevallen kan worden toegestaan, dat luid sprekers, welke meer dan de normale hoeveelheid energie opnemen, aan het distributie-net worden aangesloten; alsdan kunnen bijzondere voorzieningen worden voorgeschreven en (of) daaraan bijzondere voorwaarden, ook van financieelen aard, worden verbonden." De heer Roole zegt, dat bij de gemeentelijke radio distributie meer dan 1000 oude abonné's van ter Meer zijn aangesloten; nu is het mogelijk, dat daarbij luidsprekers zijn die minder weerstand hebben dan hier vereischt wordt. Wat denken Burgemeester en Wethouders daarmede te doen Het zou groote kosten meebrengen die om te bouwen en een nieuwe luidspreker, voldoende aan de eischen genoemd in art. 6, kost tenminste ƒ25.— per stuk. Kunnen Burgemeester en Wethouders te •dezen aanzien niet wat inschikkelijk zijn? Is de gemeente bereid om, wanneer de luidspreker, dien men reeds heeft, niet voldoet aan de voorschriften van de verordening, een tegemoetkoming te geven in de kosten van de verandering van dien luidspreker of van de aanschaffing van een nieuw exemplaar? De heer Goslinga zegt, dat deze bepaling betrekking heeft op de gevallen, waarin iemand met zijn luidspreker al het geluid uit zijn omgeving zou kunnen wegzuigen. Indien eenigszins mogelijk, wordt het gebruik van de luidsprekers, die op het net van Ter Meer waren aangesloten, toegestaan. Men kan echter niet toelaten, dat het geheele net bedorven wordt door het gebruik van eenige luidsprekers van slechte constructie. De heer Roole zegt een soepele toepassing van deze ver ordening vooral te vragen voor de ingezetenen met schrale beurzen, die, indien zij opnieuw een luidspreker zouden moeten koopen, zich met het oog op de financieele bezwaren zouden moeten laten schrappen als abonné. De heer Goslinga zegt, dat dit niet in het belang van het bedrijf zou zijn, dat er op uit moet zijn, zooveel mogelijk abonné's te winnen. De heer Roole zegt met het oog daarop juist gevraagd te hebben, of de gemeente bereid is in die gevallen een anderen luidspreker te verschaffen of de kosten van de verandering der oude luidsprekers voor haar rekening te nemen. De heer Goslinga zegt, dat de gemeente zoover niet kan gaan. De heer Roole vraagt, of het ook niet mogelijk is, dat de gemeente in die gevallen een voorschot verstrekt, dat in maandelijksche termijnen zou kunnen worden terugbetaald. De heer Goslinga zegt, dat de Raad zich op het standpunt moet stellen, dat het gemeentelijk radiodistributiebedrijf daar mede niets te maken heeft. Wanneer op het overgenomen net reeds luidsprekers zijn aangesloten, die voor de goede ontvangst niet hinderlijk zijn, hoewel zij op zichzelf niet als volmaakt kunnen beschouwd worden, zal het gebruik daarvan worden toegestaan. Men zal zich ui die gevallen niet strikt houden aan de cijfers, welke in dit artikel zijn genoemd. Verder kan de gemeente niet gaan. De toezegging, welke de heer Roole vraagt, zou van de gemeente groote uitgaven kunnen vergen. De heer Schüller zegt, dat het gebruik van electro-dyna- mische luidsprekers zich uitbreidt. Deze luidsprekers verbruiken veel stroom, hetgeen voor de gemeente voordeelig is. Nu wordt bovendien het gebruik van deze luidsprekers volgens deze verordening extra belast. De gebruikers van dergelijke luid sprekers betalen dus feitelijk dubbel. De heer Goslinga zegt, dat de luidsprekers niet zoodanig mogen zijn, dat zij de radio-ontvangst van anderen dan de gebruikers dier luidsprekers mogen bederven. Het kan zijn, dat het niet in het belang van de gemeente is het gebruik er van te verbieden. Dan kunnen daarvoor bijzondere voorwaarden gesteld wor den, b.v. een bijzonder tarief of een bijzondere lijn, evenals b.v. iemand, die den geheelen dag telefoneert, meer moet betalen. De heer Schüller zegt dat hij toch reeds meer moet betalen, omdat hij meer stroom verbruikt. De heer Goslinga zegt dat dit zoo miniem is, dat men daarmede niet voorkomt, dat men anderen hindert. Als men daarvan vet moest worden, zou het lang duren. Zlo kan b.v. een gewone electro-motor op het gewone net worden aange sloten; voor een zwaarderen motor moet evenwel een aparte leiding uit de schakelkast aangelegd worden. Wanneer iemand hierbij veel energie wil ontwikkelen, b.v. voor een zaal, dan moet hij daarvoor extra betalen. Het stellen van voorwaarden van financieelen aard is in het belang der abonné's. Artikel 6 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De artikelen 7 tot en met 12 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over artikel 13, luidende: j.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1931 | | pagina 14