68 Met de Commissie van Fabricage is ons College van oor deel, dat tot uitbreiding van het gestichtsterrein met een oppervlakte, bijkans even groot als dit terrein zelf, geenerlei aanleiding bestaat en dat in de behoefte aan uitbreiding ruimschoots wordt voorzien door toevoeging van het op de overgelegde kaart gearceerde noordwestelijk gedeelte, ter grootte van 4 H.A. Alsdan wordt ook tegemoetgekomen aan de bezwaren, die de bestemming van al het open weiland tusschen Endegeest en de Nachtegaallaan tot wandelpark, uit een oogpunt van natuurschoon zou meebrengen. De Commissie van Beheer over de gestichten Endegeest c.a. kan zich nader met deze beperkte uitbreiding vereenigen, doch verzoekt daarbij om den grond, die niet bij het gestichts- terrein zal worden gevoegd, geen andere bestemming te geven, opdat, wanneer te eeniger tijd wederom vergrooting van het gestichtsterrein moet plaats hebben, dit zonder bezwaar kan geschieden. Dit laatste punt kan gevoeglijk blijven rusten, omdat voor het geven van een andere bestemming aan die perceelen toch steeds de medewerking van Uwe Vergadering en ons College noodig is. Evenzoo is het gesteld met den wensch van de Commissie van Fabricage, om aan de uitgifte van den grond de voorwaarde te verbinden, dat hij uitslui ten 1 als park moet worden gebezigd en derhalve niet mag worden bebouwd. Immers, mocht te eeniger tijd de Com missie van Beheer over de Gestichten het gewenscht achten een gedeelte te bebouwen, dan zou ook daartoe niet buiten Uwe Vergadering en ons College kunnen worden overgegaan. Onder mededeeling, dat met een inbreng-prijs van 2 per M.2 zoowel de beide Commissie's als ons College kunnen accoord gaan, geven wij Uwe Vergadering in overweging: a. den op de overgelegde kaart in arceering aangegeven grond, ter grootte van 4 H.A., kadastraal bekend gemeente Oegstgeest, Sectie E, No. 2536 gedeeltelijk, gerekend te zijn ingegaan 1 Januari 1931, uit het Gemeentelijk Grondbedrijf te nemen en dezen grond met ingang van dien datum tegen een vergoeding van ƒ2.perM.2 in te brengen in het bedrijf der gestichten Endegeest, Voorgeest en Rhijngeest; b. door vaststelling van den overgelegden begrootingsstaat, model D, dienst 1931, een kapitaal aan de gestichten Ende geest, Voorgeest en Rhijngeest te verstrekken, groot ƒ80.000. af te lossen in 40 jaarlijksche termijnen, aanvangende met het jaar 1931, zulks ten einde de Gestichten in staat te stellen de vergoeding voor den afgestanen grond aan het Grondbedrijf te betalen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth van Leiden. N°. 120. Leiden, 8 Mei 1931. Bij raadsbesluit van 25 Januari 1926 (Ingek. Stukken No. 24) werd door de gemeente aangekocht de toegangsweg c.a. vanaf den Lagen Rijndijk naar de scheepswerf van de N. V. „de Hoop"', v.h. Gebrs. Boot. Aan den aankoop werd o. a. de voorwaarde verbonden, dat van gemeentewege een behoorlijke toegangsweg in Oostelijke richting van de Sumatrastraat naar de scheepswerf van de vennootschap, geschikt voor het verkeer van voetgangers en voertuigen, zal worden aan gelegd, zoodra de gemeente den gekochten grond niet meer als zoodanig beschikbaar kan stellen. De bestaande toegangsweg maakt deel uit van het terrein, dat bij raadsbesluit van 7 Juli 1930 (Ingek. Stukken No. 119) werd verkocht aan de woningbouwvereniging „de Eendracht" voor den bouw van een aantal woningen, in verband waar mede thans de in de verkoopvoorwaarden bedoelde, nieuwe toegangsweg dient te worden aangelegd. Een plan daartoe leggen wij Uwe Vergadering bij dezen voor. Dit plan omvat den aanleg van een straat vanaf de Sumatrastraat tot de scheepswerf ter breedte van 12 Meter, met ter weerszijden een trottoir van 3 Meter. Aan beide zijden van dit straatgedeelte zijn plantsoentjes geprojecteerd. Na het gereedkomen van het oouwplan van „de Eendracht" en van dezen straataanleg c.a. zal ter plaatse een goed geheel worden verkregen. De met een en ander gemoeide kosten worden geraamd op 6600.waarvan voor het Zuidelijk trottoir en plant soentje reeds 635.is begrepen in het crediet voor den straataanleg ten behoeve van het bouwplan van „de Een dracht". Voorts komen ten laste van het bouwplan de kosten, die uitsluitend de voldoening aan de aangehaalde voorwaarde zouden hebben medegebracht, aangezien deze kosten den kost prijs van den grond verhoogenen de aanleg in zooverre behoort tot de ten behoeve van „de Eendracht" uit te voeren bestratings- werken. Hiervoor tot maatstaf nemende een toegangsweg ter breedte van 8 M komt men tot een bedrag van 1525. Het resteerend bedrag ad ƒ4440.zouden wij wenschen te putten uit de reserve van het Grondbedrijf, aangezien het gedeelte straat overigens, zonder rechtstreeks ten laste van het verder hier gelegen bouwterrein te kunnen worden gebracht, nochtans daaraan wel ten goede komt. In verband met een en ander behoeft thans voor. den aanleg van bedoeld gedeelte straat c.a. slechts een bedrag van ƒ6600.ƒ635.5965.te worden toegestaan. In overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage en onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende stukken, geven wij Uwe Vergadering alsnu in overweging door vaststelling van de overgelegde wijziging van de begrooting van het Gemeentelijk Grondbedrijf, dienst 1931, en van den mede overgelegden staat, model D, dienst 1931, tot wijziging van de gemeen te-begrooting, een bedrag van 5965.te onzer beschikking te stellen ten behoeve van den op de bijgevoegde kaart aangegeven straataanleg c. a., ten Oosten van de Sumatrastraat, voorzoover niet reeds begrepen in de bestratingswerken van het bouwplan der vereeniging „de Eendracht". Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1931 | | pagina 4