37
N°. 56. Leiden, 20 Februari 1931.
Bij Uw besluit vau 19 Mei 1930 (Ingek. Stukken Mo. 91)
werd aan de Stichting „Fonds voor aanleg, onderhoud en
beheer van Wandelparken" een bijdrage van ƒ15.000.— in
eens toegekend, teneinde haar in staat te stellen met de
afwerking van het plan van den aanleg van den Leidsehen
Hout door te gaan en in het onderhoud van het reeds
aangelegde te voorzien. Vermoedelijk zou, schreven wij in
ons voorstel, met dat bedrag kunnen worden gewerkt tot
1 September 1930 en zou tegen dien datum door het bestuur
nader onder oogen moeten worden gezien, in hoeverre aan
de dan verkregen inrichting van het terrein verdere uit
breiding kou worden gegeven.
Het is het bestuur mogen gelukken met de beschikbare
middelen aanzienlijk langer toe te komen, dan aanvankelijk
verwacht werd, doch het werk is nog niet zóó ver gevorderd,
dat de Hout reeds voor het publiek kan worden opengesteld.
Daarop was trouwens ook de bijdrage van de gemeente
niet berekend.
Het bestuur heeft nu, blijkens het in de Leeskamer ter
visie gelegd schrijven een plan doen opmaken voor de ver
dere afwerking op een zoodanige wijze, dat het publiek in
dit voorjaar nog kan worden toegelaten. De kosten van dit,
tot het beslist noodige beperkte plan, bedragen, met inbe
grip van eenige nog te betalen rekeningen, circa ƒ12000.
welk bedrag het bestuur verzoekt uit de gemeentekas te
mogen ontvangen, aangezien voor uitvoering van dit plan
der Stichting geen middelen ten dienste staan.
Bij de beoordeeling van deze aauvraag moet men eener-
zijds in aanmerking nemen, dat het om technische en
practisehe redenen noodzakelijk was op sommige punten
van het plan verder te gaan, dan waarop bij den financiëelen
opzet was gerekend. Zoo werd reeds een gedeelte van den
grooten vijver B gegraven had verharding van wegen plaats
en moest iu een goede afwatering, overeenkomstig de eischen
van „Rijnland", worden voorzien, alle kostbare werken,
waarvan de uitvoering door het bestuur om financiëele
redenen niet was opgenomen in het zgn. „verkleinde
plan".
Aan den anderen kant moet in het oog worden gehouden,
dat de gemeente van den Leidsehen Hout de beschikking
kreeg over een groote hoeveelheid gestorten grond en dat
bovendien ten dienste van de gemeente ophooging van de
Van Ledenberchstraat met aansluitei de straten en demping
van slooten plaats had. Feitelijk is het gevraagde bedrag
dan ook belangrijk lager dan 12000.
Aangezien het zeer zou zijn toe te juichen, indien de
opening van den Hout nog in dit voorjaar kon plaats
hebben en de voortzetting van de werkzaamheden mede
aan de bestrijding van de werkloosheid ten goede komt,
achten wij alle aanleiding aanwezig om de bijdrage ad
12.000.toe te kennen.
Uiteraard blijft de aandacht gevestigd op perfectionneering
van het reeds aangelegde, totdat het park- en wandelwegen
plan eindelijk volledig zal zijn ingericht. Ben en ander is
natuurlijk vooral ook afhankelijk van de financiën der
Stichting en kan daarom niet anders dan geleidelijk ge
schieden.
Het bovenstaande strekt tevens tot praeadvies op het
hieronder afgedrukte, gewijzigd voorstel van den heer van
Stralen inzake het uittrekken van gelden voor de afwerking
van het volledig boschplan. Nog slechts een korte opmerking
hebben wij ten aanzien van dat voorstel te maken.
Wanneer met „de afwerking van het volledig boschplan"
mocht zijn bedoeld de algeheele voltooiing van het plan met
gebouwen en verdere toebehooren, en dat dus thans reeds
het restaurant, het volkstheehuis en de verder nog voor
genomen inrichtingen tot stand worden gebracht, dan moeten
wij er op wijzen, dat deze werken slechts weinig meer tot
de werkverruiming kunnen bijdragen, daar het loon maar een
betrekkelijk klein percentage van de kosten uitmaakt. Het
meeste werk, voor de werkverschaffing van belang, is in het
in aanleg zijnde gedeelte thans reeds verricht. Veel meer
effect voor de bestrijding van de werkloosheid zou hebben
de beschikbaarstelling van gelden voor den aanleg van
sportvelden, waaromtrent plannen in voorbereiding zijn.
Onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende
stukken geven wij Uwe Vergadering alsnu in overweging:
a. aan het „Fonds voor aanleg, onderhoud en beheer van
Wandelparken" een bijdrage in eens van ƒ12.000.toe te
kennen ten behoeve van de verdere afwerking van het thans
in uitvoering zijnde plan van den aanleg van den Leidsehen
Hout en daartoe vast te stellen den hierbij overgelegden
begrootingsstaat, model D, dienst 1931;
b. het voorstel van den heer Van Stralen inzake de af
werking van het volledig boschplan hiermede als afgedaan
te beschouwen.
Op den post voor onvoorziene uitgaven, waarvan het
bedrag van ƒ12.000.moet worden afgeschreven, is thans
nog ƒ56.930.beschikbaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
De Raad, van oordeel dat de aanleg van den Leidsehen
Hout zooveel mogelijk moet dienstbaar gemaakt worden aan
de behoefte tot werkverruiming;
dat de afwerking van het volledig boschplan daarom ten
spoedigste dient ter hand genomen te worden;
besluit om ter bevordering van de tewerkstelling van
meerdere werklooze arbeiders een bijdrage uit de gemeente
kas beschikbaar te stellen en daarvoor een memoriepost in
de begrooting op te nemen.
Leiden, 16 Januari 1931. J. J. van Stralen.
N°. 57. Leiden, 20 Februari 1931.
Bij de behandeling van de gemeentebegrooting 1930 werd
om praeadvies in onze handen gesteld een voorstel van Uw
medelid, den heer Groeneveld, luidende als volgt:
„De Raad, stelt ter beschikking van Burgemeester en
„Wethouders een bedrag van ƒ5.000.teneinde daarmede
„te bevorderen het doen geven van goede volksvoorstellingen
„op het gebied van zang, muziek en tooneel."
Wij kunnen de vraag van het al of niet wenschelijke van
gemeentelijke bemoeiing in deze geheel ter zijde laten, aan
gezien in elk geval de financiëele toestand der gemeente
niet gedoogt, dat aan dit voorstel gevolg wordt gegeven.
Zooals toch laatstelijk bij de behandeling van de begrooting
1931 is gebleken, is de gemeente, niettegenstaande aan tal
van zaken, waaronder zeer belangrijke en hoogst dringende,
moet worden voldaan, genoodzaakt zich in velerlei opzicht
te beperken. Onder deze omstandigheden voor het aangegeven
doel gelden uit te trekken zouden wij niet verantwoord
achten, en zeker niet op dit oogenblik, nu de crisis zoootn
zich heen grijpt en de toekomst zoo onzeker is. Na de uit
voerige mondelinge en schriftelijke beschouwingen, te dezen
aanzien bij de loopende begrooting gehouden, achten wij het
overbodig hierop nader in te gaan.
Hetzelfde geldt voor het hieronder afgedrukt verzoek van
het Mannenkoor „De Yereenigde Zangers" om voor een te
geven concert in verband met zijn eerste lustrum, een sub
sidie van 150.te verleenen. Bovendien bestaat ook
overigens voor het incidenteel verleenen van dergelijke
subsidies geen aanleiding.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging:
a. niet aan te nemen het voorstel van den heer Groeneveld
om een bedrag van 5.000.te onzer beschikking te stellen
ten behoeve van het geven van goede volksvoorstellingen
op het gebied van zang, muziek en tooneel;
b. afwijzend te beschikken op het verzoek van het Mannen
koor „De Vereenigde Zangers" om een subsidie van 150.
ten behoeve van een te geven concert.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden 15 Juli 1930.
Aan den Raad der Gemeente Leiden,
Edelachtbare Heeren,
Het mannenkoor „De Vereenigde Zangers" opgericht 29
Apr. 1926, hoopt in April 1931 zijn eerste lustrum te vieren,
o.a. met het geven van een mooi concert, waarvan de hoofd
schotel een „oratorium" zal vormen, met medewerking van
de Haarlemsche orkestvereeniging (H. O. V.). Vanzelfsprekend
zullen voor deze plannen door onze vereeriiging tamelijk
hooge kosten moeten worden begroot, en hoewel onze leden
(85 personen) ook van hunne offervaardigheid zullen blijk
geven, zou het een zeer groote voldoening zijn voor onze
vereeniging, welke een goeden naam heeft in de Leidsche
zangers wereld, indien van gemeentewege een kleine subsidie
in ons zoogenaamd „lustrumfonds'' zou worden gestort.
Bovengenoemde vereeniging, welke door het geven van
volks- en liefdadigheidsconcerten een klein steentje bijdraagt
aan het algemeen belang en welzijn, doet dan ook met
dezen een beroep op Uw welwillenheid, en neemt beleefd
de vrijheid UEdelachtbare Heeren te verzoeken ons voor
het „lustrumfonds" eene subsidie v. e. toe te staan van ƒ150.
Met verschuldigde hoogachting
Namens het Bestuur
v. h. mannenkoor „De Vereenigde Zangers"
B. A. Harteveld Secretaris.
adres: Noordeinde 35. Leiden