GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 65 INeEK«HEII STUKKEN. N°. 105. Leiden, 16 April 1931. Op 1 Mei a.s. eindigt de pacht van den Burcht, de Graanbeurs en het voormalige Notarishuis, welke pacht laatstelijk ingevolge raadsbesluit van 14 April 1930 (Ingek. Stukken No. 53) voor het tijdvak van 1 Mei 19301 Mei 1931 werd opgedragen aan den heer A. Backer tegen een gezamenlijken huurprijs van ƒ4463.70. De verpachting geschiedde slechts voor den tijd van één jaar, met het oog op de in overweging zijnde plannen, om ter voorziening in de behoefte aan meerdere hótelgelegenheid te dezer stede, het gebouwencomplex volledig geschikt te doen maken voor een exploitatie als hótel-café-restaurant in modernen zin. Tot ons leedwezen verkeeren die plannen nog niet in een dusdanig stadium, dat wij thans reeds eene beslissing ter zake van Uwe Vergadering kunnen uitlokken. Inmiddels eindigt echter, gelijk werd opgemerkt, op 1 Mei a.s. de loopende pacht en dient dus, in afwachting van de verdere behandeling van de verbouwingsplannen, voorloopig nog in de verhuring te worden voorzien. Hierbij dient echter ernstig rekening te worden gehouden met de mogelijkheid, dat de verbouwing nog in den loop van het nieuwe pacht- jaar zal aanvangen, en dat, waar de verbouwing van ingrij penden aard zal zijn, de gemeente tusschentijds over het geheele complex de vrije beschikking behoeft. Wij traden daarom met den pachter in onderhandeling over de verlenging van de pacht andermaal voor den tijd van één jaar, doch met het recht van de gemeente, om de huur tusschentijds met een termijn van drie maanden op te zeggen. De heer Backer was wel tot continuatie op dezen voet bereid, mits de huurprijs werd verlaagd met 1600.In aanmerking nemende, dat de verpachting slechts geschiedt voor den tijd van één jaar en dan nog onder het beding van tusschentijdsche beëindiging op korten termijn, kan een zoodanige verlaging van den huurprijs niet ongemoti veerd worden geacht. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging de exploitatie van den Burcht en de Graanbeurs, alsmede het voormalige z.g. „Notarishuis"wederom aan den heer A. Backer alhier te verpachten voor den tijd van één jaar, ingaande 1 Mei 1931, tegen een gezamenlijken pachtprijs van 2863.70 en verder onder de bestaande voorwaarden, met dien ver stande, dat de gemeente zich het recht voorbehoudt in den loop van den huur tijd de huur met een termijn van ten minste drie maanden op te zeggen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 106. Leiden, 18 April 1931. Bij dezen hebben wij de eer, Uw Geacht Collége te ver zoeken aan onze „Commissie van Toezicht op het Middel baar Onderwijs" te dezer stede een Secretaris toe te voegen. Zulks in overeenstemming met de 2e alinea van art. 7 van de „Verordening voor de Plaatselijke Commissie van Toezicht op de scholen voor Middelbaar Onderwijs" te Leiden. (Gemeenteblad no. 4 1902). Onze Commissie beveelt bij U ter benoeming aan den Weledelgestrengen Heer, den Heer Mr. J. A. v. D. STOK. Hoogachtend, Uw dw. dnrn. W. H. Keesom, Voorzitter. D. Bosma, tijdelijk Secretaris. Aan den Baad der Gemeente Leiden. N°. 107. Leiden, 28 April 1931. Aan den Baad der Gemeente Leiden. Ter vervulling in de vacature J. H. den Hengst doen wij U het navolgende dubbeltal ter aanbeveling toekomen; 1°. C. WILLEMSE. 2°. J. V. D. WOEBD. Met de meeste Hoogachting, De Plaatselijke Schoolcommissie, Boot, Voorzitter. H. F. A. Donders, Secretaris. N°. 108. Leiden, 28 April 1931. In verband met het voorschrift, opgenomen in het Konink lijk besluit van 19 November 1900 (Staatsblad No. 202), laatstelijk gewijzigd bij Koninklijk besluit van 4 Februari 1921 (Staatsblad No. 48), geven wij U in overweging aan Gedeputeerde Staten dezer provincie het volgende verslag uit te brengen aangaande de wijze, waarop het bij de ge- meentebegrooting 1930 voor schoolkindervoeding en -kleeding toegestaan bedrag is besteed. „Van de op de begrooting voor het dienstjaar 1930 uit getrokken som van ƒ27.475.werd een bedrag van ƒ19.784.14 uitgegeven en als subsidie uitgekeerd aan de vereeniging „Schoolkindervoeding en Schoolkinderkleeding", die zich het verstrekken van voeding en kleeding aan schoolgaande kinderen ten doel stelt, zulks ter bevordering van het schoolbezoek. Aan voeding werden in totaal verstrekt 82422 porties, waarvan 29097 gedurende de zomermaanden en 53325 gedu rende de wintermaanden. Ook in 1930 werd tot aanneming van leerlingen in den regel niet overgegaan, dan nadat de aanvragen daartoe door den Armenraad waren onderzocht. In vele gevallen had een heronderzoek plaats. De kinderen die voedsel ontvingen, zijn als volgt over de verschillende scholen te verdeelen: o. 1. school aan: het Schuttersveld 20 de Duivenbodestraat 16 de Haverstraat 20 de Paul Krugerstraat 32 den Zuidsingel 41 de Vrouwenkerksteeg 58 school voor buitengewoon l. o. aan: de Caeciliastraat 26 bijz. 1. school aan: de Pasteurstraat 24 de Middelstegracht 7 het Plantsoen 8 de Pelikaanstraat 31 de Oude Vest 21 de Krauwelsteeg 16 320 De maaltijden bestonden uit de volgende spijzen: stamp pot (tweemaal per week), pap (tweemaal per week), vruchten- gruel, rijstesoep. Uitgereikt werden de volgende kleedingstukken227 jongenshemden, 441 jongensbroeken en blouses, 206 meisjes hemden, 206 meisjesbroeken, 210 meisjesjurken en schorten, 857 paar kousen en 1457 paar klompen. Voor contróle op een behoorlijk gebruik der kleeding stukken werd zorg gedragen; tijdens de maaltijden op de scholen kon zulks gemakkelijk geschieden De inkomsten van de vereeniging bedroegen ƒ21.364.87, waarvan aan gemeentelijk subsidie ƒ19.784.14, aan contri- butiën ƒ345.25, aan opbrengst van collecten, bijdragen en giften, enz. 335.38, legaat wijlen Mej. Woud ƒ900.10. De uitgaven, welke gelijk waren aan de ontvangsten, kunnen gespecificeerd worden als volgt: voeding 13.086.257a, kleeding 4760.6172 en uitgaven van allerlei aard, als loonen, advertentiën, drukwerken, meubilair, materialen, enz. ƒ2618.terwijl het bedrag ad ƒ900.— van het voormeld legaat werd belegd op de Spaarbank van het N. O. G. Ten slotte wordt nog medegedeeld, dat de voorwaarden, bedoeld in artikel 10 van het aangehaald Koninklijk besluit behoorlijk werden nageleefd." Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden, Aanduiding van de scholen: Aantal kinderen dat aan de voeding deelnam:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1931 | | pagina 1